Humaniora in tijden van chatbots

Je kunt allerlei gedachten hebben over chatbots. Je kunt bijvoorbeeld juichen over de fantastische commerciële mogelijkheden die je ziet, of je zorgen maken over types die overal commerciële mogelijkheden in zien. Je kunt denken dat kunstmatige intelligentie gaat helpen onze kinderen beter onderwijs te geven, of vrezen dat we allemaal nog dommer en luier worden onder de invloed van die dingen. Al die reacties zijn vast terecht, maar voor de humaniora schudden deze apparaten ook aan de fundamenten van het vak. Nu er ineens niet-menselijke wezens zijn die dingen lijken te kunnen waarvan we 10 dagen geleden nog dachten dat alleen mensen ze konden. Een cartoon tekenen. Een pianosonate schrijven. Het centraal eindexamen maken. https://www.youtube.com/watch?v=c1LzEfH4opo Je kunt natuurlijk zeggen dat de vingers op die cartoons er belachelijk uitzien, dat de sonate saai is, dat er rare fouten zitten in de beantwoording van de eindexamen. Maar dan zijn we beland bij een nieuwe definitie wat het betekent om mens te zijn – één die ertoe leidt dat ik in ieder geval ook niet zo menselijk ben, want mijn pianosonates trekken vooralsnog ook geen volle zalen. Je kunt ook zeggen: uiteindelijk willen mensen toch vooral werk van mensen. Ik kan dat, alleen als amateurschaker beamen. Ik vind het leuk om af en toe online een spelletje te spelen, maar alleen op websites waar je speelt tegen andere mensen van ongeveer jouw niveau. Tegen computers speel ik niet, daar is niks aan. Dat ik van die mensen alleen weet welke zetten ze spelen en hoe ze zichzelf genoemd hebben – voegt zo goed als niets toe – vind ik ook niet belangrijk. Maar ze moeten wel mensen zijn. Uit experimenten blijkt overigens ook dat mensen soms de voorkeur geven aan door kunstmatige intelligentie geproduceerde gedichten, maar alleen als ze niet weten dat die door kunstmatige intelligentie gemaakt is. Het antwoord dat het menselijke alleen gevonden moet worden in ons vlees en bloed, het feit dat wij ook fysiek in de werkelijkheid staan, is wat armoedig. Hebben al die mensen die duizenden jaren hebben gezegd dat ze worden opgetild door de kunst dan alleen maar onzin uitgekraamd? Als we dat niet willen, waar zijn we dan? Wat is de essentie van het mens-zijn? De natuurwetenschappen hebben daar geen antwoord op – fysisch zijn de supercomputers in Silicon Valley en de knokige vingers waarmee deze tekst getypt wordt, zo verschillend dat het geen zin heeft om te vragen wat nu het essentiële verschil is. Het antwoord moet komen van de lijn van onderzoek die gewend is te kijken naar niet makkelijke kwantificeerbare kwaliteit – de geesteswetenschappen. Is er een kern die we kunnen aanwijzen? Of gaan wij mensen onherroepelijk ten onder in een zee van door machines geproduceerde kunst?

Door: Foto: Wilhelm Fassbinder - Beethoven beim Komponieren im Studierzimmer, via Wikimedia Commons.
Foto: Bob Leckridge (cc)

De ondergang van de geesteswetenschappen

COLUMN - Ach ja, de geesteswetenschappen. Deze week is het de Martin-Luther-universiteit in Halle-Wittenberg en dit keer zijn het classici wier instituut wordt bedreigd. Twee weken geleden waren de archeologen in Sheffield de pineut. Er is een petitie hier en er is een petitie daar. U moet ze maar even tekenen, als u denkt dat het nog zin heeft.

Die laatste acht woorden zijn insinuerend. Natuurlijk heeft het wél zin er wat van te zeggen als universiteiten iets waardevols mollen. Dat ik die acht woorden toevoeg, is echter om diezelfde reden. Het is zinvol te noteren dat het geen verrassing is. Een jaar of zes geleden documenteerde ik in een stukje “Ex oriente nox” hoe het traditionele onbegrip voor de humaniora steeds vaker overging in sloop.

Ik had niet de verwachting of hoop dat het iets zou uithalen. De geesteswetenschappen zijn te verdeeld om nog gered te worden. Illustratief is dat maar weinig classici de petitie over archeologie in Sheffield onder de aandacht brachten en dat weinig archeologen de petitie voor de classici in Halle-Wittenberg delen. Zo gaat het altijd in de geesteswetenschappen. Wie wordt bedreigd, kan alleen terugvallen op zijn allernaaste collega’s. Ook in Nederland. Toen de Vrije Universiteit de studierichting Nederlands ophief, maakten vooral de neerlandici reuring. Ze hadden meer bijval verdiend van andere geesteswetenschappers.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Exit humaniora?

OPINIE - Zolang ik me kan herinneren, zijn er mensen die klagen dat iedereen met liefde voor cultuur, met een grote boog om de letterenfaculteiten heen moet lopen. Die klacht is een beetje een sleets geworden en daarom zou ik het artikel van David Clemens, waarnaar de waanlink verwijst, niet 101% serieus nemen. Desondanks noemt hij drie problemen die ook in Nederland actueel zijn: de verschraling van het oude pedagogische ideaal (“Bildung”) tot geesteswetenschappen, de politisering en het gruwelijke jargon. Het totaaleffect is dat de letterenfaculteiten ver lijken te staan van het echte leven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een alternatieve Nobelprijs

COLUMN - Ik ben de laatste tijd wat somber over de toekomst van de humaniora, maar gelukkig is het niet alleen depressie, duisternis en doem. Hier is een berichtje waar ik gewoon blij van werd: in Zweden is de Nieuwe Academie opgericht, die dit najaar een alternatieve Nobelprijs wil uitreiken voor de letteren.

Voor het geval u het hebt gemist: de eigenlijke Nobelprijs is dit jaar te omstreden. Een van de juryleden heeft belangenverstrengeling niet gemeld en lijkt de namen van diverse prijswinnaars te hebben laten weten aan haar echtgenoot, die zeven keer deze namen heeft laten uitlekken. Die echtgenoot is bovendien beschuldigd van (en ontkent) seksueel misbruik. Uit protest tegen de manier waarop de klachten zijn behandeld, zijn verschillende juryleden opgestapt, zodat er momenteel zelfs geen quorum is om nieuwe leden te coöpteren. Al met al een gênante vertoning en daarom zal er komend najaar geen Nobelprijs voor de Letteren worden toegekend.

Nu is er dus een zelfbenoemde Nieuwe Academie, die belooft toch een prijs te zullen uitreiken. En dat is leuk. Om te beginnen telt deze academie ruim honderd leden van velerlei herkomst, zodat een breed cultureel draagvlak is gegarandeerd. De Zweedse bibliothecarissen is gevraagd kandidaten te nomineren: auteurs die “het verhaal van de mensen van de wereld” vertellen – dus niet per se een excellent boek hebben geschreven. Er zal een publieke stemming komen en uiteindelijk beslist een jury.

Foto: Delacroix, De dood van Sarsanapalos (Wikimedia Commons)

De waarde van de humaniora

COLUMN - Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft “met ruime meerderheid van stemmen” een wedstrijd gewonnen die was uitgeschreven door Museumtijdschrift: wat was voor de stemmers de favoriete expositie? De expositie over Nineveh dus. Een ronkerig persbericht roept van alles (“brengt een streek die bijna dagelijks negatief in het nieuws is nu eens op een positieve manier onder de aandacht”) maar het is wel degelijk fijn om te lezen.

Om te beginnen dus omdat de expositie een streek die bijna dagelijks negatief in het nieuws is, op een positieve manier onder de aandacht heeft gebracht. Dat mag dan een cliché zijn, het is wel waar. Er zijn echter nog twee andere redenen. Eén: deze expositie was belangrijk.

Nineveh, het anti-Athene

Mensen denken, voor zover ik weet, allemaal in termen van “wij” en “zij”, waarbij beide termen soms breed en soms beperkt zijn. En ze zijn nu eens neutraal en dan weer liefhebbend of hatelijk. Dát je denkt in tegenstellingen mag dan universeel zijn, de door jou gebruikte matrix is cultuurgebonden. Een voorbeeld is de door veel West-Europeanen herkende tegenstelling tussen Oost en West, die ook die is tussen barbaars en beschaafd. Eén van de oudste voorbeelden daarvan is Herodotos van Halikarnassos, die de Perzische Oorlogen niet alleen beschouwde als een conflict tussen Grieken en Perzen maar ook als een conflict tussen enerzijds vrije burgers die gehoorzaam waren aan de wet en anderzijds slaven die gehoorzaamden aan een grillige despoot.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Snapt Frits van Oostrom het eigenlijk wel?

OPINIE - Dat internet, weet je, dat is eigenlijk best belangrijk. Althans, dat zegt Frits van Oostrom, en dat is niet de eerste de beste. Sinds 1982 is hij hoogleraar Nederlandse letterkunde, eerst in Leiden en daarna in Utrecht. Van 2005 tot 2008 was hij president van de KNAW. Dan ben je iemand. Dus als hij, zoals we in Mare lezen, bij een lezing heeft gezegd dat dat internet belangrijk is en dat de universiteiten daar meer mee moeten gaan doen, dan zal het wel zo zijn.

Behalve natuurlijk dat we dit al wel wisten in 2000, vijf jaar na “the thousand days that built the future”.

Behalve natuurlijk dat de universiteiten de afgelopen jaren verzoeken uit de samenleving in deze richting vrij systematisch hebben genegeerd (zie ook onder: betaalsites). Behalve natuurlijk dat de universiteiten niets deden om te verhinderen dat bad information drives out good.

Behalve natuurlijk dat Van Oostrom te optimistisch is over de bij de universiteiten aanwezige expertise. In de jaren tachtig werden de letterenopleidingen van zes tot vier jaar bekort, waarna de in het vooruitzicht gestelde “tweede fase” werd geherdefinieerd als het aio-stelsel. Dat betekende dat de promotietrajecten eveneens werden bekort tot minder dan het noodzakelijke. De sinds de jaren tachtig opgeleide letterdames en -heren (zoals ikzelf) zijn te kort en te specialistisch opgeleid voor het generalistenwerk dat online plaatsvindt.