Geachte mevrouw natte blafhoest

Ach, wie maak ik ook wat wijs: niks “geachte”. Ik acht u helemaal niet. Dat hoeft ook niet, u heeft geen flauw idee wie ik ben en u gaat dit nooit lezen, dus zelfs voor de beleefdheid hoeft het niet. Maar toch schrijf ik u (zonder achting dus), omdat ik er een beetje de pest in heb. Ik stond vorige week namelijk in een winkel, en daar stond u ook. Met uw natte blafhoest. Non-stop te kuchen en te rochelen. Ik weet het, we doen alsof de pandemie over is. We negeren de onderzoeken die er op wijzen dat Covid kan leiden tot hersenkrimp, langdurige schade aan het immuunsysteem en tal van aandoeningen die je serieus niet wil hebben. Net als dat we langdurige Covid grotendeels negeren. Maar het ding is: ook vóór Covid was dit al asociaal. Dat half ziek bacteriën en virussen rondsproeien in de openbare ruimte. Sommigen dragen het soms zelfs als badge of honor, doodziek naar het werk gaan en daar alle collega’s aansteken. I’m on that grind, mothafucka, kijk mij eens werken zelfs terwijl ik ziek ben. En niet bedenken dat die paar uren dat je zelf ziek aan het werken bent en bovendien maar matig productief bent, voor een verlies van een veelvoud aan productieve uren van collega’s zorgt. De tering. Maar ik dwaal af, mevrouw natte blafhoest. Als u alleen was geweest, dan had mijn naïeve ik nog kunnen denken dat u misschien eenzaam was, boodschappen moest hebben, en kind noch kraai had om u te helpen. Maar we stonden in een winkeltje met beetje luxe eten, eigenlijk. En u was niet alleen, maar met gezelschap, lekker een uitje aan het houden met de meiden (nou ja, dames). Beetje beppen, beetje winkelen, beetje snot in het rond sproeien. Afijn. Ik wil uw Covid niet. Ook niet uw griep, uw RS, uw ordinaire verkoudheid, helemaal niets. Doe normaal. Zoals gezegd, het wás al asociaal, je ziek tussen de mensen begeven alsof er niets aan de hand is en dan anderen besmetten, maar in tijden van Covid is het echt tyfusasociaal. Niet meer doen dus, alstublieft.

Door: Foto: Yuri Samoilov (cc)

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.