Bezeten van bezit

'Gij zult niet stelen' is een duidelijk gebod. Het is lekker kort, en volstrekt duidelijk. Eigendom is heilig. 'Lag het maar zo simpel...' verzucht prof. dr. Hans Achterhuis tijdens de achtste lezing in de reeks 10 geboden revisited. Want wanneer ben je nu eigenlijk een dief, en wanneer niet? Sinds de bankencrisis is een grote verontwaardiging opgerezen over de manier waarop bankiers zichzelf ongestraft kunnen verrijken ten koste van anderen. Maar wat ze doen is geen stelen, of toch?. Het idee van diefstal veronderstelt een bepaalde definitie van bezit, en dat is er een die in de loop van de tijd veranderd is. Daarom, het achtste gebod opnieuw bekeken. Eerlijk zullen we alles delen Achterhuis legt uit dat het gebod in de zesde eeuw voor Christus eigenlijk precies het omgekeerde betekende van onze hedendaagse opvatting. Eigendom was in het oude Israël niet absoluut: de vrucht van de aarde was voor iedereen gezamenlijk geschapen. Daarom hadden arme mensen, als ze hongerig waren, ook het recht om de door de velden van de rijken te struinen en te eten wat ze nodig hadden. Dat zie je ook terugkomen in het Bijbelverhaal van Ruth en Naomi, die tijdens hun reizen leven van andermans akkers. De rijke persoon die alles voor zichzelf hield, die was schuldig aan diefstal. De rijke handelaren en grootgrondbezitters werden zo door dit gebod gewezen op de verantwoordelijkheden die hoorden bij hun eigendom.

Killing the Commons

ANALYSE - Noam Chomsky over het verloren gebruik van publiek bezit en gebruik van land, het systeem van privé-eigendomsrechten dat ervoor in de plaats kwam (ook wel kapitalisme genoemd) en de inmiddels even merkbare als tragische gevolgen voor de planeet van dat systeem – die à propos de quasi-rationele wijsheid van de zogeheten “tragedy of the commons” duidelijk weerspreken.

(plus een link naar een gratis .pdf-je van de 150-jarige-jubileumeditie van The Nation waar dit stuk deel van uitmaakt … )

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.