serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Een verdronken klooster

ACHTERGROND - Het IJsselmeer is historisch gezien één van de interessantste gebieden van Nederland. Rond 500 vóór Christus was het niet meer dan een binnenwater dat bekendstond als Flevomeer. Een groot deel van wat nu water is was destijds land, al bestond het voor een groot deel uit veengronden. Toen de Friezen die in de Middeleeuwen afgegroeven, ontstond een opening, het Vlie, waardoor het zeewater, geholpen door een stijging van de zeespiegel tijdens het Middeleeuws klimaatoptimum, het gebied kon binnenstromen en veel land blank kon zetten. De binnenzee kwam nu A(e)lmere te heten. Later sloeg het water middels diverse vloeden met vernietigende kracht toe en kwam het water Zuiderzee te heten, tot het uiteindelijk na vele eeuwen in 1933 werd getemd door de Afsluitdijk en het IJsselmeer werd genoemd.

In mijn blog van 11 februari j.l. schreef ik al over hoe een compleet eiland (Nagele) in die tijd onder de zeespiegel verdween. Het land dat overspoeld werd was dun bevolkt, maar van de dorpjes is niets teruggevonden en alleen een paar namen zijn in documenten overgeleverd: Espele, Tollebeek, Luttelgeest, Marenesse, Sevenhusum, Lemmerbroek, Kunresyl, Sileham, Ruthe, Algoterp en nog een paar meer, met dank aan het negende-eeuwse klooster Sint Odoluphus te Stavoren dat al deze namen geboekstaafd heeft, maar over dit klooster straks meer.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Thierry Baudet moet huilen

COLUMN - Ik had een halve fles wijn op en voor mijn doen was ik vroeg gaan slapen. Oftewel: ik ging geheid een onrustige nacht tegemoet. Lag ik langer dan een half uur wakker, dan probeerde ik voor elke letter van het alfabet tien plaatsnamen op te noemen. Alkmaar, Amsterdam, Arnhem… Breda, Bussum, Brakel… Bij de C krijg ik dan altijd een probleem, want verder dan Castricum en Capelle aan de IJssel kom ik niet.

Langzaam maar zeker dwalen mijn gedachten weg van de plaatsnamen en ben ik ineens te gast bij Eva Jinek. Samen met Thierry Baudet en Theo Hiddema. Ik hang verveeld in mijn stoel en gooi pindaatjes mijn mond in. Thierry Baudet klaagt dat hij fascist wordt genoemd.

‘Misschien moet je dan geen fascistische dingen zeggen’, zeg ik laconiek. Thierry Baudet eist op hoge toon bewijzen. Hij zwaait theatraal met zijn vingertje. 

Ik herinner hem aan zijn uilenspeech waarin hij onze elite, onze kunstenaars, onze architecten, onze universiteiten en onze bestuurders verweet onze superieure samenleving te ondermijnen. ‘Je noemde ze nog net geen vijanden van het volk, maar het scheelde niet veel’, zeg ik. ‘En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was, riep je een paar dagen later het meldpunt voor linkse leraren in het leven. Als dat niet fascistisch is…’

Foto: daisy.images (cc)

Notre-Dame: middeleeuwse wetenschap, muziek en legenden

Ik ben altijd geneigd de Notre-Dame van Parijs in kwantitatieve en niet in kwalitatieve termen te beschrijven. De kerk mag dan een uniek voorbeeld zijn van vroeg-gotische bouwkunst, verder is alles gewoon alleen maar groot. De kerk zelf is groot, het hoofdorgel is groot maar klinkt niet echt mooi en er is in de loop der tijd het nodige aan gesleuteld, net als aan de kerk zelf.

In 1845 heeft de thans omstreden architect Eugène Viollet-le-Duc de kathedraal volgens de mode van die tijd behoorlijk opgeleukt, bijvoorbeeld met de vieringtoren, de ‘Flèche’, die bij de recente brand zo dramatisch brandend neerstortte en die tot mijn persoonlijke voldoening niet als zodanig herbouwd zal worden.

Daarnaast is de Notre-Dame naast een enorme toeristische trekpleister (gemiddeld 10 miljoen bezoekers per jaar) symbool van Parijs – alsof de Eiffeltoren nooit gebouwd is – of zelfs van geheel Frankrijk, een stuk Frans chauvinisme waar wij Nederlanders, op de francofielen na, toch weinig mee hebben. Er zijn diverse kerken in Parijs en kathedralen in Frankrijk die als gebouw fraaier en interessanter zijn en belangwekkender kunstschatten en orgels bevatten. Voor mij schuilt de waarde van de Notre Dame van Parijs in heel andere dingen en daarvoor ga ik terug naar zijn tijd van ontstaan, de Middeleeuwen.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Juventus – Ajax

COLUMN - Mijn zoon mocht de eerste helft kijken. Zijn hart bonkte uit zijn borst, zo spannend vond hij het. Mijn vrouw vroeg hoe het ging. Ik riep dat Juventus duidelijk beter was. Mijn zoon vond van niet. Oké, ze hadden meer balbezit dan Ajax, maar het leidde nergens toe. Niet lang daarna kopte Ronaldo de 1-0 binnen. Zo gaat dat. Ik had er een hard hoofd in. Mijn zoon bleef optimistisch. Niet lang daarna werd het 1-1. Mijn zoon kwam bij mij op schoot zitten. Of eigenlijk op mijn buik.

In de zomer van 2007 was ik met mijn lief op vakantie in Sicilië. Onze zoon zou er nog twee jaar niet zijn. In Agrigento ontmoetten wij een Ierse jongen met wie ik sprak over de Champion’s League Finale van Manchester United tegen Bayern München in 1999. In de zesde minuut kwam München op voorsprong. In de 91e minuut werd het 1-1. En in de 93e minuut won Manchester met 2-1. De Duitsers bleven ontgoocheld achter. Historische avond, ook omdat het de eerste keer was dat de Ierse jongen ’s avonds op mocht blijven om samen met zijn vader een voetbalwedstrijd te kijken. 

Omdat Ajax in tweede helften vaak boven zichzelf uitstijgt, was een historische avond niet langer ondenkbaar: mijn zoon mocht blijven kijken. Terwijl Ajax in de tweede helft inderdaad weer een stuk beter speelde, was ik op mijn telefoon bezig om te kijken of we dit jaar naar Vietnam zouden gaan. Eigenlijk hadden we vorige week al willen boeken, maar toen puntje bij paaltje kwam, raakte ik in paniek. Inmiddels was ik al wat meer aan het idee gewend. Mijn zoon vond niet dat ik niet zo met mijn telefoon bezig moest zijn. Hij had gelijk. Ik legde mijn telefoon weg. (Inmiddels besloten om naar Slovenië te gaan.)

Foto: daisy.images (cc)

Middeleeuws recht en de ‘Sachsenspiegel’

ACHTERGROND - Wat is recht?

Over wat ‘recht’ in de zin van ‘rechtspraak’ is en hoe het gehanteerd moet worden valt een behoorlijke boom op te zetten, iets wat men in de discipline die ‘rechtsfilosofie’ heet dan ook doet. Wat men onder ‘recht’ verstaat is tijd-, plaats- en cultuurgebonden. Je hoeft het begrip ‘sharia’ maar te laten vallen en zowel voor- als tegenstanders zijn meteen klaar wakker. En wordt met een volksgericht ook recht gedaan?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd door de bezetter in Nederland ook ‘recht gesproken’, wat door de gemiddelde Nederlander echter niet als ‘recht spreken’ ervaren werd. Anderzijds zijn er door diezelfde bezetter wetten en regels geïntroduceerd die na de bevrijding bewust niet werden afgeschaft. ‘Recht’ is dus een relatief begrip.

Bijna iedereen in Nederland zal als individu weleens te maken hebben gehad met de rechtspraak, al was het alleen maar in verband met een verkeersboete die men ‘heeft laten voorkomen’. Als vervolgens de boete door de rechter gegrond wordt verklaard, resulteert dat meestal in een minachtend gesnuif van de wetsovertreder, niet alleen omdat de gemiddelde aangeklaagde vindt dat hij of zij per definitie gelijk heeft, maar ook ‘omdat er recht is gedaan’ op basis van een wet die door een externe instantie is opgelegd, ook in een democratische rechtsstaat als Nederland.

Foto: daisy.images (cc)

Goed Volk | De zeemeermin van Fiji – achtergronden bij een broodjeaapverhaal

ACHTERGROND, LONGREAD - De zeemeermin is waarschijnlijk het meest aansprekende zo niet populairste fabelwezen dat er bestaat. Net als de centaur is het een ‘androcefaal’, half mens half dier, maar in tegenstelling tot de mythische centaur (al komt de Fenicische visachtige godin Atargatis als mythisch wezen een eind) vindt de zeemeermin haar oorsprong hoogstwaarschijnlijk in onjuiste waarnemingen van de doejong of Indische zeekoe, één van de zeedieren die vroeger door vissers en zeelieden aangezien werd voor een vreemdsoortig creatuur dat nu eenmaal thuishoorde in de chaos die oceaan heet. Daarnaast bestaat er ook nog de ichtyocentaur (vissencentaur), maar dit terzijde.

Hoewel al in de 16e eeuw anatomisch redelijke correcte afbeeldingen van zeekoeien bestonden – bijvoorbeeld van Guillaume Rondelet in zijn vissenboek van 1558 – bleek het geloof in zeemeerminnen hardnekkig.

In de romantische 19e eeuw maakte men het helemaal bont toen er verhalen opdoken over zeemeerminnen die op een rots aan de kust bevallig hun haren kamden, zoals in 1809 toen de Schotse miss MacKay voor de kust van Caithness een zeemeermin waarnam die haar kapsel aan het bijwerken was, hetgeen bevestigd werd door de plaatselijke schoolmeester Munro die het voorval vermeldde in een brief aan de respectabele krant The Times, die het bericht zonder schroom plaatste.

Foto: daisy.images (cc)

Goed Volk | De Golem – een inventarisatie

ACHTERGROND - In het verlengde van mijn laatste blog over bezielde materie, hierbij het verhaal van de Golem, de uit klei geformeerde kunstmens, leven ingeblazen middels de scheppingskracht van de Godsnaam. Het bekendst is ongetwijfeld de Golem van Praag, maar het fenomeen is ouder en vooral complexer. Om te spreken van een archetype gaat mij te ver, maar van een topos of motief is hier zeker sprake.
cc Flickr Luciano photostream Praga magica. Il Golem. La forza delle parole. Il nome di Dio.

De Golem kent drie tradities: de oorspronkelijke legenden, de orale traditie en de literaire traditie met als hoogtepunt de gelijknamige roman van Gustav Meyrink (1915). Ook kent de Golem diverse functies: van persoonlijke hulp tot verdediger van de gettojoden. De ontwikkeling van Middeleeuwse legende naar literaire traditie is vergelijkbaar met dat van een ander bekend motief: ‘Ahasverus’ of ‘De wandelende Jood’, maar heeft daar verder niets mee te maken. ‘De wandelende Jood’ is geen Joods maar een christelijk motief dat vergelijkbaar is met ‘De Vliegende Hollander’. Daarover in een later blog, niet voor niets vlak na 4 mei.

Etymologie en kabbalistische achtergrond

Een afgeleide vorm van de betreffende Hebreeuwse stam komt voor het eerst voor in één van de psalmen: het 16e vers van psalm 139: גלמי (golmi), het vers dat zowel in de NBG- als in de NBV vertaald wordt met “Uw ogen zagen mijn vormeloos begin”. ‘Golem’ verwijst dus naar vormeloos, ruw materiaal. In de vroeg-middeleeuwse Babylonische Talmoed is de betekenis geëvolueerd naar ‘onvoltooide schepping’. De Kabbala put voornamelijk uit de Talmoed. De Golem heeft een onverbrekelijke link met de Kabbala, vandaar dat alle Golem-verhalen doortrokken zijn van mystiek en magie.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | De uil van Minerva

COLUMN - De oude uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond. Hij zet zich af en begint te vliegen over het land dat die dag nummer vijf bleek te staan op de ranglijst voor gelukkigste landen ter wereld. Er waren nog andere verkiezingen geweest die dag. Gedurende de avond dringt het langzaam tot hem door dat er een politieke aardverschuiving is geweest. Althans, dat is de consensus. Als je iets beter kijkt, dan zie je dat rechts Nederland gewoon weer wat verder versplinterd is.

Later op de avond hoort de uil hoe zijn naam ijdel wordt gebruikt door een narcistische idioot met grootheidswaan. ‘En zo staan we hier vanavond, te elfder ure, te midden van de brokstukken van wat ooit de mooiste beschaving was die de wereld ooit heeft gekend. Een beschaving die alle uithoeken van de wereld bestreek. Vol zelfvertrouwen was. En die de mooiste architectuur, de mooiste muziek en de mooiste schilderkunst voorbracht die ooit onder de sterrenhemel heeft bestaan.’ En de mooiste volkeren heeft uitgemoord en de mooiste landen heeft leeggeplunderd, denkt de oude wijze uil er achteraan. 

De uil hoort hoe zijn naam als opmaat dient om de ondergang van het Avondland te betreuren en een aanval te beginnen op de intellectuele, culturele en bestuurlijke elite: ‘We worden kapot gemaakt door de mensen die ons zouden moeten beschermen. We worden ondermijnd door onze universiteiten, onze architecten, onze journalisten en bovenal: onze bestuurders.’ Hij heeft het nog net niet over de vijanden van het volk, maar veel scheelt het niet.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Bezielde materie

ACHTERGROND - Dat de mens een ziel heeft, staat over het algemeen buiten kijf. Aansluitend kan dan de vraag gesteld worden wat een ziel is en wat het essentiële verschil is tussen ziel en geest. Mensen die van mening zijn dat er überhaupt een verschil is wijzen er op dat de geest een functie van het bijbehorende lichaam is en dat een ziel een afzonderlijke entiteit is en het eigenlijke bewustzijn. Materialisten beweren dat de ziel niet bestaat en dat de geest de bron van het bewustzijn is en derhalve met de dood de betreffende mens ophoudt te bestaan.

Om het nog complexer te maken zijn er ideeën dat de mens meerdere lichamen heeft: een zuiver materieel zij het organisch lichaam en een onstoffelijk etherisch lichaam. Rudolf Steiner onderscheidde zelfs meerdere etherische lichamen. In dit blog gaan we noodgedwongen uit van de aanname dat de ziel een afzonderlijke entiteit is, anders wordt het onderwerp onbespreekbaar. Over de ziel is het nodige gefilosofeerd en in religies geopenbaard, maar dat valt buiten het bestek van deze blog.

Experimentele wetenschap aangaande de ziel kan niet worden beoefend (of het moet in verband met z.g.n. ‘bijna-doodervaringen’ zijn), aangezien de ziel zich samen met al het buiten-materiële onttrekt aan de huidige wetenschapscriteria die uiteindelijk begrensd worden door onze zintuigen en denkvermogen. Materialisten trekken gemaks- en veiligheidshalve dan ook de conclusie dat de ziel niet bestaat. Dat in de discussies ‘ziel’ en ‘geest’ vaak door elkaar worden gebruikt, maakt het geheel er niet transparanter op.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Matthijs van Nieuwkerk

Ooit, ergens in de eerste tien jaar van deze barre eeuw, vond ik Matthijs van Nieuwkerk verfrissend. Hij had leuke dingen gedaan voor Het Parool, presenteerde een origineel programma over voetbal, interviewde met een enthousiasme en interesse die ik destijds niet zo vaak zag en deed als interviewer niet de hele tijd pogingen om zijn gesprekspartner onderuit te halen.

Maar na een paar jaar De Wereld Draait Door had ik het helemaal gehad met deze beroepsbewonderaar. Zijn interviewmethode is al jaren hetzelfde: hij beukt zijn gast murw met een complimenteuze intro waarin de superlatieven over elkaar heen buitelen als ratten die een brandend schip proberen te verlaten, waarna hij zijn gasten naar de bekende weg vraagt. Om nog een keer die ene anekdote te vertellen, om de essentie van het een of ander proberen bloot te leggen of om te beschrijven hoe dit of dat of zus of zo voelt. ‘Neem ons mee’, is een van zijn favoriete zinsneden. Alles in de hoop een memorabele moment te genereren. Met antwoorden die niet langer dan anderhalve zin mogen duren. Toen hij in 2009 tot interviewer van het jaar was uitgeroepen, was voor mij definitief de maat vol.

Foto: daisy.images (cc)

Goed Volk | De basilisk van Warschau

ACHTERGROND - De basilisk is een vanwege zijn kwaliteiten nogal angstaanjagend fabeldier waarvan men tot ver in de Late Middeleeuwen en zelfs in een paar eeuwen daarna geloofde dat het echt bestond. Dat het geloof in dit ondier zo lang heeft stand gehouden komt voornamelijk doordat het voorkomt in de bijbel en wel in de Nederlanden in de 17e eeuwse Statenvertaling die op zijn beurt zwaar leunt op de Deux-aesbijbel uit 1562.

In die tijd had men geen enkele moeite met het bestaan van dit soort wezens. De vertaling van het Hebreeuwse woord צפע is tot op heden niet volledig duidelijk, maar heeft te maken met het verbum ‘sissen’. De statenvertalers hebben om hun ampele redenen dit woord uit Jesaja (vier keer) en Jeremia (een keer) vertaald met ‘basilisk’.

In latere vertalingen, als de basilisk letterlijk naar het rijk der fabelen is verwezen en de kennis van het Hebreeuws is toegenomen, wordt het Hebreeuwse begrip vertaald met termen als ‘serpent’ of ‘giftige slang’ en de vertaling met ‘basilisk’ als foutief of ongelukkig beschouwd, net als bijvoorbeeld een Hebreeuws woord dat met ‘eenhoorn’ was vertaald.

De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 heeft het gewoon over ‘slang’ of ‘adder’. Dat de Joden uit de tijd van de twee genoemde profeten (op zijn vroegst rond 750 v. Chr.) de basilisk hebben gekend is overigens niet geheel uit te sluiten aangezien het dier al in het oude Egypte bekend was.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Zeker zijn met de PvdA

COLUMN - De Partij van de Arbeid heeft een nieuw spotje. Het spotje werd gelanceerd bij De Wereld Draait Door waar Lodwijk Asscher te gast was, samen met Marc Oosterhout van reclamebureau N=5. Het nieuwe spotje was niet de aanleiding voor dit gesprek. De redactie van DWDD wilde Asscher en Oosterhout al heel lang in de studio hebben. Hun interesse was gewekt toen De Volkskrant in januari schreef over deze samenwerking tussen politiek en reclame. Met name de PvdA hield de boot af. Daar weten ze ook wel: Asscher komt al zelden oprecht over, dat hij een reclamestrateeg heeft ingeschakeld om zijn boodschap te verpakken, zal niet meehelpen dit imago van zich af te schudden.

Waarom Lodewijk Asscher nu dan toch op de uitnodiging van DWDD was ingegaan, laat zich raden. Iets met naderende verkiezingen. En de lancering van een nieuw spotje. En wellicht dachten ze ook: waarom zouden we ons moeten schamen? Marc Oosterhout heeft ons geholpen om onze essentie te vinden en die zo aansprekend mogelijk te verpakken. Maar die essentie, die is van ons. 

In reclame maak je beloftes. En die beloftes verpak je ze aantrekkelijk mogelijk. Vervolgens moet je die belofte min of meer waarmaken. Het is mogelijk om met een aantrekkelijke verpakking stront te verkopen, maar hoe lang het een succes blijft is dan nog de vraag. Misschien als je er genoeg suiker in doet. Of heroïne. Dit is natuurlijk niet de eerste keer dat een politieke partij de hulp inroept van een reclamebureau. Het beroemdste voorbeeld is toen de Tories in 1978 het toen nog vrij onbekende Saatchi & Saatchi inschakelden om Margeret Thatcher te verkopen. En de PvdA zelf heeft het ook al eerder gedaan: toen Wouter Bos fractieleider was, werkten ze nauw samen met reclamebureau Selmore waar Bos’ studiegenoot Otto van der Harts aan het roer stond. Zij bedachten onder andere dat Wouter Bos altijd omringd moest zijn door heel veel andere mensen, om te benadrukken dat Wouter Bos sterk én sociaal was.

Vorige Volgende