“Ouder worden is een ziekte, maar hij gaat vanzelf over,” grapte Herman van Veen ooit. We hebben vaak negatieve associaties bij ouderdom: aftakeling, slijtage en achter de geraniums zitten. Media berichtten lange tijd over een Alzheimertsunami, en als het CBS spreekt over het groeiende aandeel ouderen in vergelijking tot jongeren, noemen ze dit de ‘grijze druk’. Ouderdom is dus eerder een maatschappelijke last dan een lust. Waarom is ons beeld van ouder worden zo negatief, en welke gevolgen heeft dit?
Mensbeeld in de zorg
“De wetenschap doet net alsof er in ons leven eerst alleen groei is, dan een periode van bloei, en daarna totale ineenstorting”, aldus psycholoog prof. dr. Liesbeth Woertman (UU). Ouderdom wordt in de wetenschap vaak gezien als een niet-zelfstandige levensfase. Terwijl onze vroegere levensjaren worden opgedeeld in baby, kind en adolescent, komt daarna eigenlijk alleen de categorie volwassene. “Oud zijn is daarmee een soort non-entiteit,” stelt Woertman.
Dat zie je volgens verplegingswetenschapper prof. dr. Marieke Schuurmans (UMC Utrecht) ook in de gezondheidszorg. Er wordt maar weinig onderzoek gedaan naar oudere mensen, en daardoor is er van veel behandelingen niet bekend hoe effectief ze zijn voor mensen die ouder zijn dan 80. Dit kan overbehandeling als gevolg hebben, omdat behandelingen worden toegepast zonder te weten hoe zinvol deze zijn bij ouderen. Tegelijkertijd bestaat er het risico op onderbehandeling: artsen en verpleegkundigen schrijven klachten soms onterecht aan iemands leeftijd toe.
De negatieve beeldvorming beïnvloedt dus de kwaliteit van de ouderenzorg en tast de autonomie van ouderen aan. Schuurmans ziet die beeldvorming ook terug in de manier waarop ouderen zichzelf zien. Als ze ziek worden, geloven veel ouderen dat ze hun autonomie moeilijk kunnen vasthouden, en geven zich daarom maar over aan de zorg.
Gezond ouder worden
Nu het percentage ouderen alleen maar toeneemt de komende jaren, wordt de vraag steeds belangrijker hoe we gezond oud kunnen worden. De experts zijn het erover eens dat je daar niet vroeg genoeg mee kan beginnen. Schuurmans: “Gezond ouder worden begint al bij de conceptie.” Daar sluit verouderingsbioloog dr. Peter de Keizer zich bij aan. De basis wordt gelegd in het vroegste begin: zowel genetische aanleg als je sociaaleconomische achtergrond hebben invloed op hoe je ouder wordt. Ze bepalen hoe groot het gat is tussen de levensverwachting en de gezonde levensverwachting; tot welke leeftijd je in goede gezondheid leeft.
De Keizer onderzoekt hoe hij dit gat kan dichten, zodat mensen gezonder ouder worden. Daarvoor kijkt hij hoe veroudering op celniveau werkt. Hij legt uit dat er voortdurend schade ontstaat bij het delen van onze cellen. Bij een jong persoon wordt die schade opgeruimd, maar als we ouder worden kunnen cellen zich steeds minder makkelijk repareren. Die roestige cellen noemen we senescente cellen. Het probleem met die cellen is dat ze allerlei stoffen uitstoten waardoor omringende cellen in de war raken en minder goed hun werk kunnen doen. Er ontstaat kans op ontstekingen, wat kan leiden tot verschillende ouderdomsziekten, zoals nierfalen, Parkinson en Alzheimer. De Keizer en zijn team vonden een manier om die senescente cellen dood te laten gaan bij muizen, en hopen dit ook op mensen te kunnen toepassen.
Hoewel de medische wetenschap tot veel in staat is, waarschuwt De Keizer dat mensen ook zelf actief moeten blijven en niet alles aan de medische wetenschap moeten overlaten. Er kan nog veel worden verbeterd op het gebied van preventie. Leefstijl is de sleutel naar gezond ouder worden, beaamt ook Schuurmans. We moeten niet alles willen repareren, maar juist op tijd ingrijpen.
Identiteit en ouder worden
Woertman wijst erop dat veel van de negatieve associaties over ouder worden uit de biologie komen. Maar we zijn meer dan onze biologie, beargumenteert ze. “We zijn wezens die de hele dag betekenis geven. Hoe we onszelf zien, baseren we doorgaans op ons verleden: het ‘ik’ wordt gezien als datgene wat je was, maar niet wat je in potentie nog bent.” Het beeld heerst dat je na je pensioen niet meer mee doet. Na je werkende leven moet je jezelf dus als het ware opnieuw gaan uitvinden, een nieuwe manier van zingeving vinden. Dit heeft volgens Schuurmans een enorme impact op de mentale gezondheid van ouderen.
Niet alleen hoe we onszelf zien, maar ook hoe anderen ons zien is voor veel mensen een groot deel van onze identiteit. We vergelijken onszelf met een ideaalbeeld – jong, leeftijdsloos – en dit kan schadelijk zijn voor ons zelfbeeld. Maar het heeft helemaal geen zin om je als oudere te vergelijken met iemand die veel jonger is. Volgens Woertman is het daarom belangrijk om je af te vragen: “Wie ben ik als er niemand kijkt?”
Dit artikel van Ellen Mohlmann verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht. Kijk hier terug naar het Science Café met psycholoog prof. Liesbeth Woertman (UU), verplegingswetenschapper prof. Marieke Schuurmans en moleculair bioloog dr. Peter de Keizer (UMC Utrecht).
Reacties (3)
Ik zie ouder worden als een zegen en als vloek.
Spreek nu voornamelijk over mezelf. Ik ben nog niet oud, maar de aftakeling begint al vroeg, dus denk ik er wel het e.e.a. over te mogen zeggen. Lichamelijk is het nog het meest duidelijk. Als kind lijk je onvermoeibaar en gezegend met self-healing superpowers! Als jonge sporter sla je jezelf bijna overal doorheen zonder warming-up, maar uitputting is al een bekende. En dan ben je 35 en is het van pijntje naar pijntje, naar blessure en knie-operatie of erger. Je moet steeds meer je best doen om in conditie te blijven, ook al spreek ik alleen maar over basis- conditie, niet eens om te sporten. Ouder worden is lichamelijk een vloek. En het uiterlijk dan? Dat is geestelijk. Veel mensen zijn veel mooier op oudere leeftijd, maar als je het hen zou vragen dan hoor je vaak het omgekeerde. Je kunt natuurlijk niet ontkennen dat huid minder strak zal zijn en dat alles lijkt te gaan hangen, maar of dat nu zo’n probleem is?
Geestelijk is het veel fijner om ouder te worden. Minder risico gedrag. Minder gedrag dat ook totaal uit het nergens lijkt te komen. De puberteit is eigenlijk gewoon een hel en ik vind het best wel schandalig dat er op school voor zover ik weet geen aandacht was en is voor het geestelijke aspect van die leeftijd. Alles is een drama tussen de pakweg 12 en 24 jaar. Ik was dat ook. Ouder worden is voor mij vooral wijzer worden gebleken. Ik denk dat ik voor velen die mij alleen kenden tot m’n 30ste, nu een heel ander persoon zal lijken. Het vreemde is dat ik dat niet overal om me heen zie en tegelijk anderen juist een tunnelvisie zie ontwikkelen. Alles wordt voor hen blijkbaar meer zwart-wit en net zo inflexibel als hun lichamen. Ouder worden is mentaal voor mij in elk geval een zegen.
Dan hou ik nog één punt over waar ik het over wil hebben als het om ouder worden gaat en dat is tijd. Ik voel dat ik tijd tekort kom. Er vallen zo veel mensen weg om je heen. Grootouders, ouders, andere familie en vrienden en kennissen. De meeste kwamen te overlijden en hier en daar zijn er ook nog mensen waar je op een moment contact mee verloor en die dan spoorloos zijn. Zelfs in deze digitale tijd. Ik had zo graag, met de wijsheden en ervaring die ik nu wel bezit, meer willen horen van ze. Als je jong bent heb je nog geen idee wat er allemaal weg zal vallen. Als je dan eindelijk tot dat besef komt, dan is het vaak al te laat.
Het is 1-2 voor partij vloek geworden.
Ja, dat. Zelfs als niet serieuze sporter (wat is dat?) kom je er langzaam achter dat je lijf minder snel hersteld.
Een val bij een jacht en spel, nerf guns, met kinderen, niets aan de hand, opstaan. En dan toch, twee weken later, gvr het doet nog steeds pijn.
Ondertussen vragen, afvragen, is dit nu een jaar dat er enorm veel mensen dood gaan? En horen: wacht maar het begint nu, vanaf 50, iedereen gaat merkbaar dood.
Mentaal, ha en ja. Ik heb nog steeds verschrikkelijk last van winter, januari, februari, niet leuk. Ik voel ook de niet leuk voor anderen. Laat mij alleen, schagerijnig, meer dan dat. Maar ook weer milder, het is zoals het is, niet direct denkend over treinen of diep koud water. Ook een win in zekere zin.
Zelfde ook, ik denk dat mensen die ik zag toen ik 30 was, mij nu niet meer herkennen.
En tijd, Ja. Die gaat snel. Als de wolven achter de slee, je haalt het niet in of bij.
Als je jong bent is er geen keurslijf, tenminste dat was er voor mij niet, als je ouder wordt, na het pensioen, opnieuw niet, heerlijk.