De ondergang van de geesteswetenschappen

Ach ja, de geesteswetenschappen. Deze week is het de Martin-Luther-universiteit in Halle-Wittenberg en dit keer zijn het classici wier instituut wordt bedreigd. Twee weken geleden waren de archeologen in Sheffield de pineut. Er is een petitie hier en er is een petitie daar. U moet ze maar even tekenen, als u denkt dat het nog zin heeft. Die laatste acht woorden zijn insinuerend. Natuurlijk heeft het wél zin er wat van te zeggen als universiteiten iets waardevols mollen. Dat ik die acht woorden toevoeg, is echter om diezelfde reden. Het is zinvol te noteren dat het geen verrassing is. Een jaar of zes geleden documenteerde ik in een stukje “Ex oriente nox” hoe het traditionele onbegrip voor de humaniora steeds vaker overging in sloop. Ik had niet de verwachting of hoop dat het iets zou uithalen. De geesteswetenschappen zijn te verdeeld om nog gered te worden. Illustratief is dat maar weinig classici de petitie over archeologie in Sheffield onder de aandacht brachten en dat weinig archeologen de petitie voor de classici in Halle-Wittenberg delen. Zo gaat het altijd in de geesteswetenschappen. Wie wordt bedreigd, kan alleen terugvallen op zijn allernaaste collega’s. Ook in Nederland. Toen de Vrije Universiteit de studierichting Nederlands ophief, maakten vooral de neerlandici reuring. Ze hadden meer bijval verdiend van andere geesteswetenschappers. De verdeeldheid van de geesteswetenschappen verklaart waarom de universiteiten de aangekondigde bezuinigingen wel weer buitenproportioneel zullen afwentelen op de geesteswetenschappen. Ze kunnen zich toch nauwelijks verdedigen. En dus zal binnenkort in Nederland weer een vakgroep kapot gaan. De waarde van de humaniora Ik leg de waarde van de geesteswetenschappen nog één keer uit met een voorbeeld uit eigen huis. Ik heb immers – opgeleid in de geesteswetenschappen als ik ben – niet de brede ontwikkeling om over andere specialismes te schrijven. Het voorbeeld: we hebben in West-Europa een soort collectieve angst voor de ondergang van onze beschaving, die via boeken als Gibbons Decline and Fall teruggaat tot de Renaissance. Men redeneerde dat ooit Rome ten onder was gegaan, dat daarna Duistere Eeuwen waren aangebroken, dat het in de Renaissance beter was geworden maar dat de beschaving nóg eens ten onder kon gaan. Al gaf een Gibbon argumenten waarom het zo’n vaart niet zou lopen, de angst was er. Ongegrond is het idee niet maar het is ook specifiek voor eerst Italië in de vijftiende eeuw en later het Europa van de grote imperia. Door zo’n idee terug te plaatsen in zijn eigen context, begrijp je het, ontstaat ruimte voor alternatieve visies, bevrijd je je van een vooroordeel en sta je sterker tegenover politici die je angst willen aanjagen. Zoals Mark Rutte. Dit is waarvoor we geesteswetenschappen hebben. Het gaat dus in wezen om een pedagogisch programma. We worden er weliswaar niet meer mans van, maar wel meer mens. Daarom heten de geesteswetenschappen vanouds humaniora. Gedeelde informatie Omdat ze het inzicht vergroten in de denkbeelden die in onze samenleving rondgaan, zijn literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis, taalkunde, geschiedenis en soortgelijke disciplines uitsluitend zinvol als de inzichten aan die samenleving ten goede komen. Dat gebeurt echter – websites als Neerlandistiek niet te na gesproken – veel te weinig. De letterenfaculteiten hebben het accent gelegd op het onderzoek en verwaarlozen hun publieke taak. Volgens dit onderzoek heeft slechts een derde van de geesteswetenschappelijke instituten een plan voor overdracht; in andere wetenschapsgebieden is dat de helft. Ik heb al vaker verteld dat ik, als ik vragenstellers moet uitleggen hoe classici omgaan met teksten, moet doorverwijzen naar de theologen. Classici leggen het wetenschappelijke aspect van hun vak niet uit. Ook is er in Nederland geen archeologie-museum waar je ontdekt wat vraagstellingen en theorievorming zijn. Samengevat komt het erop neer dat geesteswetenschappers onvoldoende doen om het wetenschappelijke proces en het belang van wetenschappelijke vorming te tonen. Ze claimen relevantie maar tonen die niet. Daarmee is de situatie in Nederland niet anders dan in Sheffield of Halle: de geesteswetenschappers zijn hier even verdeeld, even onbekend en onbemind en even gemakkelijk aan te wijzen als doelwit voor bezuinigingen. Envoi Voor Sheffield en Halle zijn er petities. U kunt ze tekenen – hier en daar – omdat het zin heeft vast te leggen dat wij, burgers, zagen dat de universiteiten iets waardevols kapot maakten. Het is echter even zinvol de vraag te stellen of wij ons nog moeten inspannen voor het redden van geesteswetenschappers die het zelf niet belangrijk genoeg vinden op te komen voor andere geesteswetenschappers of hun bezigheden professioneel uit te leggen. Ik moet enige moeite doen om mijn ergernis te onderdrukken om de eenzijdige bezorgdheid van de classici en archeologen. Feit is: de universiteit is een doodlopende weg. Ze is slecht omdat haar personeel overbelast is, slecht omdat ze de verkeerde inbedding is voor de geesteswetenschappen, slecht omdat ze de samenleving ongeïnformeerd houdt. U kunt de petities tekenen, als u denkt dat het nog zin heeft. Maar volgens mij is er iets zinvollers te doen. We moeten nadenken over de wijze waarop we de geesteswetenschappen vruchtbaarder institutioneel vorm geven. Het initiatief tot die zinvollere discussie zal vanzelfsprekend niet worden genomen door de VSNU of de KNAW. Die constatering zal ook niets veranderen, maar het blijft zinvol die passiviteit te registreren in een boek of in dit blogje. En als u wetenschapper bent, is dit linkje voor u.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een alternatieve Nobelprijs

COLUMN - Ik ben de laatste tijd wat somber over de toekomst van de humaniora, maar gelukkig is het niet alleen depressie, duisternis en doem. Hier is een berichtje waar ik gewoon blij van werd: in Zweden is de Nieuwe Academie opgericht, die dit najaar een alternatieve Nobelprijs wil uitreiken voor de letteren.

Voor het geval u het hebt gemist: de eigenlijke Nobelprijs is dit jaar te omstreden. Een van de juryleden heeft belangenverstrengeling niet gemeld en lijkt de namen van diverse prijswinnaars te hebben laten weten aan haar echtgenoot, die zeven keer deze namen heeft laten uitlekken. Die echtgenoot is bovendien beschuldigd van (en ontkent) seksueel misbruik. Uit protest tegen de manier waarop de klachten zijn behandeld, zijn verschillende juryleden opgestapt, zodat er momenteel zelfs geen quorum is om nieuwe leden te coöpteren. Al met al een gênante vertoning en daarom zal er komend najaar geen Nobelprijs voor de Letteren worden toegekend.

Nu is er dus een zelfbenoemde Nieuwe Academie, die belooft toch een prijs te zullen uitreiken. En dat is leuk. Om te beginnen telt deze academie ruim honderd leden van velerlei herkomst, zodat een breed cultureel draagvlak is gegarandeerd. De Zweedse bibliothecarissen is gevraagd kandidaten te nomineren: auteurs die “het verhaal van de mensen van de wereld” vertellen – dus niet per se een excellent boek hebben geschreven. Er zal een publieke stemming komen en uiteindelijk beslist een jury.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Exit humaniora?

OPINIE - Zolang ik me kan herinneren, zijn er mensen die klagen dat iedereen met liefde voor cultuur, met een grote boog om de letterenfaculteiten heen moet lopen. Die klacht is een beetje een sleets geworden en daarom zou ik het artikel van David Clemens, waarnaar de waanlink verwijst, niet 101% serieus nemen. Desondanks noemt hij drie problemen die ook in Nederland actueel zijn: de verschraling van het oude pedagogische ideaal (“Bildung”) tot geesteswetenschappen, de politisering en het gruwelijke jargon. Het totaaleffect is dat de letterenfaculteiten ver lijken te staan van het echte leven.

Foto: Delacroix, De dood van Sarsanapalos (Wikimedia Commons)

De waarde van de humaniora

COLUMN - Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft “met ruime meerderheid van stemmen” een wedstrijd gewonnen die was uitgeschreven door Museumtijdschrift: wat was voor de stemmers de favoriete expositie? De expositie over Nineveh dus. Een ronkerig persbericht roept van alles (“brengt een streek die bijna dagelijks negatief in het nieuws is nu eens op een positieve manier onder de aandacht”) maar het is wel degelijk fijn om te lezen.

Om te beginnen dus omdat de expositie een streek die bijna dagelijks negatief in het nieuws is, op een positieve manier onder de aandacht heeft gebracht. Dat mag dan een cliché zijn, het is wel waar. Er zijn echter nog twee andere redenen. Eén: deze expositie was belangrijk.

Nineveh, het anti-Athene

Mensen denken, voor zover ik weet, allemaal in termen van “wij” en “zij”, waarbij beide termen soms breed en soms beperkt zijn. En ze zijn nu eens neutraal en dan weer liefhebbend of hatelijk. Dát je denkt in tegenstellingen mag dan universeel zijn, de door jou gebruikte matrix is cultuurgebonden. Een voorbeeld is de door veel West-Europeanen herkende tegenstelling tussen Oost en West, die ook die is tussen barbaars en beschaafd. Eén van de oudste voorbeelden daarvan is Herodotos van Halikarnassos, die de Perzische Oorlogen niet alleen beschouwde als een conflict tussen Grieken en Perzen maar ook als een conflict tussen enerzijds vrije burgers die gehoorzaam waren aan de wet en anderzijds slaven die gehoorzaamden aan een grillige despoot.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Snapt Frits van Oostrom het eigenlijk wel?

OPINIE - Dat internet, weet je, dat is eigenlijk best belangrijk. Althans, dat zegt Frits van Oostrom, en dat is niet de eerste de beste. Sinds 1982 is hij hoogleraar Nederlandse letterkunde, eerst in Leiden en daarna in Utrecht. Van 2005 tot 2008 was hij president van de KNAW. Dan ben je iemand. Dus als hij, zoals we in Mare lezen, bij een lezing heeft gezegd dat dat internet belangrijk is en dat de universiteiten daar meer mee moeten gaan doen, dan zal het wel zo zijn.

Behalve natuurlijk dat we dit al wel wisten in 2000, vijf jaar na “the thousand days that built the future”.

Behalve natuurlijk dat de universiteiten de afgelopen jaren verzoeken uit de samenleving in deze richting vrij systematisch hebben genegeerd (zie ook onder: betaalsites). Behalve natuurlijk dat de universiteiten niets deden om te verhinderen dat bad information drives out good.

Behalve natuurlijk dat Van Oostrom te optimistisch is over de bij de universiteiten aanwezige expertise. In de jaren tachtig werden de letterenopleidingen van zes tot vier jaar bekort, waarna de in het vooruitzicht gestelde “tweede fase” werd geherdefinieerd als het aio-stelsel. Dat betekende dat de promotietrajecten eveneens werden bekort tot minder dan het noodzakelijke. De sinds de jaren tachtig opgeleide letterdames en -heren (zoals ikzelf) zijn te kort en te specialistisch opgeleid voor het generalistenwerk dat online plaatsvindt.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.