Sarkozy vreest nieuwe mei ’68
Tot een paar jaar terug werd 1968 gezien als een soort wonderjaar. De babyboomers, die toen het maatschappelijk debat nog domineerden, zagen het als het jaar waarin zij collectief de wereld probeerden te veranderen. De verbeelding aan de macht, en dat soort slogans. En wee het gebeente van de niet-babyboomer die het waagde om de erfenis van ’68 ter discussie te stellen (bijvoorbeeld door de zeggen dat er uiteindelijk niet zoveel bereikt is).
Dit veranderde met de generatiemachtswissel van de laatste paar jaar. Het is nu plotseling hip om 1968 (en voor Nederland eigenlijk 1969) te zien als jaar van geweld, gezagsondermijning en krankzinnige linkse ideologie. Gezicht van die stroming is zonder twijfel Nicholas Sarkozy, die meermalen de aanval heef ingezet op het “immorele” erfgoed van 1968. Sarkzoy’s doel is om moraal, respect voor autoriteit en vaderland en arbeidsethos weer centraal in de Franse samenleving te krijgen, en een frontale aanval op alles wat linkse babyboomers ooit hebben gedaan en geroepen lijkt de beste manier om dat te bereiken.
Helaas voor Sarkozy zijn er tekenen dat de huidige generatie Europese jongeren een andere kant uit wil. De rellen in Griekenland van de “600-euro-generatie” (zo genoemd omdat 600 euro het maandsalaris is waar jongeren tot gedoemd lijken te zijn) staan niet op zichzelf. In landen als Spanje en Italie, en niet in het laatst in Frankrijk zelf, staan jongeren voor een behoorlijk uitzichtloze situatie. Niet voor niets heeft Sarkozy al gezegd een terugkeer van 1968 te vrezen. De economische crisis lijkt daarnaast de kans op grootschalige rellen alleen maar te vergroten.