Zoekresultaten voor

'bestrijdingsmiddelen'

Foto: Heinrich-Böll-Stiftung (cc)

Rwanda, tweedehandskleding en de ‘donuteconomie’

ANALYSE - Vandaag is het Donut-D-Day. Geïnspireerd door de alternatieve economie van Kate Raworth gaan mensen uit de milieubeweging, de monetaire hervormers en de voorstanders van het basisinkomen de ‘donuteconomie’ handen en voeten geven. Gastschrijver S. de Beter ziet in de invoerrechten die Rwanda heft op tweedehandskleding een voorbeeld.

Kate Raworth pleit met haar economisch model voor het respecteren van sociale en planetaire grenzen (de binnen resp. buitenring van de donut) bij alle economische activiteiten. Vrijwel alle Nederlandse economen vinden het boek Doughnut Economics van Kate Raworth maar niks, zelfs als ze het nog niet hebben gelezen – zoals Bengeltje Bouman. Lees maar de column van Ewald Engelen n.a.v. haar eerste bezoek aan ons land. Of het artikel van Rob Hagendijk en Paul Kalma in De Groene Amsterdammer.

Zijn de economen misschien stikjaloers op Raworth? Omdat ze volle zalen trekt, terwijl in economenland alleen de eigen parochie luistert, meestal louter pro forma. Plus natuurlijk opportunistische politici in het geval zij hun cijfers, argumenten of visie goed kunnen gebruiken.

Op één punt hebben die kritische economen echter wél gelijk: Raworth is niet bepaald scheutig met de concretisering van haar Doughnut Economics. Dat is jammer omdat zij wel degelijk in de juiste richting wijst. Het menselijk ras – nog erger: planeet Aarde – stevent immers af op zijn eigen ondergang. Om de doodeenvoudige reden dat ons economische systeem onvoldoende rekening houdt met sociale behoeften en ecologische grenzen, dus met de binnenste en de buitenste ring van de doughnut. Iedereen die niet ziende blind is, weet dat deze randvoorwaarden voortdurend worden genegeerd, en zeker wat de ecologie betreft in een verontrustende tempo – denk alleen al aan de plastic soep die in de oceanen drijft. Het gilde van economen – overwegend van neoklassieke allure – is er nog steeds niet in geslaagd om daar verandering in te brengen, door mens en maatschappij – en politici in het bijzonder – te inspireren met vruchtbare ideeën voor economische alternatieven in gedrag en beleid. Raworth slaagt daar beter in, maar het enthousiasme dat zij losmaakt, zal in deze vluchtige samenleving snel verdampen, zeker als haar benadering zo weinig concreet blijft.

Medewerker waterschap onder druk gezet om privéwebsite met data

Het Centrum Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden verdient blijkbaar geld aan het in kaart brengen van openbare (!) gegevens van het waterschap over vervuiling door bestrijdingsmiddelen.

Dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat een medewerker van het waterschap in zijn privétijd met z’n eigen rekenmethode een concurrerend ‘product’ gaat leveren.

Om een lang verhaal kort te maken: de medewerker van het waterschap heeft na een belletje van een boze prof. nu een arbeidsconflict met zijn werkgever.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-03-2022

Just a Vega day at the office

ACHTERGROND - Na een lange vergadering lopen we het bedrijfsrestaurant binnen. Lunchtijd!! En als we met klanten lunchen verzorgt onze cateraar een luxe lunch. Al pratend storten we ons op het buffet. Broodjes kroket, zalmwraps, filet americain… Snel graai ik twee broodjes kaas weg.

Ik werk voor een leuke organisatie en doe betekenisvol werk. Net als bij veel organisaties staat kostenbesparing voorop, maar wordt er ook aan maatschappelijk verantwoord ondernemen gedaan. Met die tweede heb ik altijd meer gehad dan met puur geld verdienen. Een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid pakt en zijn invloed gebruikt om iets goeds te doen voor de wereld. Afval scheiden, een milieuvriendelijk gebouw en projecten in derdewereldlanden. Goed voor de reputatie van mijn werkgever en goed voor de wereld. Een bedrijf met bovengemiddeld slimme en bewuste mensen. Dacht ik.

‘Lekker geluncht’ zegt de klant. Als we na de lunch opstappen werp ik nog een blik op de stapels overgebleven broodjes en ik schaam me. Kroketten, filet americain, rosbief, er ligt meer vlees dan ik op kreeg in een week, toen ik nog vlees at.

Je hoeft geen hoogleraar te zijn om te snappen dat de manier waarop wij vlees produceren en consumeren een enorme druk legt op het milieu, en bijdraagt aan de wereldwijde armoede. Voor een kilo rundvlees is 25 kilo groenvoer nodig en een derde van ons zoet water wordt gebruikt voor de vlees en zuivelindustrie (Stichting Een Dier een Vriend http://www.edev.nl/pages/vlees–en-zuivelindustrie-en-klimaatverandering.php). Alle problemen die we hebben, met voedsel en water en de vervuiling van het milieu door CO2 en bestrijdingsmiddelen, hebben mij doen besluiten om vegetariër te worden. Bewust en hip, steeds meer mensen kiezen er voor om één of meerdere dagen per week geen vlees te eten.

Tweede Kamer stemt in met regulering wietteelt

Maar zal het ook daadwerkelijk zover komen?

Madeleine van Toorenburg twitterde namens het CDA het volgende:

Vol overtuiging stemde het #CDA tegen de #wietwet. Wij doen niet mee aan de normalisering van wat geen ouder voor eigen kind zou wensen.

Maar *wat* wenst geen ouder zijn eigen kind toe? Een jointje in het algemeen? Een wietverslaving? Met het eerste heb ik totaal geen probleem om dat mijn kinderen “toe te wensen”, met het tweede natuurlijk wel, maar ik zie niet in hoe deze wet daar ook maar enige invloed op heeft. Er verandert namelijk aan de aanbodkant richting consumenten helemaal niets.

Foto: OccupyReno MediaCommittee (cc)

‘Bricks’ versus ‘clicks’, slachtoffer: het milieu

Gastredacteur Kees Kodde, Programmaleider Greenpeace, ziet met lede ogen aan hoe door webwinkels het terugdringen van de verkoop van schadelijke producten, zoals glyfosaat, wordt teniet gedaan. 

Het aantal Nederlanders dat zijn boodschappen online doet, groeit razendsnel. De omzet van online winkels neemt navenant toe. Maatschappelijk verantwoord ondernemen dreigt het slachtoffer te worden van de bikkelharde strijd tussen fysieke winkels en virtuele shops, tussen ‘bricks’ en ‘clicks’. Waar steeds meer bekende winkelketens hun verantwoordelijkheid nemen en de verkoop van schadelijke producten als glyfosaat in de ban doen, vinden diezelfde producten online nog gewoon hun weg naar de consument. De regering staat erbij en kijkt ernaar.

In het eerste halfjaar van 2015 hebben Nederlanders bijna 8 miljard euro uitgegeven via webwinkels. Dat is een stijging van maar liefst 18 procent ten opzichte van een jaar eerder. Webwinkelverkopen maken inmiddels 8,5 procent uit van alle detailhandelverkopen. De concurrentiestrijd is hard; veel winkelketens proberen een graantje mee te pikken van de snelle groei online. Dit geldt niet minder voor winkels die handelen in glyfosaat, de werkzame stof in het omstreden product Roundup van Monsanto. Ook bedrijven als HG, Syngenta, Bayer en Pokon verkopen onkruidmiddelen met glyfosaat.

Producten die glyfosaat bevatten zijn zeer schadelijk voor het milieu. Wetenschappers wijzen op negatieve gevolgen voor bijvoorbeeld bodemleven, vissen, kikkers en padden. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft glyfosaat bestempeld als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’. Drinkwaterbedrijven dringen al jaren aan op een verbod op glyfosaathoudende middelen; zij zijn regelmatig genoodzaakt de drinkwaterwinning stop te zetten vanwege te hoge concentraties glyfosaat en afbraakproducten daarvan die worden aangetroffen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bijensterfte in Nederland

DATA - Na een relatief goede winter van 2013 naar 2014 ging de bijensterfte afgelopen winter weer omhoog in Nederland. Uit recent onderzoek blijkt opnieuw dat bestrijdingsmiddelen met neonicotinoïden een belangrijke factor zijn in deze sterfte. Het gedeeltelijke moratorium hierop in de EU zal nader beschouwd moeten worden.

Afgelopen week verscheen de nieuwste rapportage van het Nederlands Centrum Bijenonderzoek (NCB) over de wintersterfte over 2013/2014. De sterfte dook voor het eerst sinds deze metingen onder de 10%. De 10% is significant, omdat die gezien wordt als het normale gemiddelde van voor de tijd dat de bijensterfte sterk toenam begin deze eeuw.
Van de onderzoeksleiding van NCB kregen we ook de voorlopige cijfers voor afgelopen winter. Daarin zien we echter weer het hogere niveau van de laatste jaren.

Het verloop vanaf 2005 ziet er dan als volgt uit:

bijensterfte_475

Uit recent onderzoek in de VS komt opnieuw naar voren dat de aanwezigheid van neonicotinoïden direct bijdraagt aan de kans op sterfte van bijenvolkeren. En een nog breder Nederlands onderzoek, vorige week gepubliceerd, komt tot dezelfde conclusie.

In het Nederlandse onderzoek komt ook naar voren dat ook de aanwezigheid van de varroamijt een grote, negatieve rol speelt, alsmede grote koolzaad- en/of herikvelden. Op die velden mogen geen neonicotinoïden gebruikt worden, maar wel andere pesticiden.

Foto: Martin Cooper (cc)

Kunst op Zondag | Slakken

In de vorige Kunst op Zondag (hartelijk dank heer Molovich!) nam een reaguurder het op voor de slak. Hij vond dat de slak in de kunst “toch wel erg gedemoniseerd wordt”.

De werkelijkheid is erger. Ik zag afgelopen week een advertentie die meedeelde dat het slakkentijd is en met welke middelen je de beestjes kan bestrijden. Ik ga daar dus niet naar linken, want ik wil het risico niet lopen chemisch verpeste slakken als voorgerecht bij mijn Bourgondische maaltijd te krijgen.

Gek wel dat je nu nergens leest hoe een woedende dierenbescherming actie onderneemt tegen de wrede slakkenbestrijdingsmiddelen. Terwijl in 2012 men nog flink over de rooie ging omdat een kunstenares de huisjes van levende slakken met kraaltjes had versierd. De kunstenares legde hier uit hoe die woede is ontstaan.

De versierde slakken, die de kunstenares gered heeft van een pijnlijke dood, waren symbool voor de hypocrisie die sommigen aan de dag leggen als het om dierenleed gaat.

Werd in de vorige KoZ de slak verbonden met luiheid, één van de zeven hoofdzonden, de slak is symbool voor veel meer dan luiheid, traagheid of geslijm.

Illustratie uit het Gorleston psalmboek – ridder in strijd met een slak, 1310 – 1324.
cc Britisch Library Knight v Snail Battle in the Margins (from the Gorleston Psalter, England (Suffolk), 1310-1324, Add MS 49622, f. 193v.
Kenners van middeleeuwse kunst geven uiteenlopende interpretaties van slakkensymboliek. De ridder die een slak bevecht zou een illustratie zijn van een vers uit psalm 58, waarin David corrupte rechters veroordeelt: Laat hem henengaan, als een smeltende slak.

Foto: Enric Borràs (cc)

Kinderarbeid in Israëlische nederzettingen

ACHTERGROND - Het gebeurt niet vaak, maar soms lees ik als het over Israël/Palestina gaat toch nog iets waar ik nog nooit van had gehoord: in dit geval kinderarbeid in dienst van de nederzettingen op de Westoever.

Human Rights Watch bracht maandag, een rapport uit waarin wordt gemeld dat dat bestaat. De kinderen worden gebruikt in de landbouw, om te planten, te oogsten, en de eindproducten te verpakken. Een groot deel van deze eindproducten wordt geëxporteerd naar Europa en naar de VS, waar ze meestal in de supermarkt terecht komen (Albert Heijn bijvoorbeeld) met het opschrift “Produce of Israel’.

Het rapport van 74 pagina’s, “Ripe for Abuse: Palestinian Child Labor in Israeli Agricultural Settlements in the West Bank”, beschrijft dat kinderen van soms net 11 jaar oud werken op de landerijen en in kassen van de nederzettingen,vaak in temperaturen die boven de 40 graden Celsius uitkomen. Ze krijgen weinig betaald – en altijd in cash en zwart. Ze moeten zware lasten dragen, worden blootgesteld aan gevaarlijke pesticiden en andere onveilige werkomstandigheden en moeten in een aantal gevallen zelf opdraaien voor de medische behandeling van in werktijd opgelopen verwondingen of ziekten.

“De Israelische nederzettingen profiteren van de schendingen van de rechten van Palestijnse kinderen,” aldus Sarah Leah Whitson, de directeur van Human Rights Watch voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.  “Kinderen uit gemeenschappen die verarmd zijn door Israels politiek discriminatie en de nederzettingenpolitiek, geven hun schoolopleiding eraan en kiezen voor dit gevaarlijke werk omdat ze ervaren dat er geen alternatieven zijn. En Israel doet er niets tegen.”

Foto: actv (cc)

Burgerlijke ongehoorzaamheid terug bij de rechter

ACHTERGROND - Met de recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland waarbij ‘principiële’ wietkwekers geen straf werd opgelegd, is de discussie over het Nederlands wietbeleid weer verhevigd. Juridisch gezien, werpt het echter ook nieuw licht op burgerlijke ongehoorzaamheid. Waar een beroep daarop in de rechtspraktijk in het verleden consequent is afgewezen, biedt de huidige zaak misschien weer een opening, meent Axel Boomgaars.

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Dat er een spanning bestaat tussen het recht en rechtvaardigheid is voor veel juristen geen verrassing. Burgerlijke ongehoorzaamheid is een concept dat zich binnen die spanning begeeft, met nogal uiteenlopende interpretaties. De overeenkomst tussen al die definities is het bewust niet opvolgen van wettelijke verplichtingen om morele redenen, wat straffeloosheid zou moeten rechtvaardigen. Er is een heuse Facebookpagina over gemaakt die wat verwarring zaait, maar er zijn sowieso allerlei vormen te verzinnen van verzet tegen recht dat als onrechtvaardig wordt ervaren.

In Nederland heeft rechtssocioloog Kees Schuyt het juridische debat over burgerlijke ongehoorzaamheid sterk beïnvloed met zijn dissertatie uit 1972: Recht, Orde en Burgerlijke Ongehoorzaamheid. Het meest bekende deel daaruit is een opsomming van tien kenmerken van burgerlijke ongehoorzaamheid, die hij in het midden plaatste van een lijn tussen legale protestvormen (totaal conformisme aan het systeem) en revolutionair verzet (totale omverwerping van het systeem). ‘Het protest is […] niet gericht tegen alle wetten van de staat of tegen het rechtssysteem als geheel, maar tegen één specifieke wet of één specifiek stelsel van wetten.’ Mocht de verdachte van een strafbaar feit aan deze tien kenmerken voldoen, levert dit volgens Schuyt een morele rechtvaardiging van diens gedrag op.

De kenmerken dienen als zelfbeperking om de algemene banden met het systeem te erkennen, maar een specifieke situatie niet te accepteren. Deze zijn: (1) de handeling is illegaal; (2) de handeling is gewetensvol; (3) er is betekenissamenhang tussen bekritiseerd object en gekozen handelswijze; (4) de handeling is weloverwogen; (5) de handeling geschiedt openlijk; (6) men werkt vrijwillig mee aan arrestatie en vervolging; (7) men aanvaardt het risico van een straf; (8) men heeft tevoren legale middelen geprobeerd; (9) geweldloosheid; (10) rechten van anderen worden zoveel mogelijk in acht genomen. Sommige van die criteria zijn erg breed, voor een totaal begrip ervan is het de moeite waard het boek te lezen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Recensie | Wie is er bang voor de vooruitgang?

RECENSIE - Na een mailwisseling met de redactie van het Trouw-katern Letter en Geest, waarin een voorpublicatie van Jaffe Vink’s boek Wie is er bang voor de vooruitgang? verscheen, ben ik Vinks boek deze zomer zowaar gaan lezen. Ik zag aanvankelijk geen reden dat te gaan doen, omdat de eerste de beste fact check van een willekeurige bewering van Vink, namelijk dat de zure regen een overtrokken hype zou zijn, opleverde dat Vink selectief winkelde in de kennis, de kennis niet begreep, en blijkens een interview met Vrij Nederland kennelijk bewust een onderzoeker verkeerd citeerde.

Maar allez, de Trouw-katernredacteuren waren enthousiast (al konden ze me niet duidelijk maken waarom) en her en der waren er naast kritische recensies ook zeer positieve reacties, blijkens Vinks eigen website.

Misschien is het omdat Vink oprichter en katernredacteur van Letter en Geest is geweest dat de huidige reactie zo positief was, maar ik moet bekennen: na lezing begrijp ik het enthousiasme nog steeds niet. Op één punt na: Vink kan voortreffelijk schrijven: puur tekstueel is lezing van Wie is er bang voor de vooruitgang? een genoegen.

Enthousiasme over de inhoud is echter niet ontstaan. Dat komt vooral omdat me in het geheel niet duidelijk is geworden welk punt Vink nu eigenlijk wil maken. Het boek fladdert heen en weer tussen anti-foulings-middel tributyltin, zure regen, de zegeningen van de uitvinding van de lift, de voedselvoorziening van India, de ‘smeerpijp’ aan het Winschoterdiep, en de Club van Rome, waaraan Vink een pesthekel blijkt te hebben.

Foto: Jean-Pierre Dalbéra (cc)

Kunst op Zondag | Mieren

Mieren worden nog wel eens vergeleken met mensen. De nijvere mier staat natuurlijk voor de hardwerkende Nederlander. De organisatiegraad van een mierenkolonie lijkt op de hiërarchische indeling van de maatschappij. En mieren kunnen, net als mensen, samenwerken.

Maar mieren willen we niet in huis en tuin hebben. Dus worden ze bij duizenden uitgeroeid. Vooralsnog is de mens sterker dan de mier. Om dat er toch wordt gevreesd dat ook de mens ten einde komt, worden robots getraind mieren te worden. Of mensen, al naar gelang uw voorkeur.

Ook al heet de maatschappij een samenleving te zijn, mensen lijken soms helemaal niet op mieren. Elkaar bestrijden in plaats van samen te werken. Met verbale bestrijdingsmiddelen of erger. Zo erg dat kunst er geen antwoord op heeft.

Zelfs het beetje troost dat sommigen in kunst vinden, kan niet op tegen het geweld in Gaza, Oekraïne, van de  IS en de soms akelige woordenstrijd in Sargasso’s reactiekolommen. Mensen zijn geen mieren. Er zijn echter wel lieden die doen alsof hun medemensen mieren zijn.

Na een jaartje uitvogelen hoe hij aan 3000 levende mieren kan komen, heeft kunstenaar Dries Verhoeven nu een overzicht gemaakt van menselijk lijden in de 21e eeuw. Homo Desperatus is een opstelling van 44 maquettes van brandhaarden in onze wereld. In elke maquette huist een mierenkolonie. Nog tot en met 31 augustus te zien in het Stedelijk Museum te Den Bosch.

Vorige Volgende