Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

In de jaren zeventig vertrok Kim Thúy met haar ouders en andere familieleden uit Vietnam. Ze werden bootvluchtelingen. Via Maleisië kwamen ze in Canada terecht. Tegenwoordig is Kim Thúy advocaat en moeder van twee zonen. In Ru kijkt ze terug haar leven in Vietnam, de gevaarlijke overtocht en haar leven in Quebec.

Hadden ze redenen om te vluchten? Ja, in Vietnam maakten ze deel uit van de bezittende klasse, ze waren bang voor de communisten. Haar moeder was gewend aan een extravagant leven en daarom kon ze hoge verwachtingen van haar kinderen hebben: ze zouden later musici, wetenschappers, politici, topsporters, kunstenaars, polyglotten worden. Met de komst van de communisten werd de helft van hun huis veranderd in een politiepost. De familie van Kim was de zwakke partij geworden. Een jaar later wordt hun woongedeelte leeggehaald, ze mochten niet meer dan het hoogstnoodzakelijke houden.

De tocht over de golf van Siam was gevaarlijk, ze namen grote risico’s al relativeerden ze die zelf: ‘Mijn moeder had mijn oma gevraagd om te kiezen tussen het risico dat ze haar zoon op zee verloor of dat hij uiteengereten werd in een mijnenveld tijdens de vervulling van zijn dienstplicht in Cambodja’.

Eenmaal in Canada wordt ze geholpen door haar eerste lerares die een groepje Vietnamese kinderen op weg helpt. ‘Ik zal haar altijd dankbaar blijven omdat zij mij mijn eerste verlangen als immigrante heeft gegeven, het verlangen om net zo met mijn billen te kunnen schudden als zij. Niet één Vietnamees in onze groep had zulke weelderige, overdadige, nonchalante vormen’. De schrijfster typeert zichzelf als ‘doof en stom’ in die eerste tijd in het nieuwe land. Ze begrijpt de taal niet en ze spreekt het ook niet. ‘Ik kende alleen wat mij echt onderwezen, overgebracht, aangeboden werd’.

Als volwassene gaat Kim terug naar Vietnam, tijdelijk, voor werk. Ze merkt dat ze de taal van haar vaderland niet langer machtig is. ‘Ik heb mijn moedertaal, waar ik te vroeg afstand van moest doen, opnieuw moeten leren. Ik beheerste hem sowieso niet volledig omdat het land in tweeën was verdeeld toen ik geboren werd. Ik kom uit het Zuiden en had de mensen uit het Noorden dus nooit horen praten voordat ik naar het land terugkeerde. En de mensen uit het Noorden hadden de mensen uit het Zuiden nooit horen praten voor de hereniging. Net als Canada kende Vietnam twee van elkaar gescheiden talen’. Ze legt uit dat de taal van Noord-Vietnam woorden bevat die verwijzen naar militaire operaties en hoe je schuilkelders moet bereiken als de sirenes loeien. En hoe in het Zuiden woorden ontstonden die beschrijven hoe Coca-Colabelletjes op je tong sprenkelen en ook termen voor communistische spionnen.

Kim is verslingerd geraakt aan de ‘American dream’. In Hanoi gelooft de ober niet dat ze Vietnamese was: “…aan het einde van de maaltijd zei hij achteloos  dat ik te dik was voor een Vietnamese…Later begreep ik dat hij het niet had over de vijfenveertig kilo die ik woog, maar over de Amerikaanse droom, die me dikker, pafferiger, logger had gemaakt. De Amerikaanse droom had zekerheid gegeven aan mijn stem, vastberadenheid aan mijn gebaren, duidelijkheid aan mijn verlangens, snelheid aan mijn voetstappen en kracht aan mijn blik. …”

Het mooiste van dit boekje vond ik de reflecties op het ouderschap. De schrijfster probeert de intenties van haar ouders te begrijpen. Zoals veel ouders die moeten vluchten geven zij vaak hun eigen ambities op. Ze gaan laaggeschoold werk doen, opdat er geld komt voor de studies van hun kinderen. De toekomst van de kinderen wordt de toekomst van de ouders:

Mijn ouders spraken wel Frans maar konden ook niet ver voor zich uit kijken, want ze waren uit de introductie Frans gezet, dat wil zeggen van de lijst geschrapt van degenen die een toelage van veertig dollar per week kregen, Ze waren overgekwalificeerd voor de cursus, maar ondergekwalificeerd voor al het overige. Omdat ze zelf niet voor zich uit konden kijken, keken ze voor óns uit, keken ze voor ons, hun kinderen’

Niet alles uit Ru heb ik kunnen begrijpen. Bijvoorbeeld de zin die in Vietnam bij de moeder van Kim op het schoolbord stond: ‘Het leven is een gevecht waarin het verdriet de nederlaag ten gevolge heeft’. Soms is de culturele kloof zo groot, dat hij niet gemakkelijk te overbruggen is. Als je je daar bij neer kunt leggen, dan is Ru een aardig boek dat inzicht geeft in de praktijk van Vietnamese bootvluchtelingen en de ongemakkelijke gevoelens die daar bij horen.

Ru wordt gepresenteerd als een roman, maar ik heb de korte hoofdstukjes gelezen als impressionistisch proza. De fragmenten vertellen samen een spannende geschiedenis. Het verhaal van de vlucht uit Vietnam en het proces van opnieuw wortel schieten in Canada wordt afgewisseld met herinneringen aan het land van herkomst en anekdotes van pijnlijkheden en schaamte.

Deze vertaling van Hanneke Los kwam mede tot stand dankzij subsidies van Canada Council for the Arts/Conseil des Arts du Canada en een werkbeurs van het Nederlands letterenfonds.

Kim Thúy, Ru, Van Gennep, 164 p.

Bestel Ru.

Reacties (1)

#1 benjbenj

De zin “Het leven is een gevecht waarin het verdriet de nederlaag ten gevolge heeft” lijkt me nochtans niet zo heel onbegrijpelijk. Wie zich tijdens het gevecht overgeeft aan verdriet (of andere emoties die afleiden van de strijd), loopt grote kans het onderspit te delven. Mogelijk geen adagium waar Kim Thúy of haar moeder zich in kunnen vinden, maar het was dan ook een schoolbordwijsheid.