Carlo Gesualdo (1566-1613) was prins van Venosa en graaf van Conza (beide plaatsen liggen in de buurt van Napels), hij was dus een Italiaans edelman, hij bespeelde de luit, de gitaar en het clavecimbel, was een fantastisch goed componist en vermoordde enkele mensen (we weten niet hoeveel). Zijn oom was Carlo Borromeo, aartsbisschop te Milaan, zijn moeder was een nicht van paus Pius IV.
Eerst maar eens die moorden. In 1586 trouwde Carlo met Maria d’Avalos, een dochter van de markies van Pescara. Die had het al snel gezien met haar echtgenoot; ze begon een liefdesaffaire met Fabrizio Carafa, hertog van Andria. Toen Carlo dat doorkreeg, lang nadat die affaire bij iedereen al bekend was (hij was steeds maar bezig met de muziek), deed hij het volgende. Op 16 oktober 1590 ging hij zogenaamd op jacht, met een paar van zijn bedienden. Dat gaf uiteraard Maria en Fabrizio vrij spel. Maar Carlo kwam terug met zijn bedienden, betrapte het liefdesstel in flagrante delicto, en vermoordde het stel op het bed waarop ze lagen. De moordpartij moet gruwelijk zijn geweest. Hij legde beiden voor de deur van het paleis te Napels waar een en ander plaatsvond, en hij vluchtte vervolgens naar zijn paleis in Venosa. Hij was als edelman niet bang voor justitiële vervolging, maar wel voor wraak.