ANALYSE - Het recente nieuws over het seksueel misbruik door oud-bisschop Jo Gijssen, samen met de berichtgeving dat het Bisdom Roermond hiervan al maandenlang op de hoogte was, doet opnieuw de vraag rijzen waarom de Katholieke Kerk jarenlang zweeg over het wijdverbreide misbruik in haar midden.
Soms lijkt het alsof de begrippen ‘Katholieke Kerk’ en ‘kindermisbruik’ bijna synoniem zijn. Dat is geen toeval. Sinds halverwege de jaren tachtig zijn talloze gevallen van seksueel misbruik door katholieke functionarissen aan het licht gekomen. Alleen al in Nederland zijn tussen 1945 en 2010 tussen de tien- en twintigduizend minderjarigen misbruikt door katholieke geestelijken en lekenhelpers. Op wereldwijde schaal moet het aantal slachtoffers in deze periode in de honderdduizenden, wellicht zelfs in de miljoenen hebben gelopen.
Het merendeel van alle katholieke functionarissen heeft zich niet persoonlijk schuldig gemaakt aan het molesteren en verkrachten van kleine kinderen. Dit ontslaat de Kerk als instituut echter niet van verantwoordelijkheid. Zeker hogergeplaatste geestelijken hadden een groot aantal misbruikgevallen op eenvoudige wijze kunnen voorkomen. Het enige wat ze hiervoor hoefden te doen was ontuchtplegers aan te geven bij de reguliere autoriteiten in plaats van hen stilletjes over te plaatsen naar andere instellingen of parochies. Maar in plaats van zich uit te spreken, koos de Kerk voor stilte.
Verklaring
Dit brengt ons tot een van de verwarrendste aspecten van het wereldwijde misbruikschandaal: het feit dat het zo lang verborgen heeft kunnen blijven. De jeugdige slachtoffers zijn natuurlijk indringend onder druk gezet om te zwijgen. Het is daarom goed te begrijpen dat zij, mede uit opgelegde schaamte, hun mond hebben gehouden. Veel merkwaardiger is echter dat ook katholieke priesters en bisschoppen collectief hebben gezwegen. Dat sommigen van hen niet in staat waren de juiste keuze te maken op het moment dat zij met een onwelgevallige waarheid werden geconfronteerd is nog wel voor te stellen. Dat zij allemaal hebben gefaald is daarentegen nog niet afdoende verklaard.
Een verklaring hiervoor bestaat echter wel degelijk. Deze valt te achterhalen uit gevestigde katholieke leerstellingen en tradities. Zo kan op basis van bepaalde theologische doctrines worden beargumenteerd dat het stilhouden van seksueel misbruik door katholieke geestelijken in veel gevallen de meest verkieslijke optie is.
Het kan zodoende niet alleen geoorloofd zijn slachtoffers genoegdoening te onthouden, maar zelfs daders flinke sommen zwijggeld te betalen – zoals bijvoorbeeld gebeurde in het Amerikaanse bisdom Milwaukee. Priesters die daar waren betrapt op het plegen van ontucht kregen niet alleen twintigduizend dollar per persoon om stilletjes het priesterambt neer te leggen, maar bleven daarnaast ook jarenlang een pensioen van het bisdom ontvangen. Om een schandaal te voorkomen werd wel zeer diep in de buidel getast.
Schandaal
Om te begrijpen hoe het doelbewust stilhouden van kindermisbruik en het betalen van zwijggeld aan de daders als acceptabel kan worden aangemerkt, is het noodzakelijk het begrip ‘schandaal’ vanuit een katholiek-theologisch perspectief nader te bekijken. Een schandaal is, theologisch gezien, een spiritueel struikelblok, iets dat de gelovige doet afwijken van het rechte pad. Het Griekse woord skandalon wordt daarom in moderne bijbelvertalingen doorgaans weergegeven als ‘valstrik’.
Zodoende is het van wezenlijk belang schandalen te voorkomen. Het primaire doel van de Kerk is immers om gelovigen vanuit het aardse leven in goede orde naar een hemelse eindbestemming te loodsen. Valstrikken en struikelblokken zijn daarbij uiteraard niet gewenst.
Zoals blijkt uit de reactie van katholieke gelovigen wereldwijd, hebben onthullingen omtrent seksueel misbruik de reputatie van de Kerk zwaar beschadigd. Veel gelovigen zijn definitief vertrokken. Hieruit blijkt dat wanneer de reputatie van de Kerk wordt aangetast, een spiritueel struikelblok van jewelste wordt opgeworpen. De Katholieke Kerk leert immers dat (afgezien van enkele zeer nauw omschreven uitzonderingen) de hemel alleen met directe tussenkomst van haarzelf kan worden bereikt. Dit dogma wordt al eeuwenlang uitgedrukt met de Latijnse frase extra ecclesiam nulla salus, ofwel: ‘Buiten de Kerk bestaat geen redding.’
Hoewel geen enkele katholieke bisschop zal ontkennen dat kindermisbruik een zeer ernstige zaak is, is een verlies van vertrouwen in de Kerk, vanuit bisschoppelijke optiek, nog vele malen erger. Indien een keuze moet worden gemaakt tussen de lichamelijke integriteit van een enkeling en het zielenheil van velen, tussen tijdelijkheid en eeuwigheid, zal een goede bisschop vanzelfsprekend kiezen voor het laatste. Dat de gemiddelde katholieke gelovige tot een volstrekt andere afweging zou komen, doet daarbij niet ter zake.
Het kleinere kwaad
Verdere steun voor het verzwijgen van misbruik door katholieke functionarissen is te vinden in de theologische leerstelling dat een kleiner kwaad mag worden toegestaan om een groter kwaad te voorkomen. De dertiende-eeuwse denker Thomas van Aquino (daarnaast tussen 1879 en 1962 op pauselijk gezag de meest gezaghebbende katholieke theoloog) meende bovendien dat het is toegestaan door middel van veinzen de waarheid te verhullen indien hiermee een groter kwaad wordt voorkomen. De kerkvader Augustinus (354 – 430), die overigens ook onder protestanten als een grote autoriteit wordt aanvaard, hield er dezelfde mening op na.
Katholieke bisschoppen hebben de adviezen van deze traditionele autoriteiten nauwgezet opgevolgd. Om de reputatie van de Kerk, dat wil zeggen: het ‘grotere’ goed, te beschermen, hebben zij middels verhullingen, veinzerijen en ontwijkingen het ‘kleinere’ goed, dat wil zeggen: het lichamelijke en mentale welzijn van talloze kinderen, opgeofferd.
Het voornaamste probleem waarmee de katholieke hiërarchie op dit moment worstelt is dat een zeer groot aantal misbruikincidenten, ondanks alle pogingen deze te verhullen, tóch is uitgekomen. Zodoende is het schandaal, het ‘spirituele struikelblok’, aanzienlijk groter geworden dan het had hoeven zijn.
Het is dan ook uitsluitend aan de daadwerkelijke onthulling van het wijdverbreide misbruik te danken dat de Kerk uiteindelijk haar (officiële) beleid op dit gebied heeft willen wijzigen. ‘Het schandaal is immers groter,’ zo schreef bijvoorbeeld de vierde-eeuwse kerkvader Johannes Chrysostomos, ‘wanneer de overtreding algemeen bekend is, maar niet de daaropvolgende straf.’ Met andere woorden: alleen bij gerede kans op ontdekking is openlijk ingrijpen écht nodig.
Het is derhalve nog maar de vraag of de bisschoppen en het Vaticaan oprecht tot het inzicht zijn gekomen dat de reputatie van de Kerk van minder belang zou moeten zijn dan het fysieke welzijn van diegenen die aan haar zorg zijn toevertrouwd.
Reacties (10)
Aardig.
Toch is het de vraag in hoeverre de geheimhouding een spirituele basis heeft. Misschien moet je de religie eens beschouwen als een instrument tot macht. En dan wordt stilzwijgen en geheimhouding ineens een techniek die parallel loopt aan geheimhouding zoals die door gewone wereldlijke staten wordt gebezigd. Het verschil tussen het Vaticaan en die wereldlijke staten is kleiner dan je denkt.
Augustinus is dan een denker à la Machiavelli en “De Doctrina Christiana” en “Over de Stad Gods” worden dan boeken à la “De Vorst”.
Volgens mij ligt het simpeler. De katholieke kerk beschouwt zichzelf als een belangrijker macht dan de wereldse macht. Gewone wetten en regels zijn dan minder belangrijk dan de eigen regels. Niet voor niets zijn er ook kerkelijke rechtspraak en rechtbanken. De kerk omspant ook de hele wereld en niet 1 enkel individueel land.
Verder sluit ik me aan bij HansR.
Volgens mij is “stil houden” en “je collega’s niet afvallen” de ongeschreven eerste wet in elke grote organisatie. De ene hand wast de andere. De angst voor ruzie met de mensen waarmee je nog tot je pensioen op de afdeling zit, is voor iedere medewerker te groot.
Voor het leger kun je denken aan Fred Spijkers (http://nl.wikipedia.org/wiki/Fred_Spijkers); Schiphol hield informatie over de giftige lading van de LY1862 “onder de pet”. De lijst is eindeloos en er is weinig tegen te doen. Ik zie althans weinig in de aanscherping van gedragscodes, zoals de VSNU heeft gedaan voor academici. Het feit dat zoiets nodig is, bewijst m.i. vooral dat mensen als vanzelfsprekend hun collega’s niet afvallen.
@3: zeker, zeker een bestaand verschijnsel!
Maar dat is de benadering van onderaf en het verklaart niet waarom Rome zo hardnekkig – op alle niveaus – alles onder het tapijt probeert te vegen. Door deze geheimhouding/stilzwijging op het niveau van de arbeider/priester te leggen alsof het hogere echelon er niets mee te maken heeft ontken je de essentie van het probleem.
Het stilzwijgen is een machtstechniek op alle niveaus. En daarmee is het als iets van “collega’s niet afvallen” veel te beperkt als verklaring.
@0: “De jeugdige slachtoffers zijn natuurlijk indringend onder druk gezet om te zwijgen”
– Als ze niet zwegen werden ze gewoon niet geloofd, welke keus heb je dan?
@0: “Om te begrijpen hoe het betalen van zwijggeld aan de daders als acceptabel kan worden aangemerkt, is het noodzakelijk het begrip ‘schandaal’ vanuit een katholiek-theologisch perspectief nader te bekijken”
– Ook andere grote organisaties betalen “zwijggeld” aan afgevoerde bestuurders, een “theologisch perspectief” is daarvoor niet nodig.
@3:
Dat is natuurlijk de meest voor de hand liggende oplossing.
Maar in een organisatie als de KK verwacht je toch zo nu en dan een idealist die voorrang aan zijn geweten geeft.
Waar zijn de klokkenluiders?
We hebben het hier immers niet over een paar incidenten die gedurende een korte periode plaatsvonden, maar over (wereldwijd) honderdduizenden slachtoffers gedurende de naoorlogse decennia.
En geen kik vanuit de organisatie.
Volgens mij wordt het volkomen verklaard door de eerste reactie van het bisdom, dat ze betreurden dat de reputatie van Gijsen nu schade had opgelopen. Geen veroordeling, niet de slachtoffers eerst, maar de schade voor de reputatie van Gijsen en de kerk. Waar bij ondeugdelijke producten dezer dagen zo snel mogelijk door de fabrikant melding wordt gemaakt om zelf de regie in handen te houden, ziet de kerk zichzelf nog steeds als slachtoffer. Plots is vergeving belangrijker dan veroordeling – iets waar de kerk normaal gesproken erg goed in is.
Het gebrek aan klokkenluiders is niet zo vreemd – de katholieke kerk is zo hiërarchisch georganiseerd dat zelfs twijfelen aan beleid en meningen van hoger geplaatsten niet is toegestaan. Je wordt de kerk uitgezet als je durft te zeggen dat de paus ongelijk heeft, terwijl je bij elke andere misstap, hoe ernstig ook, hooguit uit met pensioen geparkeerd wordt.
Klokkenluiden staat in deze kringen gelijk aan nestbevuilen. Ze zullen er wellicht geweest zijn maar die werden dan bekwaam ‘kalt gestellt’.
Waarom doen we eigenlijk zo voorzichtig met de R.K. Kerk. Als dit bijvoorbeeld de scouting was geweest, was die organisatie al lang verboden. In plaats daarvan mag de kerk een eigen commissie instellen om alles te “onderzoeken”.
@9: begin een actiegroep om het Vaticaan – of de lokale RK kerk – verboden te krijgen en je zult snel leren waarom dat niet zal lukken.