His dreams often end in screams. The screams turn into thunder, the thunder into humming and the humming into silence. They are the sounds of death from the gas chambers.
Gröning, though, didn’t kill anyone. He didn’t pour Zyklon B into the shafts or burn the piles of dead. He watched. He stood there, shocked at first, then indifferent. It became a routine.
Oskar Gröning was boekhouder in Auschwitz. Hij telde het geld dat de Joden in moesten leveren bij aankomst in het kamp. Hij zag de gruwelen, de gaskamers, de lijkverbranding. Hij is een van de weinige SS-ers die nog in leven zijn.
Hij voelt zich geen misdadiger. Zelfs geen medeplichtige. Maar ergens knaagt zijn geweten. Hij voelt zich schuldig, maar geen moordenaar. Als hij in aanraking komt met een holocaustontkenner, besluit hij zijn verhaal aan de wereld te vertellen.
h/t Stefan Paas
Reacties (3)
De ‘banaliteit van het kwaad’ heet dat sinds Hannah Arend, Prediker.
@1: Ja, dat is zo, maar het wel een apart voorbeeld en daarom zeker de moeite van het noemen waard. Daarbij zoekt hij zelf de publiciteit als ik het goed begrijp. Dat is toch ook apart.
’t Gaat hier weer hard aan toe, maar op deze (dodenherdenkings)dag vind ik dat eigenlijk wel gepast.
https://www.blogger.com/blogger.g?blogID=3494974297716606792&pli=1#editor/target=post;postID=2380198958234742465;onPublishedMenu=allposts;onClosedMenu=allposts;postNum=0;src=postname