Mother Hale’s duizend baby’s
Harlem is een van de meest beroemde buurten van Amerika, het epicentrum van Afro-Amerikaanse cultuur en politiek. Het is ook een van de armste wijken van New York. Sargasso-correspondent Dimitri Tokmetzis woont er met zijn jonge gezin middenin en doet wekelijks verslag over het razendsnel veranderende leven in de wijk en daarmee over het razendsnel veranderende leven in de Verenigde Staten. Vandaag de zevende aflevering: Mother Hale.
Ik hoorde voor het eerst van Mother Hale toen we een kinderdagverblijf in de buurt zochten. Gek genoeg viel dat niet mee. Gezien de strenge veiligheidseisen willen veel dagverblijven geen baby’s: één leidster voor twee kids. Bij het Mother Hale Learning Center (ja, zelfs baby’s moeten al vroeg een competitive advantage te krijgen voor Yale of Harvard) zijn alle kinderen welkom.
Het kinderdagverblijf is wat je ervan verwacht, heel gewoontjes. Netjes, professioneel, duizenden regeltjes en duur. Dat is niet altijd zo geweest. De opvang heeft een roemruchtig verleden, een geschiedenis waar armoede en zelfredzaamheid twee in elkaar verstrengelde rode draden waren.
Het begon allemaal bij Clara ‘Mother’ Hale. Het is lastig om een stuk te schrijven over haar te schrijven zonder dat het een hagiografie wordt. Want sjonge, wat een verhaal.
Clara Hale (1905-1992) kwam zelf uit een arm, maar verstandig gezin in North Carolina. Met haar man verhuisde ze eind jaren twintig naar Harlem, New York. Haar man kwam al vroeg te overlijden en Hale stond er op het dieptepunt van de Grote Depressie alleen voor om haar twee kinderen op te voeden. Haar dochter behaalde een PhD op Columbia University, dus ze heeft iets goed gedaan. Overdag maakte ze huizen schoon. ’s Avonds bioscopen. Ondertussen paste ze af en toe op buurtkinderen.