Punk? Nog lang niet dood!

Foto: PunkToad (cc)

RECENSIE - Ergens in de tweede helft van vorige eeuw ontstond de punkmuziek. Niet van de één op de andere dag natuurlijk en al helemaal niet expres. Hoe het dan ontstaan is, wat de voedingsbodem was voor de rauwe gitaren, de maatschappijkritische teksten en het breken met bestaande muzikale conventies, is het onderwerp van het boek ‘Geloof de hype’ van Rens Dietz. De fictieve vertellende ik-figuur, later opgevolgd door zijn zoon, put rijkelijk uit eigen geheugen met veel concertavonden, komische voorvallen, en Britse en Amerikaanse vrienden, allemaal geïnspireerd door echte verhalen.

We beginnen in de late 60-er jaren van vorige eeuw. Via Buddy Holly en The Beatles worden we meegenomen naar rebelse jeugd, die meer willen dan wat ze op dat moment voorgeschoteld krijgen. Ze nemen afstand van de zoetsappige hippies en kiezen voor harde gitaren, een ongekend ruig uiterlijk en kritische songteksten. Punk is geboren.

Sex Pistols

De bekendste bands van het moment zijn minder uit zichzelf ontstaan, dan wel gemaakt door slimmeriken die een markt zien. Eigenaar van kledingwinkel SEX, Malcolm McLaren, stelde de band Sex Pistols samen en gebruikte shock-tactics als marketing tool. Punk muziek werd al snel razend populair onder de jeugd, die op dat moment te maken had met uitzichtloze situaties in werk en woning.

We worden meegenomen naar Amerikaanse clubs, Engelse steden en Nederlandse concerten. Punk zit overal, bands als The Ramones gaan de wereld over en elke tiener ziet dat het mogelijk is een bandje te beginnen en beroemd te worden.

Ook in Nederland springen bandjes als paddenstoelen uit de grond, vooral in de krakers-scene is het punk wat de klok slaat: we maken kennis met de Rondos, Panic!, The Ex en vele anderen. Het mag duidelijk zijn dat de ene band groter wordt dan de andere.

Van het een naar het ander

Het boek gaat vervolgens door naar de volgende ‘stap’: de postpunk. Sommigen vinden de punkmuziek te simplistisch en experimenteren met elektronische muziek, andere ritmes of juist een gebrek daaraan, gevolgd door theatrale optredens. Er komen rijen aan bekende bands langs en ze in bestaande genre-hokjes plaatsen valt lang niet altijd mee. Eigenlijk pakt dit deel van het boek terug op het begin ervan, naar de voorlopers van punk. Met de observatie dat punk de voorloper is van deze nieuwe muziekstromen, is het muziek-cirkeltje rond.

Toch is punk niet dood. De hype is dan wel voorbij, maar ondergronds gaan de bands vrolijk door. Het genre kent vele oud gedienden en vermengt zich met andere vormen van muziek. Maar ook bands die de stroming nieuw leven inblazen komen aan bod. Die golfbeweging van punk en postpunk, een periode van rust gevolgd door een revival, is voor de schrijver de motivatie geweest om zich te verdiepen in de punk muziek. Elke nieuwe sociaal/economische crisis lijkt een nieuwe generatie aan punk-bands voort te brengen. En alhoewel de muziek nooit hetzelfde is, is de achterliggende gedachte dat heel vaak wel: teksten die over politiek gaan, veel DIY mentaliteit, afzetten tegen het establishment. De invloed van de punk attitude op de mainstream is altijd en overal. Bij elke nieuwe golf, is er aandacht voor oude bands, oude stromingen en de connectie met de nieuwe tijd en mogelijkheden die bijvoorbeeld het internet biedt. Het is boeiende materie en het leest lekker weg.

Teveel mainstream?

Tegelijkertijd vraag ik me ook af, als geïnteresseerde lezer en liefhebber van punk, of het boek zich niet teveel op de hypes richt, op de bekend geworden bands, op de festival-toppers. In mijn eigen beleving is de punk-hype van de jaren 70 nog lang daarna doorgegaan in veel Britse jaren 80 punkbands. Er is een enorme hoeveelheid bands die de punk-fakkel van generatie op generatie heeft overgedragen, of zelfs al tientallen jaren op de kleine en grote alternatieve podia staat. Er zijn bands die een enorme schare volgers hebben en nooit op de radio komen. Bands die bij concerten voedsel-inzamelingen houden, anti-racisme festivals organiseren of zich op andere manieren inzetten voor maatschappelijke doelen. Duidelijk ‘anders’ dan anderen en nooit beschouwd als ‘algemeen succesvol’, maar met enorm veel drive en lol. Ook dat is punk.

Maar goed, zet een paar muziekliefhebbers bij elkaar en het zou me verbazen als daar geen pittige discussie uitkomt.

Bijhorende website

Het leuke van de research die Dietz heeft gedaan, is dat er veel op de bij het boek behorende website staat: www.geloofdehype.nl. Je kunt hier beschrijvingen vinden van muziektours door steden die in het boek genoemd worden, zodat je langs alle broeinesten van creativiteit komt of kennis maakt met andere iconische plekken die van belang zijn voor de muziek. Er is aandacht voor klassieke punk albums zoals London Calling van The Clash met analyses van de nummers en waar mogelijk, is een YouTube video bijgevoegd.

Het boek bevat een flinke lijst van genoemde bands, die ook terug te vinden is op de website, wederom inclusief videos. En Dietz heeft een Spotify lijst samengesteld van maar liefst 14 uur muziek! Ook als je het boek niet gelezen hebt, is deze website erg leuk om doorheen te bladeren, om te beluisteren en te bekijken en om oude muziek op te halen of juist kennis te maken met bands die net buiten je interesse vielen maar die wel degelijk interessant zijn. Een prima introductie tot het genre.

Eén ding is duidelijk: punk is niet dood, punk leeft! Geloof de hype!

“Geloof de hype” wordt geheel in de punk-gedachte, in eigen beheer uitgeven door Rens Dietz en is verkrijgbaar als fysiek boek (€16,99) of e-book (€10,99).

© Rens Dietz boek Geloof de hype

© Rens Dietz boek Geloof de hype

Reacties (17)

#1 Rigo Reus

Een mooi moment voor een citaat van Frank Zappa

Jazz is not dead, it just smells funny

.

  • Volgende discussie
#2 beugwant

In mijn provincie gebeurt alles nog steeds een flinke tijd later, niettemin hebben we in de eerste helft van de jaren ’80 zo’n beetje de hele Noordhollandse e.o. punkscene in De Boerderij in Geleen op het podium gehad. Niet dat het budget of de zaal voor grotere acts structureel toereikend was geweest, maar dat even terzijde… Hun demo’s heb ik vaak genoeg veilig gesteld.
Als ik in die periode platen kocht, was het vrijwel altijd van de daar optredende bands. Ton Siva in Sittard stelde op dat gebied ook niet teleur en voor het bekendere werk had ik de radio, een bieb-abonnement, klasgenoten en mijn cassettedeck.
Onnodig te melden dat deze site vol demotapes voor mij een feest der herkenning is, al zullen die kleine punkbandjes zich niet op de Melkweg maar op Vrankrijk, de Wielingen en wat die stad toen allemaal had hebben gericht.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Rigo Reus

O, en leuk, Marky Ramone beveelt het boek echt aan, spreekt zelfs de naam van schrijver redelijk correct uit.
https://geloofdehype.nl/marky-ramone-2/

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Bookie

Ik dacht dat ik het nooit zou zeggen, maar het lijkt te blank. Niets over bands als:

Fishbone
https://www.youtube.com/watch?v=ANDZEoHMOOU

Bad Brains
https://www.youtube.com/watch?v=cCEkuo94X6I

Urban Dance Squad
https://www.youtube.com/watch?v=Q2a4MPP7zRI

Of de nieuwe generatie:

Nova Twins
https://www.youtube.com/watch?v=met-6mxLrwg

OBMGs
https://www.youtube.com/watch?v=o8J4ZkVt6Yc

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4.1 Janos - Reactie op #4

Bookie! Uitstekend! Nu nog de volgende keer ’te wit’ ipv ’te blank’ en we sturen je de Sargasso-goedmensbadge (“progressief is lief”) op.

#4.2 Bookie - Reactie op #4.1

Nee, wit is racistisch. Mens van lichte kleur is dan beter.

#5 okto

Ik hanteer altijd het principe dat er in vrijwel elk genre wel goede muziek te vinden moet zijn, maar in het geval van punk wordt dat toch wel heel lastig voor mij. Dat komt vooral omdat punk in de kern een uiterst conservatief genre is dat erg vast zit in de eigen conventies. Dit in tegenstelling tot de attitude die punkers zichzelf graag aanmeten. Strip de distortion er af, en wat je overhoudt zijn saaie, conventionele liedjes met couplet en refrein die keurig binnen de lijntjes blijven. Instrumentbeheersing is nou ook niet bepaald een kwaliteit waar men zich op voorstaat in de punk, en zingen kan men meestal ook niet. Ook qua uitvoering blijft men vrijwel altijd hangen in het conventionele saaie gitaar/bas/drum-idee.
Ik sprak ooit met een lid van een punkband en gaf mijn visie op punk: opgeschoten jongeren die uit verveling een bandje oprichten, dan ontdekken dat niemand een instrument kan bespelen of kan zingen, en dan niets anders rest de punk maar in te gaan: een keuze geboren uit armoede. De jongen moest smakelijk lachen en erkende volmondig dat dit in het geval van de meeste punkbands een rake omschrijving was.

Dit gezegd hebbende, blijft mijn principe natuurlijk van kracht; zelfs binnen de punk zijn er uitermate goede bands te vinden waar ik veel respect voor heb. De belangrijkste daarvan is de Nederlandse band The Ex: punkers die wel de conventies los durven laten, die wel de grenzen opzoeken, en die wel uitdagende muziek weten te maken.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5.1 Janos - Reactie op #5

Nou ja, dat paradoxale zit ‘em natuurlijk ook voor een deel in de uitdossing: totaal schijt aan alles hebben of dat in ieder geval uit willen stralen, fuck mode, fuck conventies, maar elke ochtend wel een half uur voor de spiegel om de joekel van een hanenkam rechtop te krijgen. Maar boeien, zo heeft elke subcultuur wel wat. Ik heb ook helemaal geen problemen met muzikanten die braaf binnen hun hokje blijven: als ze binnen dat hokje goede muziek maken, is dat goed genoeg, ook zonder experiment. Niet alles hoeft cross-over, met cello’s, non-existente songstructuren of 15 minuten lange nummers (hoewel dat allemaal ook prima kan zijn). Ik weet te weinig van punk om er veel zinnigs over te zeggen, maar de punkbands die semi-willekeurig in mijn playlist zijn beland (oa Heideroosjes, Anti Nowhere League, Offspring – als dat punk genoeg is voor de puristen) kan ik prima pruimen op zijn tijd.

  • Volgende reactie op #5
#5.2 beugwant - Reactie op #5

En anders had je wel de pretpunk, zoals de Boegies , omdat je niet altijd serieus en/of boos kon zijn.
Ik heb ooit een band gezien die geweldig de draak stak met de gebruikelijke stoot bromherrie en het onverstaanbare gekrijs van een of twee microfoonschreeuwerds. Ik meen dat ze uit Lübeck kwamen, en een paar maten nadat de ‘muziek’ had ingezet kwamen er van achter de backline twee zangers (m/v) in apenpak tevoorschijn, die de hele set met oe-oe-geluiden volzongen. 🐵

  • Volgende reactie op #5
  • Vorige reactie op #5
#5.3 Hans Custers - Reactie op #5

Ik denk dat je onderschat hoe moeilijk het is om, juist binnen een genre met een hele hoop beperkingen, iets te maken dat aankomt bij luisteraars. Probeer bijvoorbeeld maar eens iets te maken waar de woede echt vanaf spat en niet te eindigen zoals het overgrote deel van de punkbandjes in allerlei oefenruimtes: klinken als licht gefrustreerde schooljongetjes of -meisjes. Dat heeft echt meer om het lijf dan een gitaar inpluggen en een distortionpedaaltje intrappen.

Een andere manier om er bovenuit te steken is goede liedjes schrijven, of op zijn minst pakkende riffs. Wat mij betreft hebben goede liedjes vaak baat bij een eenvoudige uitvoering. Die dan ook best conventioneel mag iets. Maar dergelijke liedjes schrijven is echt niet eenvoudig.

  • Volgende reactie op #5
  • Vorige reactie op #5
#5.4 okto - Reactie op #5.3

Je hebt gelijk, dat is erg moeilijk. Een pakkend lied maken is niet eenvoudig.

Het aparte is natuurlijk de punk-paradox: net doen of je overal schijt aan hebt en lak hebt aan alle conventies, en dan intussen vooral conventioneel bezig zijn in een genre dat zich kenmerkt door beperking. Janos wist dat beter te omschrijven dan ik :-)

#5.5 Hans Custers - Reactie op #5.4

Ik denk dat die paradox er lang niet altijd is. Punk kan tegenwoordig ook vrij pretentieloze feestmuziek zijn.

#5.6 Bookie - Reactie op #5

Volgens mij heb je een te enge definitie van punk.
Je kan moeilijk beweren dat een band als the Clash conservatief was. Zij speelden alles met een punk-attitude.

RHCP, Urban Dance squad, Fishbone = punk
Public Enemy, Cypress Hill, Beastie Boys = punk
Mano Negra was punk
Sublime en andere bands die ska en punk mixen
The Pogues, Dropkick Murphys = punk
Prodigy = punk

Etc.

  • Vorige reactie op #5
#6 Rigo Reus

Even weer een vergelijking: zoals Vincent van Gogh de kleur weer terugbracht in de schilderkunst, bracht de punk de energie weer terug in de live muziek. Ik vind het leuk om een stel jonge honden over het podium te zien stuiteren. Dat is ook een kwaliteit. Dit tegenover een gitarist die 5 minuten gebogen over zijn gitaar majestueus staat te pielen met een heleboel nootjes. Kan ook mooi zijn, zo’n virtuoos, maar soms wil je gewoon lekker springen, duwen en (boos) schreeuwen. De band heeft energie, de zaal heeft energie, stuwt mekaar op en dan komt het eruit, op zaterdagavond. Lekker, feest. Even los van kunstzinige en maatschappelijke visies die een muziekstroming zou kunnen hebben. Ik kan zo’n bak herrie op z’n tijd wel waarderen.

https://www.youtube.com/watch?v=wnd1NzV51Zk

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6.1 Janos - Reactie op #6

Na de hoogtijdagen van jaren 70 hardrock / progrock kan ik me daar ook best iets bij voorstellen. De wereld werd pas écht mooi toen de metal die boosheid en energie ging combineren met virtuositeit, maar dat is weer een ander verhaal :-)

  • Volgende reactie op #6
#6.2 okto - Reactie op #6

Ik zie de tegenstelling niet, om eerlijk te zijn. Zo’n Nine Inch Nails bij voorbeeld. Erg boos, erg veel energie, heel innovatief, bij tijden erg virtuoos, en geen punk.

  • Vorige reactie op #6
#7 Maurice Janssen

Ik noem mezelf geen punk, maar ben wel een liefhebber van punk. En als ik één ding heb geleerd van al die jaren in die scene rond te pogoën, dan is het wel dat het als muziekgenre eigenlijk niet bestaat. Je kunt een lijn trekken vanuit de blues naar de garagebands uit de V.S. en die stonden met één been in een oude traditie, maar schopten aan de andere kant al tegen het establishment. Maar dat maakte hen hoogstens proto-punk. Zowel punk als grunge waren de commerciële (en verwaterde) versies.

Dat je een instrument zou kunnen oppakken en dan wat gaan rammen en jezelf dan punk noemen, mag misschien iets kunnen zijn geweest wat in de beginjaren (ik hou even eind jaren 70 aan) kon. Maar dat is iets dat je al nauwelijks meer zag op het moment dat de tweede golf (met name Hardcore) opkwam. Neem b.v. Bad Brains: een groep van muzikanten die startte met jazz fusion.
In Europa kwamen bepaalde scenes op: Scandinavië met hun rauwe punk, NL had Nitwitz/BGK, Lärm en Pandemonium (om er maar een paar te noemen). En in Engeland had Discharge een enorme invloed op latere bands (D-Beat/Crust en UK82).

Het rare is dat je juist de subgenres meer als ‘echte’ punk kunt beschouwen, omdat ze niet alleen uit die scenes zijn ontstaan maar er ook zelf weer veel invloed op hebben uitgeoefend.

Ik vraag mezelf wel eens af of ik niet té zeer een purist ben, omdat ik soms moeite heb met de huidige bandjes die als punk worden betiteld. Ik ken een Franse band, waarin een aantal meiden een plaid rokje aandoet, wat fiddle speelt en dat op een hoog volume. Maar om dat dan ook meteen Celtic Punk te noemen? En zo zijn er plenty voorbeelden. Ik mis vooral het rebelse (dat is er al lang van af), de kritische teksten, de DIY-ethiek. Maar ik denk dat dat ook de eeuwige discussie is: wat maakt punk nou tot punk? En dan zul je al snel zien dat er een soort punkversie van een Godwin om de hoek komt waaien en worden mensen voor ‘punkpolitie’ uitgemaakt …

Dat punk allesbehalve 1-dimensionaal is, kun je zelf checken bij band als NoMeansNo, Rhythm Pigs, Victims Family (jazzcore) of Cardiacs, Deep Turtle (pronk = progressive punk).

Punk heeft ook invloed op andere genres: denk aan neo-swing (Big Bad Voodoo Daddy, Royal Crown Revue), psychobilly (m.n. Batmobile) of zelfs alt-country (Uncle Tupelo en Drive-By Truckers).

En die DIY-ethiek heeft ook de overstap kunnen maken naar de mainstream: kijk maar naar labels als Epitaph en Fat Wreck Chords.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie