De PvdA in Amsterdam Zuid-Oost heeft door de krampachtige bescherming van haar eigen fractieleden niet alleen het vertrouwen in de integriteit van de politiek beschadigd, maar ook nog eens verschillende ondersteunende instanties tegen elkaar uitgespeeld. Hoe eigenbelang de publieke zaak kan schaden.
Het verhaal is bekend. Na geluiden over gesjoemel met subsidies en belangenverstrengeling, vroeg de PvdA in Amsterdam Zuid-Oost om een onafhankelijk onderzoek. Met steun van de deelraad ging de Rekenkamer toen aan de slag.
Eind juni vorig jaar kwam ze met haar rapport. Zeven raadsleden, waarvan 4 actieve PvdA’rs blijken niet zuiver geweest te zijn. Drie worden zelfs beticht van zelfverrijking.
De PvdA zet de drie onder grote publieke druk op non-actief.
Maar in plaats van zich er dan verder bij neer te leggen, te accepteren dat dit in het belang is van geloofwaardige politiek, schakelen ze BING in voor een zogenaamde Second Opinion.
De term Second Opinion is echter zeer misleidend. Het suggereert namelijk dat het onderzoek van de Rekenkamer met een verse blik wordt overgedaan. Dat is dus niet zo. Bij onderzoeken is het altijd van belang goed naar de opdrachtformulering te kijken. Ook nu levert dat een interessant perspectief:
“De bevindingen hebben ertoe geleid dat drie op de lijst van de PvdA gekozen raadsleden niet langer deel uitmaken van de PvdA-fractie. Vanuit de behoefte om zorgvuldig met personen om te gaan en om de grondslag voor deze beslissing te waarborgen, heeft de fractie van de PvdA Amsterdam Zuidoost besloten de betrokken personen de gelegenheid te geven hun verweer door een onafhankelijk bureau aan een second opinion te onderwerpen.”
Het komt er dus op neer dat BING alleen die zaken heeft onderzocht waar de drie personen vonden dat het niet klopte of waarvoor ze nieuw materiaal hadden die de beschuldigingen in een ander daglicht zouden plaatsen.