Armeense kwestie of genocide?

Genocide afdoen als een ‘kwestie’ is eigenlijk geschiedvervalsing. Een gastbijdrage van Jan Keuken. De Armeense kwestie? Of de Armeense genocide? Het is maar net aan wie je het vraagt, en wanneer je het vraagt. Het onsmakelijke woordenspel rondom de volkerenmoord op de Armeense bevolkingsgroep komt elk jaar wel een keer in de media naar voren. Inmiddels heeft de Nederlandse overheid hier gelukkig duidelijkheid over gegeven. Het is niet helemaal naar de wens van de Tweede Kamer, die wil graag ook de noemer genocide gebruiken, maar er wordt in ieder geval een standpunt ingenomen. Turkije en de Turkse minderheden in de Westerse landen reageren telkens als door een wesp gestoken als het thema aan bod komt. De vergelijkingen rondom de Holocaust en andere verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis worden regelmatig getrokken. Is dit terecht, of speelt er iets anders?

Foto: Opgelet, onderstaande tekst kan sporen van ironie bevatten

KRAS | Turkshaming

Een partij met vooral Turkse kaderleden stemde in de Tweede Kamer tegen de vaststelling dat de Armeense genocide heeft plaatsgevonden, of nou ja, het was misschien wel heel vervelend allemaal van die doden, maar er gingen zoveel mensen dood en om nou per se hier een punt van te maken dat was vooral een potje turkshaming en … enfin, om de onwelgevallige gebeurtenis goed uit te melken vroegen ze een hoofdelijke stemming aan en nagelden de Turken van andere partijen vervolgens vrolijk aan de schandpaal in het moederland. Turkshaming, zeg maar, maar dan anders.

De voorman verscheen op de Erdoganbuis en beet de erkenners toe dat ze moesten kiezen aan welke kant ze stonden. Die kon ik niet helemaal volgen. Ik had namelijk het idee dat de kamerleden van GroenLinks, SP, PvdA en VVD een duidelijke keus gemaakt hadden. Ze zijn in de eerste plaats Nederlander. De identiteitscrisis drukt waarschijnlijk niet op hen.

Foto: Riccardof (cc)

Elders in de wereld moet men over de eigen schaduw heenstappen

In Algerije vinden vandaag verkiezingen plaats. Tot nu toe is daar geen sprake van een Arabische Lente, maar de autoriteiten staan wel onder druk om hervormingen door te voeren. Zij presenteren de verkiezingen dan ook als een belangrijke stap op weg naar democratische hervormingen. Een hoge opkomst zal de verkiezingen in hun ogen legitimiteit geven. Onder de bevolking overheerst echter cynisme en apathie. Velen zien er niet het nut van in om te gaan stemmen. In het verleden verliepen verkiezingen oneerlijk en verkiezingen zullen weinig veranderen aan de problemen van alledag, zoals werkloosheid, hoge prijzen, schaarste en slechte woonomstandigheden.

De Egyptische krant Al Ahram stelde deze week de vraag of de islamisten afgeschilderd worden als de nieuwe boeman van Egypte. Sinds de islamisten in maart de parlementsverkiezingen wonnen, maken velen zich zorgen over de inperking van de vrijheid van meningsuiting en andere burgerrechten, met name die van vrouwen en minderheden. Rechtszaken zoals die tegen de acteur Adel Imam, die werd beschuldigd van blasfemie, versterken die angst. De islamisten zelf zeggen dat de liberalen en de restanten van het oude regime hen proberen zwart te maken. Ze wijzen dan bijvoorbeeld op de kwaadaardige geruchten die verspreid worden, zoals de hoax dat mannen na het overlijden van hun vrouw nog wel seks met haar zouden mogen hebben. Het dwingt de salafisten in ieder geval om snel politiek volwassen te worden. Zo nam Nour onlangs al afstand van salafistisch presidentskandidaat Abu Ismaïl, die vrouwen op termijn wil verplichten de niqaab te dragen en niet buitenshuis te werken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wilders moet opkomen voor Abou Jahjah

[i]GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Huub Bellemakers van Overalleseenmening.nl.[/i]

Dyab Abou Jahjah (Foto: Wikimedia Commons)

Een tijdje terug was het hommeles tussen de regering en Geert Wilders. De regering deed immers niet genoeg om het Britse inreisverbod van Wilders aan de kaak te stellen. Nu heeft Wilders de kans zichzelf écht geloofwaardig te maken. Belgische ophitser Abou Jahjah mag ook Engeland niet binnen.

Geert Wilders is al niet bijster consequent als het gaat om de vrijheid van meningsuiting. Boekverbieden doet hij graag. Vandaag werd ook nog eens bekend dat zijn partij op grote schaal uitspraken laat verdwijnen van een van z’n partijgenoten. Uitspraken van een Europese kandidaat die niet overtuigd was van het woord genocide als het gaat om de massamoord op Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Maar Wilders heeft nu de kans zich echt uit te spreken voor de vrijheid van meningsuiting. Abou Jahjah is een triest figuur, die mensen tegen elkaar opzet en de integratieproblematiek in België een stuk ingewikkelder heeft gemaakt. Maar ook dat soort mensen moeten Engeland in mogen. En Wilders dient ook onze regering daarop aan te spreken. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.