serie

Verloren Oudheid

Iedereen spreekt schande van de vernietiging van het voorislamitische erfgoed in landen als Syrië, Libië, Egypte en Irak. Maar niemand weet wat dat van culturen waren. Historicus Daan Nijssen legt uit.


Foto: daisy.images (cc)

Hoe pleeg ik een coup in het Oude Nabije Oosten?

COLUMN - Stel je woont in het Oude Nabije Oosten en je bent ontevreden over de huidige machthebbers. De alleenheerser van dienst doodt en martelt naar willekeur en legt zijn volk zware arbeid en hoge belastingen op. Als sociaal geëngageerd persoon wil je hier graag verandering in brengen. Nu is het mogelijk om met een legertje gelijkgestemden de huidige koning af te zetten, maar daar begint de ellende pas. Als je niet op dezelfde manier aan je einde wil komen als je voorganger, moet je met een aantal zaken rekening houden.

Hang niet de revolutionair uit
Dit is de kern van mijn advies. De beschavingen van het Oude Nabije Oosten, met de daarbij behorende machtsstructuren, behoren tot de oudste ter wereld. Deze zijn in de loop der eeuwen tot stand gekomen en functioneren ook al eeuwenlang prima. De meeste mensen willen daarom niet van de monarchie of de geestelijkheid af. Men kent wel samenlevingen zonder erfopvolging of georganiseerde religie, maar dat zijn evident barbaarse samenlevingen die veel minder geordend, vreedzaam en welvarend zijn. Een beschaafde samenleving wordt geregeerd door een koning die het mandaat van de goden heeft en door hen gestuurd wordt. 

Gebruik ‘rebel’ niet als geuzennaam
Het woord ‘rebel’ heeft in het Oude Nabije Oosten geen positieve connotaties. Natuurlijk zijn er mensen die in opstand komen tegen de machthebbers, maar zij zullen zichzelf nooit rebellen noemen. Een opstandeling die erin slaagt zijn voorganger af te zetten (Cyrus, Darius) is geen rebel, maar niemand minder dan de rechtmatige koning. De echte rebel is de vorige koning (Nabonidus, Smerdis), die tegen de goden in opstand is gekomen en daarom door hen in de steek is gelaten. 

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | De Oxusbeschaving

COLUMN - Tussen 2300 en 1700 v. Chr. bloeide in Centraal-Azië een ware rivierdalbeschaving. De Oxusbeschaving, ook wel Bactria Margiana Archaeological Complex (BMAC) genoemd ontsprong langs de oevers van de rivieren Murghab en Oxus (Amu Darya) en telde tientallen ommuurde steden. De Oxusbeschaving heeft mogelijk een belangrijke culturele invloed uitgeoefend op de Indo-Arische stammen die door het gebied heen trokken. Uit de religie van deze Indo-Ariërs kwam vervolgens het hindoeïsme voort. Hieronder volgt een bespreking van de mogelijke sporen die de Oxusbeschaving heeft nagelaten in deze religie.

Opkomst van de Oxusbeschaving
Omstreeks 6000 v. Chr. vestigden de eerste landbouwers zich op de noordelijke hellingen van de Kopet Dag. Waarschijnlijk stamden zij direct af van de vroegste landbouwers uit het Nabije Oosten. Door gebruik te maken van irrigatielandbouw wisten deze landbouwers de rivierdalen van de Oxus en de Murghab te koloniseren. Omstreeks 4100 v. Chr. namen zij technieken voor koperbewerking over van migranten van de Iraanse hoogvlakte en omstreeks 2300 v. Chr. leerden zij ook brons bewerken. Niet lang daarna groeiden de eeuwenoude landbouwnederzettingen uit tot grote steden. Deze steden werden omringd door dubbele of zelfs driedubbele verdedigingsmuren en in al deze steden werden indrukwekkende monumentale bouwwerken opgericht. Het handelsnetwerk van deze steden reikte tot in het Indusdal en besloeg vrijwel de gehele Iraanse hoogvlakte.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | De Opkomst van het Perzische Rijk – Deel 4

COLUMN - In mijn vorige column schreef ik hoe Cyrus de Grote in een reeks imposante veldtochten bijna het gehele Midden-Oosten aan zijn gezag onderwierp. Kenmerkend aan zijn veroveringen is dat hij telkens de bestaande machtsstructuren intact liet en hierop voort bouwde. De Medisch-Perzische stammencoalitie bleef een los samenwerkingsverband tussen Medische en Perzische stammen, koninkrijken als Armenië, Lydië en Bactrië bleven losse koninkrijken en het Babylonische Rijk bleef grotendeels in dezelfde vorm voortbestaan. Het enige verschil was dat Cyrus nu bij al deze mogendheden aan de top van de piramide stond. Cyrus lijkt weinig te hebben gedaan om zijn verzameling koninkrijken om te vormen tot een gecentraliseerde staat. Hij was in de eerste plaats een veldheer die geïnteresseerd was in het verwerven van roem in de strijd. De gedecentraliseerde aard van het vroege Perzische Rijk zou zich echter al snel wreken.

De regering van Cambyses
Toen Cyrus in 530 v. Chr. stierf volgde zijn zoon Cambyses hem op. Cambyses stond voor de moeilijke opgave de reputatie van zijn vader als legendarisch veldheer te evenaren en hij was daarin redelijk succesvol. Zo wist hij Egypte aan zijn rijk toe te voegen, al lijkt hij daarbij op veel weerstand te zijn gestuit. Terwijl Cambyses bezig was zijn gezag in Egypte te consolideren, stelde hij zijn jongere broer Smerdis aan als gouverneur over de oostelijke delen van zijn rijk. Smerdis lijkt erg populair te zijn geweest onder het volk en in 522 v. Chr. besloot hij zichzelf uit te roepen tot koning. Daarop besloot Cambyses terug te keren naar Perzië, maar onderweg stierf hij onder onduidelijke omstandigheden. Smerdis was nu alleenheerser over het Perzische Rijk.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | De Opkomst van het Perzische Rijk – Deel 3

COLUMN - In mijn vorige column schreef ik hoe de Medische stammen zich eind zevende eeuw v. Chr. onder leiding van Cyaxares verenigden in een stammencoalitie. Deze stammencoalitie dreef de Scythen terug en organiseerde veldtochten naar Assyrië. Als snel sloten ook voorheen machtige koninkrijken als Urartu en Mannea en een deel van de Scythen zich aan bij het bondgenootschap, mogelijk om samen een sterk front te vormen tegen het nu oppermachtige Babylonische Rijk. Dit bondgenootschap lag aan de basis van het Perzische Rijk. De vraag is nu hoe dit Medische Rijk Perzisch is geworden. Hiervoor duiken we eerst in de voorgeschiedenis van de Perzen.

De Perzen
Oorspronkelijk waren de Perzen waarschijnlijk een subgroep van de Meden. Omstreeks 700 v. Chr. leefden zij in de regio Kermanshah in Noordwest-Iran, maar rond 650 v. Chr. trokken zij naar de regio Fars in Zuidwest-Iran. Fars stond destijds bekend als Anshan en vormde het oostelijke deel van het koninkrijk Elam. Hoewel de verwoesting van de Elamitische hoofdstad Susa in 653 v. Chr. tot de politieke neergang van Elam had geleid, bleef de Elamitische cultuur overheersend in de regio. De Perzen vestigden zich tussen de Elamieten van Anshan en namen daar onder leiding van de clan der Achaemeniden de macht over. De Perzen namen vele gebruiken over van de Elamieten, waaronder hun administratieve systeem en het gebruik van Elamitisch als administratieve taal. Het Perzisch-Elamitische koninkrijk Anshan werd al snel en van de meest stabiele en welvarende koninkrijken van Iran tijdens de Duistere Periode.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | De Opkomst van het Perzische Rijk – Deel 2

COLUMN - In mijn vorige column schreef ik hoe de Medische krijgsheren onder bescherming van de Assyrische koning steeds machtiger werden. Een krijgsheer die door de Assyrische koning werd erkend kon op diens steun rekenen wanneer zijn gezag van onderop werd betwist. Hierdoor kreeg het ‘ambt’ van stamhoofd een meer permanent karakter. Bovendien leidde de Assyrische kolonisatie tot een toename van de handel langs de Khorasan-route. De Medische krijgsheren verrijkten zich en lieten heuvelforten, heiligdommen en zuilenhallen bouwen.

Het einde van de Assyrische overheersing
Uitgaande van deze situatie kan men zich goed voorstellen dat het einde van de Assyrische overheersing verstrekkende gevolgen moet hebben gehad voor de Meden. Welke gevolgen dat precies waren is moeilijk te achterhalen. De Assyrische bronnen maken na 656 v. Chr. geen melding meer van de Meden en in het archeologisch bestand is te zien dat veel heuvelforten in deze periode worden verlaten. Waar eerst krijgsheren met hun entourage vertoefden, nemen nu herders met hun vee hun intrek. Om te achterhalen welke ontwikkelingen zich in de Duistere Periode tussen 670 en 550 v. Chr. hebben voltrokken zijn we aangewezen op een klein aantal Babylonische en Hebreeuwse bronnen en Griekse auteurs als Herodotus, die veel later schreven. Het idee dat de Meden in deze Duistere Periode een wereldrijk hebben gesticht is vooral gebaseerd op het werk van Herodotus.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | De opkomst van het Perzische Rijk – Deel 1

COLUMN - Antieke wereldrijken waren vaak weinig meer dan de privéondernemingen van succesvolle krijgsheren. Zolang een krijgsheer de plaatselijke adel, geestelijkheid en bureaucratie zo ver kon krijgen zijn bevelen op te volgen, kon hij beweren over dat gebied te heersen. Deze krijgsheren waren sterk afhankelijk van de goodwill van de plaatselijke elites en de grillen van het lot. Als we de opkomst en ondergang van oude wereldrijken willen begrijpen, moeten we ons dus eerst afvragen welke factoren deze plaatselijke elites ertoe bewogen zich te onderwerpen aan één leider. Een goed voorbeeld van een antiek wereldrijk dat in een oogwenk tot stand lijkt te zijn gekomen is het Perzische Rijk.

Binnen enkele decennia verenigden de Perzen bijna het gehele Midden-Oosten in één wereldrijk. Over de voorgeschiedenis van het Perzische Rijk bestaan nog veel onduidelijkheden. Griekse bronnen stellen dat het Perzische Rijk voort bouwde op een eerder Medisch Rijk, maar voor zo’n Medisch Rijk is nooit hard bewijs gevonden. Sterker nog, de periode waarin het Medische Rijk op haar hoogtepunt zou zijn geweest valt te typeren als een Duistere Periode. Als er geen Medisch Rijk was, hoe is het Perzische Rijk dan tot stand gekomen? En wat is de rol van de Meden hierin?

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | Kleitabletten als inzet van rechtszaak

COLUMN - Op 3 maart 2013 interviewde ik Wouter Henkelman, Associate Professor aan de École Pratique des Hautes Études. Sinds 2006 is hij met een kleine groep specialisten bezig de teksten uit het Persepolis Fortification Archive (hierna PFA) te vertalen en uit te geven. Het Persepolis Fortification Archive geeft gedetailleerde informatie over de organisatie en administratie van het Perzische rijk. Het archief was destijds inzet van een controversiële rechtszaak.

De rechtszaak
Op 4 september 1997 bliezen drie zelfmoordterroristen zichzelf op in de Ben Yehuda straat te Jeruzalem. De aanslag werd vervolgens opgeëist door Hamas. Aangezien Hamas financiële steun ontvangt van de Iraanse overheid, hebben enkele Amerikaanse overlevenden de Iraanse overheid voor het federale gerecht gesleept en smartengeld geëist. De rechter heeft de klagers gelijk gegeven, maar de Iraanse overheid is niet van plan de schadevergoeding te betalen. Om het smartengeld alsnog binnen te halen heeft de advocaat van de overlevenden, David J. Strachman, geopperd de kleitabletten van het Persepolis Fortification Archive aan de hoogste bieder te veilen. De tabletten zijn officieel in bezit van Iran maar liggen sinds 1937 in bruikleen op het Oriental Institute te Chicago. Als de tabletten geveild worden, raken ze waarschijnlijk verloren voor de wetenschap. Niet door verwaarlozing of door oorlog, maar door een Amerikaanse rechtszaak wordt dit erfgoed nu bedreigd.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid – Waarom vernietigt IS cultureel erfgoed?

COLUMN - Op 13 november werd de archeologische site Nimrud door Iraakse regeringstroepen bevrijd. Hiermee heeft Nimrud de twijfelachtige eer de eerste plaats in Irak te zijn waar de door IS aangerichte schade nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zoals al werd gevreesd zijn de zichtbare overblijfselen van het indrukwekkende noordwestelijke paleis van Ashurnasirpal II grotendeels verwoest. Nog schokkender is de systematische sloop van de ziggurat (tempeltoren). Oorspronkelijk was deze 61 meter hoog en tot voor kort torenden de ruïnes nog 43 meter boven het maaiveld uit. IS blijkt echter kosten noch moeite te hebben gespaard om ook deze overblijfselen met bulldozers plat te walsen.

Waarom vinden wij het erg?
Het meest schokkende aspect van dit culturele vandalisme is de systematiek die erachter schuilgaat. De systematische uitroeiing van zes miljoen joden vanwege hun etnische achtergrond schokt ons ook meer dan de dood van tientallen miljoenen soldaten op de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog. Systematische vernietiging van mensen en erfgoed heeft vrijwel altijd een oorsprong in ideologische motieven. Een ideologie die sommige mensen en ideeën geen bestaansrecht gunt beangstigt ons, zeker als wijzelf het slachtoffer dreigen te worden. Het is dan ook interessant om te zien hoeveel westerlingen de vernietiging van oosterse oudheden verafschuwen. Blijkbaar identificeren wij ons toch in zekere mate met deze oudheden en IS begrijpt dat heel goed. Het culturele vandalisme is een symptoom van een ideologische strijd. Het is daarom van belang om beide ideologieën goed te begrijpen.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | Wie waren de Arameeërs?

COLUMN - In mijn vorige columns heb ik de Arameeërs al enkele malen genoemd. Deze losse groep herdersstammen afkomstig uit het huidige Syrië verspreidde zich tussen 1100 en 600 v. Chr. over het gehele Nabije Oosten. Als gevolg hiervan werd hun taal de voertaal van de regio. Dankzij de belangrijke positie van het Aramees ontstond in het Nabije Oosten een soort overkoepelende Aramese etniciteit waar bijna alle Semitische volken van de regio in op leken te gaan. Hoe is deze overkoepelende etniciteit ontstaan? Een lesje etnische identiteit in de Oudheid…

Oorsprong van de Arameeërs
De naam ‘Aram’ is waarschijnlijk afgeleid van het proto-Semitische woord voor ‘hoogland’. Een geografische aanduiding dus. Het is dan ook geen verrassing dat we deze naam al vanaf het derde millennium hier en daar in inscripties aantreffen. Pas rond 1100 v. Chr. raakt de naam ‘Arameeër’ echter geassocieerd met een volk. In deze periode van grote volksverhuizingen begonnen de nomadische herders die voorheen op de Syrische steppe hadden geleefd zich te verspreiden naar de steden van Syrië en Mesopotamië. De Assyriërs noemden hen ‘Ahlamu’, wat zoveel betekent als ‘zwervers’. Een deel van deze Ahlamu – de Ahlamu van het hoogland – kwamen bekend te staan als de Arameeërs. Deze Arameeërs vestigden tussen 1100 en 800 v. Chr. enkele middelgrote koninkrijken in Syrië, waaronder Bit Adini (Beth Eden), Hamath (Hama) en Damascus. Het laatste koninkrijk was een van de grootste rivalen van het oude Israël.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | Palmyra – Stad van Duizend Zuilen

COLUMN - Vorige week en de week daarvoor schreef ik al over de opkomst van karavaansteden in het Nabije Oosten. Rond het begin van onze jaartelling vielen grote delen van de bewoonde wereld onder het gezag van drie grote wereldrijken: het Romeinse, het Parthische en het Chinese. Hierdoor brak een periode van vrede aan en nam de langeafstandshandel een grote vlucht. Op voorheen onherbergzame plekken langs handelsroutes kwamen steden tot bloei die vanwege hun economische en strategische positie veel politieke macht konden verwerven. Een van de meest invloedrijke karavaansteden was Palmyra, gelegen in het huidige Syrië.

De ruïnes van Palmyra met de Palmyreense bergrug op de achtergrond. Foto van James Gordon, 7 oktober 2006.

De ruïnes van Palmyra met de Palmyreense bergrug op de achtergrond.
Foto: James Gordon, 7 oktober 2006.

Palmyra voor de Romeinen
Palmyra, door de plaatselijke bevolking Tadmor genoemd, werd omstreeks 2000 v. Chr. gesticht als handelspost aan de al-Qubur oase. De oorspronkelijke inwoners waren waarschijnlijk Amorieten; West-Semitische herdersstammen die met hun kuddes over de Syrische steppes trokken en handel dreven in de oases. Rond 1100 v. Chr. verschenen de Arameeërs in de regio, die qua taal en levenswijze weinig van de Amorieten verschilden. In deze periode was Palmyra nog niet erg belangrijk. Weinig handelaren trokken rechtstreeks door de woestijn. De meesten gaven de voorkeur aan een route door Noord-Syrië, langs de voet van het Taurusgebergte. Met de opkomst van de Arabische specerijenhandel werd Palmyra iets belangrijker. Meestal had de stad een semi-autonome status binnen de wereldrijken die haar overheersten, maar veel politieke macht had de stad niet.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | Vroegste geschiedenis van de Arabieren

COLUMN - Vorige week schreef ik al over de Arabische koningen van Hatra. Het door hen opgerichte koninkrijk Araba was samen met het bekendere koninkrijk Nabatea een van de eerste staten die als ‘Arabisch’ te typeren zijn. Hoewel nomadische Arabieren al vanaf de negende eeuw v. Chr. in het Nabije Oosten aanwezig waren, lijken ze pas in de Parthische periode soevereine staten te zijn gaan vormen. Hoe is dit te verklaren?

Arabische handelsroutes. Auteur: Like tears in rain (https://fr.wikipedia.org/wiki/Utilisateur:Like_tears_in_rain)

Arabische handelsroutes.
Auteur: Like tears in rain (https://fr.wikipedia.org/wiki/Utilisateur:Like_tears_in_rain)

Oorsprong van de Arabieren
Tussen 2200 en 1800 v. Chr. werd de Levant getroffen door een langdurige droogte. Akkerbouw werd steeds minder rendabel en steeds meer inwoners van de Levant besloten zich in stamverband te organiseren en over te gaan op een nomadische leefwijze. Met hun kleinvee trokken deze stammen over de steppes aan de rand van de Arabische woestijn. Sommige van deze nomadische stammen vielen Mesopotamië binnen, waar ze bekend kwamen te staan als de Amorieten. Andere stammen trokken zuidwaarts, langs de kust van de Rode Zee. De stammen die zuidwaarts trokken raakten geïsoleerd van hun verwanten in de Levant en gingen Centraal Semitische talen spreken. Zij waren de voorouders van de Arabieren.

Levenswijze van de Arabieren
De meeste Arabieren leefden in tijdelijke tentenkampen. Sommigen vestigden zich echter in permanente nederzettingen bij oases, waar ze extensieve akkerbouw beoefenden. In deze oasenederzettingen leefden soms wel duizenden mensen bij elkaar en werd ook veel handel gedreven. Regelmatig kwamen de nomadische Arabieren naar de oasenederzettingen toe om voedsel, wapens en kleding van de sedentaire bevolking te kopen in ruil voor producten van de dieren uit hun kuddes. Bovendien hadden veel oasenederzettingen een regionaal heiligdom waar meerdere stammen bijeenkwamen om gemeenschappelijke goden te vereren.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid | Hatra – Een Parthische karavaanstad

COLUMN - Afgelopen zondag is de coalitie van Iraakse regeringstroepen en de Koerdische Peshmerga begonnen aan een grootschalig offensief om Mosoel te bevrijden. Het nieuws komt druppelsgewijs binnen. De coalitie ligt voor op schema, verschillende dorpen in de omgeving van Mosoel zijn al bevrijd en de ruïnes van Nimrud zijn ontzet. Op het moment is er nog veel onduidelijk vanwege de oorlogsmist. Zodra de bevrijding van Mosoel is voltooid zal ik hier uiteraard een column aan wijden. Vandaag ga ik het echter hebben over Hatra.

Na de val van het Nieuw-Assyrische Rijk (744-605 v. Chr.) werd het Assyrische grondgebied grotendeels overgenomen door de Babyloniërs (626-539 v. Chr.). Later verenigden de Achaemeniden (550-330 v. Chr.) Groot-Iran, Anatolië en Centraal-Azië onder hun gezag en onderwierpen ze het Babylonische Rijk. Het Achaemenidische Rijk werd ten val gebracht door Alexander de Grote (336-323 v. Chr.), na wiens dood het Nabije Oosten verdeeld raakte onder verschillende Macedonische generaals. De afstammelingen van generaal Seleucus (312-141 v. Chr.) kwamen over Mesopotamië te heersen en stichtten daar verschillende Griekse steden. In 141 v. Chr. werd Mesopotamië veroverd door de Parthen, een Iraans volk afkomstig uit het huidige Turkmenistan. Zij waren de eerste Iraanse dynastie die er na de val van het Achaemenidische Rijk in slaagde Iran en Irak in één rijk te verenigen.

Vorige Volgende