Ethiek van de voortplanting

Er verschijnt de laatste tijd meer en meer interessant werk in de ethiek van de voortplanting. Daniel Friedrich kreeg van The Journal of Applied Philosophy  de prijs van beste artikel van het jaar 2013 voor zijn artikel ‘A duty to adopt?’, Christine Overall oogstte grote belangstelling met haar boek  Why Have Children?: The Ethical Debate, recent verscheen een bundel Permissible Progeny? The Morality of Procreation and Parenting. De moraliteit van ouderschap en voortplanting –  waarover gaat dit eigenlijk? Zoals zal blijken was De Dag van de Aarde best een goed moment om hier enkele gedachten aan te wijden. De eerste gedachte die in mij opkomt: bestaat er wel zoiets als een ethiek van de voortplanting? Of wordt dit domein bijvoorbeeld door publicatiedrang in het leven geroepen? Het is een tamelijk nieuw en onontgonnen (en dus spannend) terrein, maar misschien is dat zo om een goede reden?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.