Statiegeld als bijverdienste: herwonnen vrijheid en autonomie

Wie kent ze niet, de mensen die zeulen met zakken vol flesjes en blikjes. Minder bekend is dat zij zich weer vrij en autonoom voelen. Ook sociaal werkers moeten daaraan wennen, zeggen antropoloog Mara Voss en persoonlijk begeleider Arnold Haverkort.

Lege bierkratten op kamers van bewoners, rondzwervende blikjes in de hal en buurtbewoners die aanbellen bij de zorginstelling met zakken statiegeld voor ‘die meneer met de baard.’ Sinds de invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes zie ik (Arnold Haverkort) het allemaal, op de zorglocatie van het Leger des Heils waar ik werk. Veel bewoners hebben hun dagbestedingsproject recentelijk ingeruild voor het verzamelen van blikjes en flesjes.

Zoekend

Sinds een jaar zijn er grote veranderingen op de woongroep zien. Bewoners die eerder met moeite van hun kamer te krijgen waren, gaan nu vroeg op pad om statiegeld te verzamelen. ‘Ik zie veel positieve dingen. Ze hebben zelf een dagstructuur gecreëerd, bewegen meer en verdienen hun eigen geld.’

Velen verzamelen liever flesjes en blikjes dan naar de dagbesteding te gaan

Ik werk met bewoners met een triple diagnose: een licht verstandelijke beperking (LVB), psychiatrie en verslaving. Velen verzamelen liever flesjes en blikjes dan naar de dagbesteding te gaan. Voorheen gingen sommigen vooral naar de dagbesteding om iets te verdienen, niet altijd, omdat ze het leuk vonden. Nu hebben ze een keuze.

Verdiend

De veranderingen komen mede voort uit een al langer bestaande ontevredenheid over de vergoeding van opgelegde dagbestedingsprojecten. De uitkering, ongeveer 75 procent van het minimuminkomen, die bewoners maandelijks ontvangen, ervaren zij niet als beloning voor hun arbeid op bijvoorbeeld een zorgboerderij. Of zij nu wel of niet gaan, hun uitkering blijft hetzelfde.

Velen vinden het statiegeld een goed alternatief voor een dagvergoeding

De sociologe Charlotte Albers en hoogleraar Actief Burgerschap Monique Kremer schreven al eerder dat bewoners met een LVB de 8 euro die zij ontvangen voor een werkdag bij een dagbestedingsproject ervaren als uitbuiting. Het voelt bovendien niet als echt werk.

Velen vinden het statiegeld een goed alternatief voor een dagvergoeding. Met statiegeld verzamelen is 40 euro per dag te verdienen, zonder korting op de uitkering. Daarnaast biedt het bewoners regie over hun inkomsten. Ze kunnen zelf bepalen hoeveel flesjes en blikjes zij verzamelen. Het inlevermoment na iedere verzamelronde gaat gepaard met een directe beloning voor hun inspanning: contant geld maakt de beloning tastbaar.

Eigen baas

De bewoners vinden het ook belangrijk om zélf hun dag in te delen. Ze bepalen nu zelf wanneer ze opstaan, naar buiten gaan. Bij dagbesteding moet je ergens zijn, op een vast moment. Statiegeld verzamelen geeft ze vrijheid. Ze bellen hun bewindvoerder minder, omdat ze minder geld nodig hebben en voelen zich minder afhankelijk.

Bij dagbesteding ontbreekt dat gevoel van eerlijkheid, en de motivatie

Die vrijheid weegt zwaar, zeker als tegenover de verplichtingen van een dagbesteding slechts 8 euro staat. Zoals de sociologe Judith Elshout (2016) beschrijft: wanneer een werkgever bepaalt wat je moet doen, compenseert een fatsoenlijk salaris die machtsverhouding. Bij dagbesteding ontbreekt dat gevoel van eerlijkheid, en de motivatie.

Vrijgevochten

Hoewel de participatiesamenleving mensen wil aanspreken op wat zij kunnen, blijft zichtbare waardering en beloning, zoals de doelgroep dat zelf graag wil, vaak uit. Wanneer we oog hebben voor de leef- en ervaringswereld van de doelgroep kunnen we het verzamelen van statiegeld veel beter begrijpen als een manier om los te breken uit de ongelijkwaardige en afhankelijke positie waarin zij zich vaak bevindt.

Het verzamelen van blikjes en flesjes is een toegankelijke vorm van arbeid waarin mensen uit de doelgroep zich zelfstandig, vrij en effectief voelen. Het doet denken aan negatieve vrijheid zoals de Britse filosoof Isaiah Berlin dit beschreef.

Het is vrijheid van inmenging en betutteling vanuit het systeem

Statiegeld verzamelen is niet alleen een bijverdienste, maar ook een daad van zelfbeschikking. Een manier om zich los te maken van regels, hulpverleners en systemen die hen steeds iets lijken op te leggen. Het is vrijheid van inmenging en betutteling vanuit het systeem.

Grenzen

Aan statiegeld verzamelen zijn ook risico’s verbonden. Voor sommige bewoners is het vooral een middel geworden om hun verslaving te bekostigen. Ze gebruiken meer, eten slechter, lopen de hele dag en vallen af. Sommigen missen zoveel maaltijden dat ze inmiddels aan de nutridrink zitten.

Waar ze vroeger bedelden en daarbij soms een broodje kregen toegestopt, blijven ze nu in beweging — op jacht naar blikjes. Die focus kan zo sterk worden dat het dwangmatig gedrag wordt, waardoor ze zelfs doktersafspraken vergeten. Ik loop soms met iemand mee in de hoop op een gesprekje. Maar vaak krijg je geen contact — alles draait om het vinden van blikjes.

Botsingen

De uiteenlopende reacties van zorgprofessionals op het statiegeld-dilemma onthullen botsende systeemlogica’s én het ontbreken van een definitie van wat participatie inhoudt. Wanneer we de participatiesamenleving reduceren tot een kostenbesparende strategie van een terugtrekkende staat, met zelfredzaamheid als centraal mantra, dan zijn Arnolds bewoners juist het toonbeeld van succesvolle participatie.

Als ondernemende burgers creëren zij hun eigen kansen, los van institutionele kaders. Toch reageren sociaal werkers op de vloer vaak nerveus bij het idee om op hun handen te zitten, niet in te grijpen en de verantwoordelijkheid bij de bewoners te laten. Ze beroepen zich op hun rol als zorgverlener en voelen zich verplicht hun cliënten te beschermen.

Deze zorgzaamheid is begrijpelijk, maar kent ook een keerzijde. Sociaal werkers sporen cliënten aan tot participatie vanuit de overtuiging te weten wat goed voor hen is, zonder voldoende rekening te houden met de leefwereld van hun cliënten. Het spanningsveld weerspiegelt een verstrengeling van twee systemen: het neoliberale ideaal van de zelfredzame burger en het resterende ethos van de betuttelende verzorgingsstaat.

Het gaat over de vraag of sociaal werkers durven te luisteren naar wat cliënten belangrijk vinden

Daarbij ligt de nadruk vaak en te veel op participatie in de vorm van arbeid, terwijl participatie, volgens hoogleraar Participatie en Diversiteit Tineke Abma, van oorsprong gaat om inspraak en invloed in het maatschappelijk debat.

De vraag is niet wat goede participatie inhoudt. Het gaat veel meer over de vraag of sociaal werkers durven te luisteren naar wat hun cliënten belangrijk vinden, ook als dat staat dat haaks op hun idee van wat zinvol is? Durven ze mee te bewegen, ook als ze de controle moeten loslaten?


Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Mara Voss is antropoloog en docent Social Work aan de Hogeschool van Amsterdam, Arnold Haverkort is persoonlijk begeleider bij Domus+ van het Leger des Heils

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*