Plato (10): De ideale psyche

Foto: Bron: Livius.org
Serie:

[Dit is de tiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.] 

Met het stichten van zijn eigen filosofische school, de Academie, had Plato meer succes dan als staatsman. Deze Academie werd een kleine 300 jaar na de oprichting in oorlogsgeweld verwoest, maar er bleven filosofen die zich Platonisten noemden. (Een latere versie van de Academie werd in Athene gesticht in 410 van onze jaartelling, en bleef nog een ruime honderd jaar bestaan.) In zijn Academie onderwezen Plato en zijn opvolgers zijn filosofie en ethiek. Die  laatste hangt samen met de visie van Plato op de menselijke geest.

We zagen het al: zoals de staat in elkaar zit, zo zit volgens Plato ook de geest in elkaar. De samenstellende delen van de staat zijn de bestuurlijke klasse, de klasse die de orde handhaaft, en de werkende klasse. De psyche is op een vergelijkbare wijze op te delen in de ratio, de wil en de emoties.


Het ordenen van de psyche moet volgens Plato net zoals het inrichten van de staat gebeuren. Het rationele element, het bewustzijnsorgaan, is de heerser. Dit bewustzijn moet gedurende het hele leven worden getraind. De wilskracht wordt ondertussen getraind om deze heerser te gehoorzamen en de orde te bewaken. De driften moeten in dit geheel hun plaats kennen en onderling de vrede bewaren. Zij mogen vooral niet de overhand krijgen ten opzichte van de wil en de ratio, en ook mag het niet gebeuren dat sommige emoties andere compleet domineren. Ieder kent zijn plaats.

Plato beschrijft drie basale ‘deugden’ die zowel in de filosofie van de Oudheid als in die van de Middeleeuwen een grote rol zouden spelen. De deugd van het rationele element is wijsheid. De deugd van de wil is moed. De deugd van het driftleven is matigheid. Als deze deugden niet allemaal in een persoon aanwezig zijn, dan is hij uit evenwicht, en daarmee ongelukkig. Maar wie deze drie deugden kan combineren met de vierde deugd die voor alle elementen geldt – de deugd van rechtvaardigheid, die zich uit in evenwichtigheid en zelfbeheersing – die leidt een gelukkig leven.

Alleen iemand die zijn temperament en zijn driften onder controle heeft, kan volgens Plato een evenwichtig en daarmee gelukkig leven leiden. Anderen blijven altijd behoeftig, omdat het lichaam nou eenmaal geen verzadiging kent. Zulke mensen zijn continu het slachtoffer van innerlijke strijd.

Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.

Reacties zijn uitgeschakeld