Bezeten van bezit

'Gij zult niet stelen' is een duidelijk gebod. Het is lekker kort, en volstrekt duidelijk. Eigendom is heilig. 'Lag het maar zo simpel...' verzucht prof. dr. Hans Achterhuis tijdens de achtste lezing in de reeks 10 geboden revisited. Want wanneer ben je nu eigenlijk een dief, en wanneer niet? Sinds de bankencrisis is een grote verontwaardiging opgerezen over de manier waarop bankiers zichzelf ongestraft kunnen verrijken ten koste van anderen. Maar wat ze doen is geen stelen, of toch?. Het idee van diefstal veronderstelt een bepaalde definitie van bezit, en dat is er een die in de loop van de tijd veranderd is. Daarom, het achtste gebod opnieuw bekeken. Eerlijk zullen we alles delen Achterhuis legt uit dat het gebod in de zesde eeuw voor Christus eigenlijk precies het omgekeerde betekende van onze hedendaagse opvatting. Eigendom was in het oude Israël niet absoluut: de vrucht van de aarde was voor iedereen gezamenlijk geschapen. Daarom hadden arme mensen, als ze hongerig waren, ook het recht om de door de velden van de rijken te struinen en te eten wat ze nodig hadden. Dat zie je ook terugkomen in het Bijbelverhaal van Ruth en Naomi, die tijdens hun reizen leven van andermans akkers. De rijke persoon die alles voor zichzelf hield, die was schuldig aan diefstal. De rijke handelaren en grootgrondbezitters werden zo door dit gebod gewezen op de verantwoordelijkheden die hoorden bij hun eigendom.

Killing the Commons

ANALYSE - Noam Chomsky over het verloren gebruik van publiek bezit en gebruik van land, het systeem van privé-eigendomsrechten dat ervoor in de plaats kwam (ook wel kapitalisme genoemd) en de inmiddels even merkbare als tragische gevolgen voor de planeet van dat systeem – die à propos de quasi-rationele wijsheid van de zogeheten “tragedy of the commons” duidelijk weerspreken.

(plus een link naar een gratis .pdf-je van de 150-jarige-jubileumeditie van The Nation waar dit stuk deel van uitmaakt … )

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.