Tweede Kamerleden verliezen contact met de burgers

Het Binnenhof wordt gerestaureerd. De Eerste en Tweede Kamer verhuizen naar een tijdelijke locatie. De Tweede Kamer gaat voor minstens vijf jaar naar het oude gebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg. Een klein probleempje bij deze locatie werd deze week aangekaart in het radioprogramma De Nieuws BV: er is nauwelijks ruimte om te demonstreren. Wat op het Plein bij de huidige Tweede Kamer vrijwel dagelijks gebeurt onder de ogen van de lunchende Kamerleden zullen ze aan de Bezuidenhoutseweg gaan missen. De gemeente Den Haag, die voor de uitvoering van het demonstratierecht moet zorgen, heeft een miniem plekje bij het gebouw gereserveerd waar je met maximaal dertig mensen kunt staan. Als je met meer mensen bent - en dat komt nogal eens voor- moet je naar het Malieveld. Dan moeten de Kamerleden met wie je contact wil hebben bereid zijn om hun werk te onderbreken om minstens 10 minuten heen en 10 minuten terug te wandelen. Is daar over nagedacht in de jarenlange voorbereiding van deze verbouwingsoperatie? Kennelijk niet. Had dat wel gemoeten? Mij dunkt van wel, en zeker na alles wat we het afgelopen voorjaar hebben gezien aan moties en verklaringen voor meer openheid, meer ruimte voor de stem van de burger, meer tegenmacht, etc. Het lijkt er niet op dat er de komende vijf jaar verbetering komt in het directe contact tussen Kamerlid en kiezer. Overigens zag ik dat de Eerste Kamer op een plek komt waar wellicht wat meer ruimte is om te demonstreren, namelijk op de Lange Voorhout 34-36 (Huis Huguetan). Maar of dat nou een goed alternatief is? Poortwachters Dan heeft de protesterende burger natuurlijk altijd nog de mogelijkheid om een Kamerlid te schrijven. De mailadressen zijn bekend. Maar als je hier wel eens ervaring mee hebt opgedaan weet je dat dit ook geen gemakkelijke weg is. Kamerleden worden door hun voorlichters en persoonlijk medewerkers afgeschermd van al te veel contacten. Ze hebben het al zo druk, tenslotte, je kunt niet verwachten dat ze de hele dag bezig zijn met het reageren op vragen en adviezen van hun kiezers (om nog maar te zwijgen van de shit die ze over zich heen krijgen). Direct contact tussen kiezer en gekozene is dus zeer beperkt. Maar daar hebben we de media voor, toch? Die kunnen ons vertellen wat er in de Kamer gebeurt en hoe onze vertegenwoordigers zich hebben opgesteld. Jawel, maar hier speelt ook een probleempje dat onlangs nog tot enige ophef heeft geleid: de media worden bespeeld door de spindoctors en voorlichters die alleen maar uit zijn op een positieve beeldvorming en de goede reputatie van de politicus voor wie zij werken. Media Redacteuren van Trouw hebben vorige week een boekje open gedaan over hun relatie met de politiek onder de titel 'Dreigend en paaiend proberen voorlichters de journalistiek te beïnvloeden'. Het biedt niet direct nieuwe inzichten. Iedereen die de politiek een beetje volgt weet dat het zo gaat. Dat veel (té veel) van wat er in de pers komt uit Den Haag overgoten is met een saus reputatiemanagement. Ze worden er zelfs voor getraind, de politici en hogere ambtenaren. Wat mij trof is dat er in kringen van journalisten wel serieus over gesproken wordt hoe je daar nu het beste mee om kunt gaan. Zo toonde Trouw-redacteur Janne Chaudron zich bereid om op een bepaalde manier verantwoording af te leggen aan de lezers (en kiezers, voeg ik er aan toe). Dat idee mag wat mij betreft verder worden uitgewerkt. Het voorbeeld dat zij geeft van haar eigen ervaring met een woordvoerder verdient navolging: De voorlichter vroeg ‘Wanneer ga je publiceren? Dan kan ik de woordvoering daarop afstemmen. Ik hoop wel dat het een beetje een positief stuk wordt?’ Ik voelde me overvallen, ik had hem niet gevraagd. Ik heb dat telefoontje opgenomen in het verhaal. Weg met de woordvoerders Maar wat gebeurt er aan de andere kant om het contact tussen volksvertegenwoordigers en kiezers te verbeteren?  Wat doet Den Haag? In reactie op alle debatten over verbetering van het werk van de Kamer heeft minister Ollongren een klein deurtje open gezet om Kamerleden direct toegang te geven tot ambtenaren. Tot nu toe was dat not done sinds de Oekaze-Kok. Dat is natuurlijk een goed plan. Meer direct contact tussen Kamerleden en ambtenaren (dienaren van het volk, toch?) is aan te bevelen. Mijn voorstel is om meteen door te pakken en Kamerleden ook direct toegang te geven tot het kiezerspubliek. Weg met de woordvoerders, voorlichters en spindoctors. In plaats van al die communicatieadviseurs komt er dan meer ruimte voor het aanstellen van medewerkers die de Kamerleden praktisch van dienst kunnen zijn bij het werk wat er echt toe doet: de wetgeving en de controle van de regering. Laat de Kamerleden ons daar dan zelf zo rechtstreeks mogelijk over berichten, al dan niet met behulp van een pers die bereid is daarover verantwoording af te leggen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.