Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (3)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos. Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen (lees ook deel 1 en deel 2). Vandaag het derde en laatste deel: de gevolgen wanneer het gelijkwaardigheidsmodel landelijk zou worden ingevoerd en hoe kan vervolg worden gegeven aan dit onderzoek. Macro-economische effecten van het gelijkwaardigheidsmodel Misschien wel de belangrijkste voordelen van het gelijkwaardigheidsmodel is dat er een andere economie ontstaat in de wereld, leidend tot een eerlijker inkomensverdeling en betere zorg voor het milieu. Wel moet dan iedereen willen meedoen met het gelijkwaardigheidsmodel. En dat is nog zeer onzeker. Het gelijkwaardigheidsmodel moet zich eerst maar eens op kleine schaal zich bewijzen. Laten we veronderstellen dat alle Nederlandse ondernemingen gebruik maken van het gelijkwaardigheidsmodel. We beschouwen dan het effect voor de belastingen en de inflatie in vergelijking tot het bestaande aandeelhoudersmodel. Effect voor de belastingen Omdat het inkomen uit arbeid en kapitaal komen door een gelijkwaardige beloning, hoeft de inkomstenbelasting geen onderscheid meer te maken uit inkomsten uit vermogen (kapitaal) en inkomsten uit werk (arbeid). Dan kan het inkomen (uit arbeid + vermogen) worden belast in box1 en kan box3 verdwijnen. Hiermee wordt vermogen veel zwaarder belast dan in het huidige systeem. Geadviseerd wordt ook vermogenswinst (-verlies) als inkomsten mee te nemen bij de belastingheffing. Met deze argumentatie voor hogere belasting voor hoge inkomens, vooral uit vermogens, wordt invulling gegeven aan de pleidooien voor een betere wereld (eerlijker en groener) door de professoren Hickel [1], Zucman [2] en Piketty [3]. Effect voor de inflatie De arbeidsinkomensquote wordt door de gelijkwaardigheid van kapitaal en arbeid hoger: lonen/(lonen + dividend of rendement), maar dan voor alle ondernemingen. Het aandeel lonen zal toenemen t.o.v. het rendement door het stemrecht van de ondernemingsraad. Als de productiekosten toenemen, dan zal de onderneming deze kostentoename willen afwentelen via hogere verkoopprijzen. Voor het rendement van de onderneming maakt het niet uit, want de marge tussen verkoop en productiekosten blijft onveranderd. Voor de consument betekent veel prijsverhogingen inflatie. Het gevolg is vaak dat de omzet in de loop van de tijd afneemt en daarmee ook de bedrijfsresultaten. Als reactie daarop daalt het rendement en daarmee het dividend en de lonen. Gevolg is dat de productiekosten weer omlaag gaan en daarmee de verkoopprijzen, wat gevolg kan hebben voor de omzet. Dit herstelproces doet zich alleen voor in het gelijkwaardigheidsproces, waar dividend en lonen ook kunnen dalen. Gevolg: inflatie/deflatie zal sterk worden gedempt. De betekenis hiervan is groot. Prijzen kunnen stijgen en dalen. Dat geldt ook voor de salarissen. Dat is de kern van de vrije markt van vraag en aanbod. Dan moet je vooral zorg dragen dat salarissen ook kunnen dalen. Dan is er ook geen paniek meer voor instortende markten als er even wat deflatie is. De vrije markt lost dat weer op als kapitaal en arbeid gelijkwaardig worden behandeld. Meestal zal er wel enige vorm zijn van inflatie als gevolg van product schaarste, zoals nu met fossiele brandstoffen. De markt heeft dan enige tijd nodig om via innovaties nieuwe oplossingen te zoeken. Grote inflatie lijkt zo te worden beperkt. Prijsstabiliteit wordt weer als doel gesteld. Dat mechanisme van vraag en aanbod moet ook voor financiële instellingen gelden. Hierbij is de prijs voor geld de rente. In een vrije markt moeten elke financiële instelling hun rentetarieven tonen bij vraag uit de markt. Dat betekent ook dat de Europese Centrale Bank (ECB) zich moet onthouden van het vaststellen van de rente. De ECB moet zich vooral richten op de geldhoeveelheid die passend moet zijn voor de economische activiteit in de maatschappij. Voorwaarde voor een goed functioneren van de vrije markt is een goede controle op de uitvoering van de vrije markt en het bewaken van vormen van prijsafspraken tussen concurrerende partijen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor de financiële markten en de Autoriteit Consument en Markt (ACM)  voor de overige marktsectoren. NB. In haar halfjaarlijkse economische ramingen (juni 20023) stelt De Nederlandsche Bank dat overheid, vakbonden en werkgevers meer moeten doen om de hardnekkige inflatie in Nederland de kop in te drukken. De overheid moet begrotingsdiscipline tonen, werknemers moeten terughoudend zijn in looneisen en werkgevers moeten accepteren dat dat hun winstmarges lager uitvallen. Hieruit blijkt duidelijk hoever het denken van deskundigen is afgedreven. Werkgevers moeten werknemers eerlijker belonen en aandeelhouders relatief minder en de overheid moet vermogen meer belasten en lonen minder. Het gelijkwaardigheidsmodel draagt de nodige ideeën aan om anders tegen de economie aan te kijken dan door de bril van werkgevers en aandeelhouders (de bril van geld en niet de bril van werk). Hoe verder: Onderzoek organisatorische gevolgen gelijkwaardigheidsmodel Bepalend voor het gelijkwaardigheidsmodel is de gelijke behandeling van kapitaal en arbeid. Beide horen bij de onderneming en krijgen zo een plek op de balans van de onderneming. Dat betekent een nieuwe jaarrekening met een stelselwijziging tot gevolg. Dit is een geweldige ingreep met grote technische, juridische en financiële consequenties. Graag willen we eerst inzicht krijgen in de praktijk wat de organisatorische ervaringen zijn met het gelijkwaardigheidsmodel zonder dat de jaarrekening al is aangepast. Dat geeft tevens de ruimte om vervolgonderzoek te doen naar gevolgen voor een mogelijke nieuwe jaarrekening. Het onderzoek richt zich op de ervaringen van één of meer pilotorganisaties die gaan werken met het gelijkwaardigheidsmodel, maar wel de huidige jaarrekening handhaven. Werken met gewogen stemrecht tussen aandeelhouders en werknemers (via de ondernemingsraad) Ervaren hoe de ondernemingsraad met stemrecht functioneert in de stakeholdersvergadering en in het overleg met de leiding van de onderneming. Ervaren hoe de ondernemingsraad haar ontbrekende kennis en ervaring aanvult met kennis en ervaring van buitenaf (te beginnen met hulp van vakbonden). Ervaren hoe de ondernemingsraad nieuwe stijl de werknemers betrekt in haar controletaak. Tevens hoe de ondernemingsraad de werknemers oproept om misstanden te melden. Afleiden post lonen van de post dividend (als voorgesteld door de leiding). Hiervoor wordt het menselijk vermogen bepaald. Beoordelen van de voorstellen van de leiding omtrent dividend en lonen in afwijking van punt e op basis van nieuwe investeringsplannen, kapitaal- en arbeidsmarkt. Zo nodig voorstellen tot wijziging indienen. Beoordeling geschiedt door ondernemingsraad met zaakvoerders. Het onderzoek moet worden begeleid door een wetenschappelijke instelling. Noten: [1] Less is more, how degrowth will save the world’ door Jason Hickel. [2] The Hidden Wealth of Nations, door Gabriel Zucman. [3]‘Kapitaal en ideologie’, door Thomas Piketty. Zie ook dit artikel op Sargasso. Over de auteur: Ries van der Vos (opgeleid als wiskundige en econometrist) is gepensioneerd en houdt zich bezig met vraagstukken omtrent rechtvaardige inkomensverdeling en klimaatverandering. Hij schreef twee boeken: ‘Financieel kapitaal versus Menselijk kapitaal’ en ‘Een andere kijk op economie’. Over het gelijkwaardigheidsmodel schijft hij ook op zijn website.

Door: Foto: kiki99 (cc)
Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (2)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Deel 1 verscheen 12 juli. Vandaag deel 2: Welke gevolgen heeft het gelijkwaardigheidsmodel voor de jaarrekening van bedrijven?

Nieuwe jaarrekening

We hebben vastgesteld dat kapitaal en arbeid behoren tot bedrijfsassets van de onderneming. Beide horen op de balans. Arbeid is geen kostenpost meer in de resultatenrekening.
De vraag die dan moet worden opgelost is: ‘Wat is de waarde van het menselijk kapitaal en menselijk vermogen’ en ‘hoe verhoudt zich het financieel (eigen) vermogen zich ten opzichte van het menselijk vermogen’.

Voor de waarde van het menselijk kapitaal hebben we gebruik kunnen maken van een methodiek die door de OESO, het CBS en CPB ook worden toegepast voor onderzoek naar menselijk kapitaal op landelijk niveau [1]. Feitelijk is hier dan sprake van een stelselwijziging.

Voorbeeld:
In onderstaande voorbeeld is bij de start het menselijk kapitaal berekend op 15,4 en het menselijk vermogen dus ook op 15,4. Het volgende boekjaar is het menselijk kapitaal berekend op 15,5. Het menselijk vermogen is dan ook 15,5, maar er is 0,1 toegevoegd aan de pensioenreserves, maakt het menselijk vermogen 15,6.  Gemiddeld menselijk vermogen wordt 15,5 en voor het eigen vermogen gemiddeld 4,5.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

KPN haalt streep door aandeelhouderskapitalisme

Aldus het NRC:

KPN haalt daarmee volgens de krant definitief een streep door het ‘aandeelhouderskapitalisme’ dat onder de vorige topman Ad Scheepbouwer hoogtij vierde. Een dergelijke cultuur is volgens Blok niet langer “in het belang van de langetermijntoekomst van het bedrijf”, zo stelt hij.

Onder het bewind van Scheepbouwer werd tussen 2001 en 2011 ruim zestien miljard euro teruggegeven aan aandeelhouders. Dat gebeurde in de vorm van dividend of door aandelen in te kopen. Het uitgekeerde bedrag was volgens de zakenkrant in sommige jaren zelfs hoger dan KPN in dat jaar verdiende.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel

Een gastbijdrage van Ries van der Vos.

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Vandaag het eerste deel: Kritiek op het aandeelhoudersmodel en aanzet tot het gelijkwaardigheidsmodel.

Aandeelhoudersmodel niet van deze tijd

Het aandeelhoudersmodel is ontstaan in een tijd waarin werknemers laag geschoold waren, het arbeidsaanbod hoog was en kapitaal nog schaars was en daardoor arbeid laag werd beloond.

De huidige werknemers zijn hoog geschoold via hoog kwalitatieve opleidingen op LBO-, MBO-, HBO- en universitair niveau. Veel werk is schaars geworden, terwijl er kapitaal in overvloed is. De rol van arbeid is sinds de opkomst van de informatiemaatschappij in de jaren 70 van de vorige eeuw veel specialistischer geworden. Productieketens en productieprocessen worden steeds complexer. De rol van internet heeft het mogelijk gemaakt productieketens te koppelen, zelfs over landsgrenzen heen.
De vraag naar arbeid is groter dan het aanbod.

Centrale banken hebben de afgelopen decennia zorg gedragen voor ruim aanbod van kapitaal en in het laatste decennium zelfs in extreme mate via kwantitatieve verruiming en negatieve rentes. Dit heeft geleid tot een hausse aan investeringen in onder andere aandelen en vastgoed. Het gevolg is dat er een schuldenmaatschappij is ontstaan bij overheden, bedrijven en burgers, met alle risico’s wanneer er moet worden geherinvesteerd tegen hogere rentes in latere jaren.
De vraag naar geld is kleiner dan het aanbod.

Foto: DennisM2 (cc)

Om het behoud van de vrijemarkteconomie

RECENSIE - Pessimisme is voor losers’: de correspondentie tussen een criticus van het hedendaagse kapitalisme en een topman uit het internationale bedrijfsleven.

Onder de titel ‘Dit kan niet waar zijn‘ publiceerde de journalist Joris Luyendijk een paar jaar geleden een inkijkje in de Britse financiële wereld. Het bleek allemaal nog veel erger dan we ooit hadden gedacht. Nu is Luyendijk ingegaan op een uitnodiging van oud-topman Kees van Lede om een jaar lang te corresponderen over de actuele gang van zaken in het grote bedrijfsleven, de bonuscultuur, de netwerken aan de top, de onrechtvaardige inkomensverdeling, belastingen, de klimaatverandering en meer hedendaagse thema’s waarin macht en moraal een grote rol spelen.

Kees van Lede (1942) was bestuursvoorzitter van het chemieconcern AkzoNobel, voorzitter van werkgeversvereniging VNO, president-commissaris van de Nederlandse Bank, bestuurder bij een reeks van nationale en internationale ondernemingen en op dit moment nog lid van de adviesraad van JPMorgan, de grootste bank ter wereld. Van Lede bekent ondanks al zijn ervaringen in het bedrijfsleven weinig te voelen voor het schrijven van memoires. Hij wil wel graag het debat aangaan met een vertegenwoordiger van een jongere generatie over de vraag waar het met het economisch systeem dat hij zo lang gediend heeft naar toe moet. Want hij ziet dat er wel wat veranderen moet en hij is ook niet ongevoelig voor de kritiek op het bedrijfsleven zoals die de afgelopen jaren steeds vaker te horen is -onder andere op basis van Luyendijks boek.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.