Op campagne met Jos Kuintjes van Gewoon NL door gewoon Nederland. Aflevering 2: jeugdhonk De Vlektyfus te Elst. Waarin het politieke toptalent de woede van jeugdig Elst op de hals haalt maar het tij weet te keren.
REPORTAGE – Het zaaltje van jeugdhonk De Vlektyfus (“Die naam hebben de jongeren zelf verzonnen,” vertelde de jeugdwerker – grijze baard, ruiten broek, paarse badstof sokken in sandalen – toen ik naar de herkomst van de naam vroeg: “we stimuleren ze zoveel mogelijk hun creativiteit te ontplooien”) is tot de nok toe gevuld. Niet zo vreemd als je bedenkt dat Jos, om zijn komst aan te kondigen, bovenstaande flyer had laten ophangen. Als Jos het podium betreedt, is aanvankelijk onversneden onverschilligheid zijn deel. Als Jos vervolgens mededeelt dat de flyer slechts bedoeld was om de aandacht te trekken en dat hij toch echt de hoofdact is, gebeurt er aanvankelijk nog niks. Slechts een enkeling heeft de moeite genomen naar de woorden van Jos te luisteren. En degenen die het horen weten niet zeker hoe ze deze informatie moeten interpreteren. Ze vertellen het door. En langzaam aan, terwijl Jos stug doorgaat en vertelt dat hij heel graag vist, maar dan wel altijd zonder aas (“zo'n vis aan de haak, dat verstoort de rust alleen maar”), begint het tot de zaal door te dringen. En dan gaat het snel. Binnen geen tijd roept er iemand 'krijg de vlektyfus met je kutvissen', waarna de eerste stoel naar voren vliegt. Jos ontwijkt hem behendig en keert vliegensvlug terug naar de microfoon.
“Kijk,” roept hij, “nu heb ik jullie waar ik jullie hebben wil. Jullie zijn kwaad. En terecht. Jullie zijn de toekomst, maar er is geen werk voor jullie. Jullie zijn de toekomst, maar jullie hebben er geen. En degenen die nu aan de touwtjes trekken zijn veel te druk met het veilig stellen van hun eigen hachje om aan jullie te denken. Jullie zijn een last. Oké, jullie zijn de kiezers van de toekomst, daarom worden jullie zoet gehouden met mooie praatjes, maar het zijn praatjes die niks betekenen. Vol met loze beloftes. Want voorlopig ziet het er niet naar uit dat jullie het beter krijgen. Er is gewoon niet genoeg werk. Dat is de eenvoudige waarheid. En daar kan niemand wat aan doen. Ook ik niet. En dat is niet normaal.”