Meer aandacht dan stemmen
ACHTERGROND - Donderdag zijn er weer Europese verkiezingen. Net als bij de vorige Europese verkiezingen krijgt ‘Brussel’ er in de media flink van langs en staan eurosceptici centraal in de campagne. Dit is opmerkelijk, want uit peilingen rijst een heel ander beeld. Net als bij de vorige Europese verkiezingen gaan de meeste stemmen weer naar partijen die absoluut niet eurosceptisch zijn. De media mogen het eurosceptisch geluid wel wat meer in perspectief plaatsen.
Jesse Klaver is ‘uit de kast’. Het GroenLinks-Tweede Kamerlid sprak afgelopen week openlijk over zijn liefde voor Europa. Klaver riep bekende Nederlanders op om ook uit te komen voor hun ware gevoelens voor de EU. Hij koos zijn woorden zorgvuldig, alsof hij de eerste openlijke homoseksueel onder profvoetballers was. Mocht je bij jezelf het gevoel ontdekken dat de EU ons ooit wel eens iets goeds heeft gebracht dan verberg je dat. Je heimelijke fantasieën over een democratischer en sterker Europa houd je angstvallig voor je. Overdreven natuurlijk, maar er zit een kern van waarheid in. Of je Klavers standpunten nu deelt of niet, het verkondigen ervan is in deze campagne roeien tegen de stroom in.
Vijftien jaar geleden waaide de mediawind nog uit tegengestelde richting. Bij de Europese verkiezingscampagne van 1999 kreeg geen enkele EU-kritische partij veel aandacht. Die campagne ging sowieso vrijwel ongemerkt voorbij. Deels omdat er weinig te kiezen viel: alle grote partijen waren pro-EU. De vijf grootste partijen indertijd, samen goed voor 137 Tweede Kamerzetels, waren het grotendeels eens over de EU. Ook bij de vier Europese verkiezingen vóór 1999 viel haast geen kwaad woord over ‘Brussel’. Destijds waren het de eurosceptici die tegen de stroom in roeiden. Het pro-EU-kamp ontving telkens minstens 83% van de stemmen. De mediaberichtgeving strookte dus met het stemgedrag.