The reality, in all likelihood, is that al-Sharaa is pursuing a more gradualist and democratic approach to Islamizing Syria’s state and society than is tolerable to jihadis, but it is still an approach premised on an Islamist agenda.
Sinds de ineenstorting van het Syrische regime en de bliksemsnelle overname van de macht door Abu Mohammed al-Jolani en zijn islamistische rebellenbeweging Hayat Tahrir al-Sham (HTS) vraagt iedereen zich af: waar gaat het met Syrië naar toe? Wordt dat nu een streng-islamitische politiestaat of wat?
Jihadist tot in de kist?
Al-Jolani doet zijn best om gematigd over te komen, en treedt inmiddels naar buiten onder zijn geboortenaam Achmed al-Sharaa, maar menigeen vreest dat dit louter voor de bühne is. Want heeft de man niet een twintig jaar lange carrière als jihadist achter de rug? Hij streedt nog in Irak mee met Al Qaeda en wat de voorloper van de Islamitische Staat zou worden, zat in Abu Ghraib en nog wat Amerikaanse gevangenissen voor jihadisten, en richtte in 2012 met behulp van Al Qaeda het al-Nusra Front op.
Vier jaar later zou hij dan weer breken met Al Qaeda en vormde het jihadistische al-Nusra om tot HTS. Maar ook die laatste beweging nam het niet erg nauw met de mensenrechten. Het Syrische Netwerk voor Mensenrechten berichtte twee jaar terug over duizenden mensen die in detentiecentra verdwenen, waar ook gemarteld werd. Van iets meer dan vijfhonderd mensen kon worden vastgesteld dat ze door HTS om het leven waren gebracht, waaronder 71 minderjarigen en 77 vrouwen. In 28 gevallen was men door foltering om het leven gekomen.
Het roept bij elkaar de vraag op hoe gematigd Jolani/Al-Sharaa nu echt is. Is hij oprecht als hij zegt dat hij Syrië om wil vormen tot een democratische staat waar de rechten van minderheden gerespecteerd worden?
Kritiek uit jihadistische hoek
Het blijft gissen natuurlijk, maar de jihadisme- en islamismekenner Cole Bunzel (Hoover Institution, Stanford U.) wijst onder meer op de felle kritiek die Al-Sharaa en opinieleiders in zijn omgeving nu krijgen van hardliners binnen de salafistisch-jihadistische beweging. Die hardliners beschouwen de nieuwe leiders van Syrië maar als opportunistische verraders van de islamitische zaak.
Voor jihadisten gaat een op Westerse leest geschoolde democratie bijvoorbeeld lijnrecht in tegen de islam. Soevereiniteit behoort immers enkel aan God toe, die schrijft de wetten voor. Maar in een democratie maken mensen zelf hun wetten. Dan regeert de menselijke willekeur. Dat komt neer op afgodenverering, vinden zij.
Dat Al-Sharaa op termijn verkiezingen wil gaan organiseren, komt hem dan ook op fikse kritiek te staan uit jihadistische hoek. Zo citeert Bunzel de Jordaanse jihad-ideoloog Abu Muhammad al-Maqdisi, die retorisch vraagt:
Is dit niet klip en klaar de heerschappij van de democratie? Dat de soevereniteit behoort tot de bevolking, die kiezen, volgens de meerderheid, degene die over hen heerst, zelfs als het een secularist is? Degene die regeert volgens door mensen gemaakte wetten! Is dit hun recht volgens de wet van God? Of volgens de democratie van Achmed al-Sharaa?
Opportunistische windvaan
Al-Maqdisi vindt Al-Sharaa dan ook maar een opportunistische draaikont, die zich nu eens zus voordoet en dan weer zo, en bondgenoten maakt en afdankt al naar gelang het hem uitkomt.
Al-Jolani keerde zich tegen ISIS en zwoer trouw (bay‘a) aan al-Qaeda, zodat die samen met hem tegen ISIS zou opstaan. Vervolgens verried hij zijn bay‘a aan al-Qaeda en keerde hij zich tegen hen. Hij gebruikte de jihadis in zelfmoordmissies en beloofde hen dat hun bloed niet voor niks zou vloeien maar een prijs zou zijn om de sjaria toe te passen. Maar toen hij bij het presidentiële paleis aankwam, kondigde hij aan dat de wet (qanun) zal regeren en dat democratie de methodologie zal zijn.
Prediking in plaats van de stok
Cole Bunzel wijst er daarnaast op, dat Al-Sharaa en anderen in zijn omgeving te kennen hebben gegeven islamitisch gedrag niet met geweld en terreur af te willen dwingen. Dat leidt maar tot huichelarij, vinden zij.
In het gedeelte van de Syrische provincie Idlib waar HTS het sinds 2017 voor het zeggen had werden aanvankelijk strenge wetten afgekondigd – een verbod op drinken, muziek, roken in de openbare ruimte en sociale omgang tussen mannen en vrouwen – maar de handhaving werd geleidelijk aan steeds lakser.
Over overheidsdwang om te bidden zegt Al-Sharaa: “De overheid heeft niet het recht aanbidding aan mensen op te leggen. We willen de samenleving niet omvormen tot een hypocriete samenleving, waarin men bidt wanneer men ons ziet, en niet bidt als men ons niet ziet.” En inzake het verplichten van het goede en verbieden van het verkeerde (al–Walaa wal–Baraa, een kernbegrip binnen het salafisme) merkt hij op dat de benadering van de overheid in Idlib de nadruk legt op prediking, niet op de stok.
Abdallah al-Muhaysini, een voormalige sharia-officier binnen HTS uit de kring van Al-Sharaa, reageert in dezelfde trant op kritische vragen over de weigering van de beweging om islamitische leefregels af te dwingen. Zo citeert Bunzel hem:
De broeders geven voorrang aan het aspect van prediking en onderstutting. Ze laten bewust na de mensen van zich te vervreemden en gaan behoedzaam om met het bewaren van de geest van liefde die wij met Gods permissie hebben gewonnen, zodat wij geen huichelachtige generatie voortbrengen die zich onthoudt van verboden uit vrees voor ons in plaats van God.
Geen sjariastaat maar een illiberale democratie?
Dit tot groot ongenoegen van scherpslijpers als de eerder genoemde jihad-ideoloog al-Maqdisi, die van oordeel is dat – in weerwil van alle vrome redeneringen – men hiermee een loopje neemt met Gods opdracht aan islamitische heersers om de sjaria in de samenleving te implementeren. HTS kan ontkennen wat het wil, aldus Al-Maqdisi, maar men past op deze manier een homeopathische verdunning toe van de religie.
Bunzel vermoedt dat Achmed al-Sharaa Syrië op weg zal brengen naar een (illiberaal) democratisch stelsel als Turkije, waarbij de leider van HTS zichzelf de rol zal toebedelen die Erdogan in dat land speelt.
Maar voor het zover is, zal er nog heel wat water door de Eufraat moeten stromen. Al-Sharaa heeft al laten weten dat het nog twee à drie, misschien wel vier jaar kan duren voordat verkiezingen in Syrië realistisch zijn.
Reacties (1)
Het is ook interessant te kijken hoe de regering van HTS in Idlib nu concreet heeft uitgepakt. Het lijkt er op dat de afgelopen jaren HTS een effectieve overheid heeft gevormd, die in staat was om de bevolking te voorzien van basisvoorzieningen en economische ontwikkeling. Een interessante analyse van de hoeveelheid licht in de nacht laat dat zien:
https://www.aspistrategist.org.au/just-look-at-the-lights-assads-territory-was-growing-poorer-as-oppositions-economy-advanced/