RECENSIE - Na een mailwisseling met de redactie van het Trouw-katern Letter en Geest, waarin een voorpublicatie van Jaffe Vink’s boek Wie is er bang voor de vooruitgang? verscheen, ben ik Vinks boek deze zomer zowaar gaan lezen. Ik zag aanvankelijk geen reden dat te gaan doen, omdat de eerste de beste fact check van een willekeurige bewering van Vink, namelijk dat de zure regen een overtrokken hype zou zijn, opleverde dat Vink selectief winkelde in de kennis, de kennis niet begreep, en blijkens een interview met Vrij Nederland kennelijk bewust een onderzoeker verkeerd citeerde.
Maar allez, de Trouw-katernredacteuren waren enthousiast (al konden ze me niet duidelijk maken waarom) en her en der waren er naast kritische recensies ook zeer positieve reacties, blijkens Vinks eigen website.
Misschien is het omdat Vink oprichter en katernredacteur van Letter en Geest is geweest dat de huidige reactie zo positief was, maar ik moet bekennen: na lezing begrijp ik het enthousiasme nog steeds niet. Op één punt na: Vink kan voortreffelijk schrijven: puur tekstueel is lezing van Wie is er bang voor de vooruitgang? een genoegen.
Enthousiasme over de inhoud is echter niet ontstaan. Dat komt vooral omdat me in het geheel niet duidelijk is geworden welk punt Vink nu eigenlijk wil maken. Het boek fladdert heen en weer tussen anti-foulings-middel tributyltin, zure regen, de zegeningen van de uitvinding van de lift, de voedselvoorziening van India, de ‘smeerpijp’ aan het Winschoterdiep, en de Club van Rome, waaraan Vink een pesthekel blijkt te hebben.
Vink claimt in zijn boek op zoek te gaan naar de angst voor de vooruitgang: het boek ‘is een onderzoek naar die angst. Waar komt die vandaan? Wat zijn de wortels van ons hedendaagse onbehagen, van onze verontrusting en paniek?’
Verwarrende discussie
Dat is een interessante vraagstelling, beslist.
Maar om die te beantwoorden, zou eerst moeten worden vastgesteld dát er angst, verontrusting en paniek zijn. Anekdotische citaten van politici en journalisten op wetenschappelijke rapporten zijn hiervoor niet toereikend. Gaat het hier wel echt om angst en paniek? Zijn er andere factoren in het spel? Hoe breed was of is er angst voor de vooruitgang in de samenleving, als die er al is? Vink laat ons in het ongewisse.
Wat het ook al niet makkelijker maakt is dat Vink nogal selectief winkelt in het kennisdomein, van zijn bronnen een zoekplaatje maakt, zichzelf herhaaldelijk tegenspreekt, veel onjuistheden debiteert en er blijk van geeft weinig te begrijpen van het natuurwetenschappelijke proces van kennisverwerving. Zo ondermijnt Vink zelf de geloofwaardigheid van passages die bij lezing wél de moeite waard lijken.
Kennis en wetenschap, en de politieke en mediareacties op bevindingen uit de wetenschap, lopen in zijn analyse volkomen door elkaar heen. Laat ik het vriendelijk formuleren: mij helpt het altijd het proces van kennisverwerving, van waarheidsvinding, van begrijpen van de werkelijkheid, scherp te onderscheiden van het maatschappelijke en politieke discours, dat gaat over afwegingen, over wat moet gebeuren, en over machtsvorming om het eigen wereldbeeld meer gewicht in de schaal te laten leggen. Als die domeinen door elkaar lopen, zoals bij Vink, dan verwart dat de discussie eerder dan dat deze wordt verhelderd.
‘Abracadabra’
Vink ontpopt zich als een natuurwetenschappelijke leek die zich niettemin een oordeel aanmatigt over de juistheid van wat de natuurwetenschap hem aanreikt en er zelfs prat op gaat dat hij bepaalde zaken niet snapt. ‘Zomergast’ Ionica Smeets verwonderde zich onlangs weer over die houding, onder verwijzing naar C.P. Snow’s beroemde Two Cultures-lezing uit 1959.
Vink schrijft: ‘Tributyltin. Het heeft ook een mooi woordbeeld en een raadselachtige betekenis. […] er is geen normaal mens die weet wat het betekent.’ En: ‘Organische verbindingen, het is een verwarrende term.’
Verderop in het boek, over het Rapport van de Club van Rome: ‘[Het] staat vol figuren, grafieken en tabellen. […] Een figuur over twee bladzijden met ongeveer honderd cirkels, vierkanten en rechthoeken en tweehonderd pijlen, die het verband aangeven tussen “Deel van het kapitaal besteed aan overblijvende reserves” – “Vruchtbaarheid”- “Landverspillingsvoet” – “Levensduurvermenigvuldiger door de vervuiling”. Het is geen gemakkelijke kost.’
En deze: ‘Nu ik het rapport gelezen heb, moet ik constateren dat het veel erger is dan ik vermoedde: het is abrcadabra.’
Kom nou toch – ik las het rapport in de zomer van 1973 tijdens een fietsvakantie door Zuid-Frankrijk, kort na afronding van vijf VWO. Noch ik, noch mijn fietsmakker liepen bij lezing tegen onbegrijpelijke passages aan. Het sloot gewoon aan bij middelbare schoolstof die in het boekje Oecologie voor de Bovenbouw van Havo en VWO werd behandeld.
De angst die Vink zegt te willen onderzoeken lijkt zo vooral de angst van de alfa voor bètakennis. Best, maar projecteer die dan niet op onderzoekers of op personen die de analyses wél begrijpen. Of nog beter, Vink: ga op zoek naar je eigen angst. Is die er? Waar zit deze? Waar komt ‘ie vandaan? Ik wed dat na dergelijk zelfonderzoek Wie is bang voor de vooruitgang? een compleet ander boek zou zijn geworden.
Teleurstellend
Betekent dit dat Vink geen enkel punt heeft? Dat niet, hij geeft ook interessante observaties en pakkende anekdotes. Misschien moet Vinks boek dan ook wel zo worden gezien: als een verzameling korte verhalen, zonder duidelijk verband ertussen, meer literair dan analytisch, sommige meer geslaagd dan andere, maar als geheel zonder duidelijke pointe.
Interessant is bijvoorbeeld de vaststelling dat enkele milieuorganisaties een boel kabaal maakten toen in groenten en fruit de normen voor bestrijdingsmiddelen werden overschreden. Gegeven de beperkte dagelijkse inname en vooral gegeven de enorme veiligheidsmarges in de normen was er geen enkele reden voor ongerustheid. Oké, eens – maar dan? Dat een paar milieuclubs er brood in zagen op normoverschrijding te tamboereren wil noch zeggen dat hun acties uit angst voortkwamen, noch dat ze in de samenleving veel angst opriepen. Dat zou ik nou juist onderzocht willen zien: is die angst die Vink claimt te zien er eigenlijk wel? Of zijn er heel andere dingen aan de gang?
De auteur stipt deze kern slechts even aan in zijn een-na-laatste hoofdstuk, over het eerste Club van Rome-rapport.
Dat rapport is op zichzelf, blijkt ook bij herlezing, tamelijk klinisch geformuleerd, maar het riep heftige en emotionele reacties in media en politiek op. Die verdienen een goede analyse. Komen ze voort uit angst? En waarvoor dan precies? Is dat de ‘angst voor de vooruitgang’ en de potentie van de mens om de natuur naar zijn hand te zetten, wat Vink lijkt te willen suggereren? Of misschien (wat mijn hypothese zou zijn) angst voor de onbedoelde neveneffecten van de vooruitgang? En daarmee angst voor de kans dat deze neveneffecten de vooruitgang zelf zouden kunnen blokkeren? In slechts drie van de 221 pagina’s gaat Vink op deze vragen in; hij schampt eraan, meer niet. De beloofde analyse van de wortels van de angst blijft uit.
Daarmee resteert een weliswaar zeer leesbaar, maar inhoudelijk nogal dubieus en onsamenhangend en filosofisch teleurstellend dun boek, waarvan ik nog steeds niet snap waarom ik het moest lezen. Kan iemand me dat toch nog eens proberen uit te leggen?
Dit stuk verscheen eerder op De twijfelbrigade.
Reacties (16)
Het is een alleraardigst boek waarin Vink terecht aan de orde stelt waarom iedere duurzaamheidshype altijd met een volledig niet onderbouwt apocalyptisch toekomstbeeld gepaard moet gaan.
Vooral het hoofdstuk over geboortebeperkingsmaatregelen in India is indrukwekkend.
Ook het in retroperspectief zetten van het rapport van de Club van Rome is verfrissend.
Meester heeft het in 1 al treffend weergegeven. Jan Paul van Soest heeft zijn wereldbeeld gevormd in zijn jeugd en zich volledig laten beïnvloeden door de club van Rome. Daarna is het nooit meer goed gekomen. Niet echt een neutrale fact checker lijkt mij.
Niks angst, het rapport was een mooie nulmeting om langetermijnbeleid te toetsen, evalueren en formuleren. http://www.pbl.nl/node/46793
Volgens mij is de angst van Vink de angst, dat wij in het rijke westen iets van onze welvaart in zouden moeten leveren…
En dan: iemand die nog steeds over zure regen begint te tetteren alsof dat een hype was, die heeft niet door welke maatregelen er wereldwijd allemaal zijn genomen om de geconstateerde verschijnselen tegen te gaan. Die heeft niet door dat we enorm veel geïnvesteerd hebben, en dat het daardoor niet op een ramp uit ie gelopen. Die heeft niet door, dat de katalysator in zijn eigen auto er nooit gezeten zou hebben zonder zure regen. Kortom: dat is iemand met geweldige oogkleppen op rond het ene oog, dat hij gebruikt om de wereld in te kijken. Het andere oog altijd stevig gericht op de eigen portemonnee.
@pedro: punt is natuurlijk wel dat veel mensen in de milieuhoek vinden dat iedereen minstens net zo ascetisch zou moeten leven zoals zij. Als je een manier zou vinden om netjes, ‘cradle to cradle’, onze huidige levensstandaard te onderhouden, met energiezuinige & grondstofzuinige processen, dan zijn ze nog tegen. Want dat *hoort* niet.
@5: hoeveel zijn veel mensen? 25 ?
Met hetzelfde gemak kun je beweren dat veel mensen die niet milieu-bewust zijn, boos worden als je zegt dat er een broeikas-effect is.
@5: dat kan zo zijn, maar heeft niks met mijn reactie te maken. Als hun argumenten totaal niet kloppen, moeten die ook onderuit gehaald worden.
En daar tegenover staan veel mensen, zoals Vink, die met een totaal gebrek aan kennis en redenerend vanuit een vooraf ingenomen standpunt populistische slogans de wereld in slingeren. Dat vind ik een groter gevaar dan een klein groepje personen, die misschien overtrokken conclusies trekken, maar zich in elk geval goed geïnformeerd hebben.
Laat ik het zo zeggen: het veganisme is een weinig invloedrijke beweging, en voor die mensen zullen de meeste zaken, die we voor het milieu ondernemen, niet voldoende zijn. Daartegenover staan mensen, die slecht geïnformeerd zijn en iedere strohalm aangrijpen om geld in hun eigen portemonnee te houden, en die via media-invloed effectieve maatregelen jarenlang tegen weten te houden. In de meeste gevallen jagen dat soort mensen ons alleen maar op steeds hogere kosten, op de lange termijn. Op korte termijn houden we wat geld in onze zak.
Maar goed… Dijkverhogingen en dijkverzwaringen werden in de vorige eeuw lange tijd (tot 1953) ook niet belangrijk gevonden. Er waren immers al sinds mensenheugnis geen rampen meer gebeurd…
Wat een kwelling dat de schrijver zich zo verplicht voelde dit dunne, onsamenhangende boek helemaal te moeten lezen.
@4: Dat heb ik prima door en dat was ook goed beleid. Neemt niet weg dat je achteraf best reeel kunt zijn en kunt concluderen dat de stelling dat we binnen 20 jaar geen bos meer over zouden hebben – we kennen de posters nog – en dat niet veel later de mensheid zou volgen, toch wellicht wat overdreven was. Kortom: goed en nodig beleid, maar een ramp voorkomen?!
Voorts, er zijn echt de meest radicale en enge voorstellen gedaan om bevolkingsgroei te bepreken en die zijn in landen als India ook echt realiteit geworden. Dat de groene revolutie en een afnemende bevolkingsgroei door toenemende welvaart, oplossing bood, werd niet voor mogelijk gehouden. Het lijkt me best zinvol te leren van die geschiedenis.
Persoonlijk lijkt me er geen discussie mogelijk over het feit dat de aarde opwarmt en dat dat wordt veroorzaakt door de mens. Ik ben echter niet overtuigt dat dat een grote bedreiging voor mens of aarde zal zijn. Aangezien de glazenbol geen wetenschappelijk instrument is, is het wetenschappelijk bewijs daarvan ook dun. We hebben geen idee hoe we leven en in onze energie voorzien in 2050 of in 2100. Gezien de snelheid waarmee de menselijke beschaving zich ontwikkelt is dat nog heel ver weg en zullen er nog veel aanpassingen mogelijk zijn en nog onvoorstelbare transities gebeuren. Je kunt radicale voorstellen doen om vanuit een maakbaarheidsideaal overstromingen en hongersnoden in 2100 te willen voorkomen (nooit meer een 1953), maar ik ben geneigd er een vraagteken bij te plaatsen. Een dergelijke standpunt levert me toch al snel de stempel ‘klimaatscepticus’ op – alleen al het feit dat er een woord voor is – met als doel te twijfelen aan je vermogens en je buiten de discussie te plaatsen. Ik ben dan ‘iedere strohalm aan het aan grijpen om geld mijn eigen portemonnee te houden’, onderdeel van het kortzichtige gierige complot.
@9
Dat is nou precies wat Jan Paul van Soest bedoelt met:
Er waren ongetwijfeld zo hier en daar berichten in de media die de problemen overdreven. En waarschijnlijk ook wel milieugroepen die dat deden, al kan ik me de posters waar je het over hebt niet herinneren. Maar ik durf met zekerheid te stellen dat de wetenschap nooit beweerd heeft dat alle bos er aan zou gaan en daarna de mensheid.
Is Jaffe Vink niet gewoon zelf bang voor vooruitgang, en probeert hij dat anderen aan te praten met zijn boek?
Ik vindt dat je nooit bang moet zijn voor vooruitgang, maar steeds kritisch kijken of iets echt een vooruitgang is, en voor wie.
Vaak gaat het om vooruitgang in een beta onderwerp.
Dat snappen veel mensen in dit gamma land niet, en hun onzekerheid slaat om in angst en rechtse domheid.
@5: Dat is nou juist niet relevant, waar het om gaat is dat de aarde opwarmt. De motieven van hen die dat beweren zijn irrelevant, de feiten juist des te meer. Het geklets over motieven van hen die waarschuwen is een afleidingsmanoeuvre.
Bovendien vind ik de verontwaardiging erg selectief: mogelijk dat de geitenwollensokken-dragers een andere levensstijl afkeuren, maar zij hebben in ieder geval niet de mogelijkheid om hun levenswijze aan andere op te leggen, zoals de (mantel-) pakken-dragers die ons nu regeren.
…en de Club van Rome, waaraan Vink een pesthekel blijkt te hebben.
Elke boek dat een emotionele reactie op de Club van Rome aan de basis heeft verdient het afgebrand te worden. Het eerste boek dat de effecten van de groei in een globale context neerzette en als zodanig een schok te weeg bracht. Het is een rationeel boek dat eigenlijk geen emoties verdient.
Wat interessant is, is de analyse van de angst voor verandering. Een analyse die nooit echt uitgevoerd is. Want het is geen angst voor vooruitgang – wat is vooruitgang eigenlijk? – die we zien bij de critici van de CvR of soortgelijken, het is angst voor verandering. Angst los te komen van de lijnen die je vasthouden aan de bindende factoren van de samenleving. En de techniek, de groei, de consumptie zijn de zekere lijnen die de samenleving binden op dit moment. Als je tegen zo iemand zegt: stap er uit, laat alles links liggen en richt je leven opnieuw in los van al die consumptievragende organisaties dan krijg je hele rare reacties.
Verandering is de angstbron van Vink.
Denk ik.
Maar om jou laatste vraag te beantwoorden:
Jij zegt/vraagt:
Na een mailwisseling met de redactie van het Trouw-katern Letter en Geest, waarin een voorpublicatie van Jaffe Vink’s boek Wie is er bang voor de vooruitgang? verscheen, ben ik Vinks boek deze zomer zowaar gaan lezen.
[…]
Daarmee resteert een weliswaar zeer leesbaar, maar inhoudelijk nogal dubieus en onsamenhangend en filosofisch teleurstellend dun boek, waarvan ik nog steeds niet snap waarom ik het moest lezen. Kan iemand me dat toch nog eens proberen uit te leggen?
Vink’s eigen site zegt: …was bedenker en chef van de bijlage Letter & Geest van dagblad Trouw en oprichter en hoofdredacteur van het weekblad Opinio.
Ik zou zeggen: je hebt je gewoon voor een publicitair karretje van een vriendenclubje laten spannen (wat een beetje als een boemerang werkt trouwens, ik denk dat jij op zijn site niet in het lijstje van referenten komt :).
Leuk stuk trouwens dat van 16 mei op de twijfelbrigade, net als dit trouwens. Dank.
Ah, ik zie nu dat je op 18 april een eigen PR hebt gehad in Trouw. Meer dus een voor wat hoort wat situatie dan voor een karretje spannen :)
@9:
Of die posters er wel of niet waren, is niet relevant. Zoals je zelf toegeeft: “goed en nodig beleid”. Welke ramp is voorkomen en hoe groot die geweest zou zijn kunnen we dus overslaan.
Sorry, maar dat is een ander onderwerp. Sleep er ajb niet nog meer zaken bij. De groene revolutie en een afnemende bevolkingsgroei door toenemende welvaart, boden hier in het rijke westen oplossingen. Maar je noemde India. En hoe verklaren we Chinese maatregelen dan? Maar goed, dat is een nevendiscussie hier.
Tenzij je een glazen bol hebt… Natuurlijk ontwikkelen we ons steeds verder, maar is dat een reden om nu geen maatregelen te nemen (goed en nodig beleid) en ons vertrouwen in de glazen bol te stellen, die zegt, dat we in de toekomst vast wel oplossingen zullen vinden? We moeten nu doen wat we kunnen doen, net als bij de zure regen.
Je bent inderdaad “onderdeel van het kortzichtige gierige complot”, als je maatregelen, die we nu kunnen nemen, afwijst, terwijl je toegeeft, “dat de aarde opwarmt en dat dat wordt veroorzaakt door de mens”. Alleen maar omdat je in je glazen bol hebt gezien, dat de gevolgen wel mee zullen vallen en we vast wel technische oplossingen zullen vinden…