Deutschland über alles

Het is het grootste naoorlogse taboe wat we kennen: voor Duitsland zijn. Het is iets wat in je prille puberteit ontstaat wanneer je merkt liever zuurkool dan stamppot te eten. Een paar jaar later smaakt een Bitburger je beter dan een Heineken en zoen je met ene Heidi. Je kunt meer nummers van Rammstein van a tot z meezingen dan van De Dijk en Doe Maar en je droomt van je favoriete auto: een dikke witte Mercedes met drie zwarte strepen die over het midden van de motorkap naar de kont lopen. Opeens weet je het. Je bent voor Duitsland. Vriendjes vinden het maar vreemd dat je liever de Kicker leest dan het onvolprezen Voetbal International. Je vader begrijpt er niets van dat je Mario Basler drie klassen beter vindt dan ‘pitbull’ Edgar Davids. Ook het kunnen smullen van een feilloos uitgevoerde Schwalbe door een Duitse anti-held als Andy Möller kan bij weinigen op begrip rekenen. Het leven als fan van Die Mannschaft is niet bepaald eenvoudig. Alsof je als muziekliefhebber moet bekennen dat Zanger Rinus goede teksten schrijft. Het is iets waar je niet voor durft uit te komen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.