Plato (9): Utopie in praktijk

Foto: Bron: Livius.org
, Serie:

ACHTERGROND - Dit is de negende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

Plato’s ideale staat kent geen dik wetboek. Als de algemene regels zouden worden opgevolgd, zijn er verder niet zoveel wetten nodig. In de perfecte harmonie kent iedereen immers zijn plaats, en daarom valt ook alles op zijn plaats. Aanvullende wetten zijn slechts kunstgrepen om onvolkomenheden in het systeem te compenseren. Plato zou beslist met een meewarige blik hebben gekeken naar onze wetboeken, algemene maatregelen van bestuur, regelingen op detailniveau en uitzonderingen daarop.

Van theorie naar praktijk

Voor de lezer die nu denkt ‘ho, ho, dat is wel heel simpel gedacht allemaal’: Plato was de eerste om zijn denkbeelden kritisch onder de loep te nemen. Hijzelf benadrukte al dat zijn model van de ideale staat slechts benaderd kon worden, nooit gerealiseerd. Hij zwakte zijn eisen in later werk ook af. Niet voor niets is een belangrijk later werk van Plato over de ideale staat dan ook getiteld De Wetten. In dit werk probeert hij een ideale route naar zijn ideale staat te beschrijven.

De ideale staat bestond volgens Plato echter zeker niet alleen in theorie. Hij was ervan overtuigd dat er ook werkelijk staten zouden kunnen (en moeten) ontstaan die zijn model benaderden. Plato heeft dan ook enkele pogingen ondernomen om de tyran van Syracuse, Dionysios II, die verschillende filosofen aan zijn hof onthaalde, ervan te overtuigen zijn stad zo te besturen als Plato in gedachten had. Het experiment eindigde ermee dat Plato enige tijd in de gevangenis belandde en uiteindelijk de stad moest verlaten. Leven in een kazerne was de tyran kennelijk te gortig.

Een totalitaire staat?

Met zijn ontwerp van een ideale staat loopt Plato vooruit op politieke experimenten die veel later zijn uitgedacht of zelfs daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De hang naar het eenvoudige landleven en het verdwijnen van individueel bezit doen denken aan het communistische ideaal. De manier waarop Plato keek naar de perfectionering van het menselijk ras en de staatscensuur op kunst doen dan weer meer denken aan de nazi-ideologie.

Daarentegen erkent Plato, anders dan de communisten, dat het afschaffen van het privébezit niet voor de hele bevolking goed is: bezitloosheid geldt in zijn staat enkel voor bestuurders. En het levensgrote verschil tussen Plato en de nazi’s is Plato’s verzet tegen discriminatie en zijn nadruk op gelijke kansen, ongeacht geslacht of afkomst. In de eerste helft van de vierde eeuw was dat ronduit revolutionair.

Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.

Reacties zijn uitgeschakeld