Wat lokale politiek verliest met een hogere kiesdrempel

Een gastbijdrage van Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 resulteerden in 593 eenpersoonsfracties; een aantal dat nog wel zal groeien door afsplitsingen. Er leven zorgen dat gemeenteraden met zoveel kleine fracties niet goed kunnen functioneren. Verhoging van de kiesdrempel wordt vaak gezien als oplossing, omdat daarmee minder of geen eenpersoonsfracties kunnen worden verkozen in gemeenteraden [1]. Maar wat zou de lokale politiek daarmee verliezen? Dat is geen gemakkelijke vraag, omdat er opvallend weinig feitelijke informatie is over de toegevoegde waarde van eenpersoonsfracties. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hebben we  onderzoek gedaan om die kennislacune te vullen [2]. Dat is van belang om de discussie over een hogere kiesdrempel inhoudelijk te voeren. Het perspectief van eenpersoonsfracties zelf In discussies over fragmentatie en de mogelijke invoering van een kiesdrempel komen eenpersoonsfracties zelf weinig aan het woord. Daarom hebben we gemeenteraadsleden die eenpersoonsfracties vormden in de zittingsperiode 2018-2022 geïnterviewd. We namen een verscheidenheid aan eenpersoonsfracties onder de loep om zo een onderbouwd beeld te kunnen geven van de verschillende manieren waarop zij hun rol vormgeven. Zo spraken we met raadsleden die voor een landelijke, regionale dan wel lokale partij uitkwamen, die in grotere en kleinere raden zitting hadden, die wel en niet in het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren, en die verkozen of afgesplitst waren. We vroegen hen hoe ze in de raad waren gekomen en naar hun ervaringen met koersbepaling, controle, en de ondersteuning die zij kregen bij deze werkzaamheden. Hoewel vervolgonderzoek nodig is om te verklaren wat de precieze verklarende kracht is van fractieomvang voor de bijdrage van eenpersoonsfracties in gemeenteraden, kunnen we al enkele voorlopige conclusies en aanbevelingen formuleren. Het is hard werken, maar eenpersoonsfracties kunnen het verschil maken Naar eigen zeggen is het hard werken als enig raadslid van een partij. Ook is met een zetel de invloed in de raad beperkt, zo erkennen eenpersoonsfracties. Niettemin is de eerste voorlopige conclusie dat ze het verschil kunnen maken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat raadsleden van eenpersoonsfracties regelmatig worden uitgeroepen tot raadslid van het jaar – zowel in lokale als landelijke competities. Daarnaast kunnen eenpersoonsfracties bij eerstvolgende verkiezingen buitengewoon succesvol zijn, zoals Behoorlijk Bestuur Den Helder (van 1 naar 7 zetels) en DOED Duiven (van 1 naar 5 zetels). Daarnaast kunnen ze invloed uitoefenen als ze noodzakelijk zijn voor een meerderheid, of dat nu is om met een motie van wantrouwen een college ten val te brengen of om juist een nieuw college te vormen. De Rotterdamse eenpersoonsfractie van CU/SGP kon bijvoorbeeld als coalitiepartij direct het collegebeleid beïnvloeden – in tegenstelling tot het veel grotere Leefbaar Rotterdam (11 zetels). Ondanks de verschillen tussen fracties, zijn de uitdagingen veelal hetzelfde Raadsleden van eenpersoonsfracties bouwen vaak sneller ervaring op dan andere raadsleden, doordat ze over meer dossiers het woord voeren. Bij hun beperkte capaciteit is het echter lastiger voor hen om een stempel te drukken op complexe dossiers. Ondanks dergelijke verschillen is de tweede voorlopige conclusie dat eenpersoonsfracties vooral voor dezelfde uitdagingen staan als andere fracties, waarvan de omvang vaak maar net iets minder klein is. Eenpersoonsfracties kunnen net als veel andere fracties vaak maar beperkte middelen inzetten in de campagne om in de raad te komen. Eenpersoonsfracties kunnen net als andere fracties met zichtbare inzet voor inwoners aan waardering en invloed winnen, binnen de gemeente én binnen het gemeentebestuur. Eenpersoonsfracties kunnen net als andere fracties scherper invloed uitoefenen door niet te proberen alle dossiers globaal te volgen, maar te focussen op een aantal onderwerpen. Eenpersoonsfracties kunnen net als andere fracties steun vinden voor hun plannen door verbindend op te treden. En net als andere fracties kunnen eenpersoonsfracties hun voordeel doen met steunfracties en informatie-uitwisseling via app-groepen met partijgenoten in de regio. Er zijn veel meer factoren dan fractiegrootte die waarde van (eenpersoons)fracties bepalen Een derde voorlopige conclusie is dat er allerlei andere factoren zijn dan fractiegrootte die de invloed van eenpersoonsfracties bepalen – net als bij andere fracties overigens. Dat betreft bijvoorbeeld de verhoudingen tussen de oppositie en coalitie, de werkwijze van het college en de ervaring en het gezag waarop een raadslid kan bogen. De vierde voorlopige conclusie is vervolgens dat er goede en slechte eenpersoonsfracties zullen zijn, afhankelijk van hun eigen kaliber, maar ook van de ruimte die de raad in zijn geheel, en de coalitie en het college in het bijzonder, bieden voor hun inbreng. En die conclusie zal ook gelden voor grotere fracties. Er zullen zo goede grote fracties zijn die op allerlei dossiers de agenda kunnen bepalen en het college scherp houden en er zullen slechte grote fracties zijn met interne conflicten, klapvee en/of gebrek aan steekhoudende bijdragen. Hogere kiesdrempel lokaal niveau betekent ook verlies van goede eenpersoonsfracties Het simpele antwoord op de vraag wat lokale politiek verliest bij een hogere kiesdrempel is daarom: slechte én goede eenpersoonsfracties. Of er verhoudingsgewijs meer slechte eenpersoonsfracties dan slechte andere fracties zijn, moet uit nader onderzoek nog blijken. Als afgesplitste eenpersoonsfracties vooral bestaan uit mensen die moeilijk kunnen samenwerken, dan zal dat hen ook hinderen om effectief verbindend op te treden. Daarnaast zou nader onderzoek kunnen laten zien of een gemeenteraad minder goed functioneert als er veel kleine fracties zijn – dan moet de griffie immers ondersteuning verspreiden over veel spelers, en zouden vergaderingen niet veel meer dan puntige opsommingen van standpunten kunnen zijn in plaats van een uitwisseling van argumenten. Dat nader onderzoek onderstreept echter het belang om eerst feitelijk verder in beeld te brengen of fragmentatie, en eenpersoonsfracties in het bijzonder, nu het functioneren van gemeenteraden eigenlijk wel negatief beïnvloeden. Zolang dat beeld er niet is, zijn pleidooien voor verhoging van kiesdrempels in de lokale politiek voorbarig. De verhoging van een kiesdrempel zou dan zonder goede onderbouwing immers ook het einde betekenen van goede eenpersoonsfracties. Noten [1] Zie o.m. Nora Vissers (2022). Policy paper 13: Kiesdeler als kiesdrempel bij gemeenteraadsverkiezingen, de oplossing tegen het probleem van versnippering? Den Haag: Montesquieu Instituut. [2] Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis (2023). De potentiële waarde van eenpersoonsfracties. Utrecht: Universiteit Utrecht. Over de auteurs Hans Vollaard is universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit Utrecht. Hij doet onderzoek naar lokale, provinciale en waterschapsdemocratie. Daarnaast bestudeert hij Europeanisering van het decentraal bestuur. Eerder publiceerde hij onder meer over Euroscepsis in Nederland, Europese desintegratie, en christelijke partijen. Lars van Rooij is student-assistent bij het departement Organisatie- en Bestuurswetenschap van de Universiteit Utrecht. Barbara Vis is hoogleraar Politiek en Bestuur aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschappen van de Universiteit Utrecht en coördinator van de tweejarige master Research in Public Administration and Organization Science. Haar onderzoek richt zich onder meer op het gedrag van politici, in het bijzonder hun besluitvorming.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.