Niet elke blaffende hond is een waakhond

ANALYSE - Het is de tijd van ‘de hondsdagen’, kondigen Jan Gruiters, algemeen directeur van IKV Pax Christi en Leon Willems, directeur van Free Press Unlimited aan. 

Op menig raam, voordeur of tuinhek hangt een bordje met een afbeelding van een vervaarlijk uitziende Dobermann, vergezeld van de waarschuwende boodschap ‘Hier waak ik’. Hoewel het bordje anders doet vermoeden, weet iedereen dat er acht van de tien keer een keffertje woont dat misschien best vervaarlijk kan aanslaan, maar dat als het er op aankomt banger is voor bezoekers dan zij voor hen. Soms huist er wel degelijk een angstaanjagend exemplaar, dat zich blaffend en grommend vertoont aan iedereen die zijn alleen maar territorium passeert. Weliswaar een plaag voor menig wandelaar, maar eigenlijk weet iedereen wel dat van dergelijke dolle viervoeters niets te vrezen valt. Waakhonden die écht serieus te nemen zijn, hun baas daadwerkelijk van dienst zijn door zich alleen -al dan niet letterlijk- vast te bijten in mensen die kwaad in de zin hebben, zijn doorgaans op één hand te tellen.

Vele maatschappelijke organisaties hebben als missie om in ontwikkelingslanden, in fragiele contexten en repressieve staten maar ook in hun eigen samenleving het beleid van overheden en andere machthebbers te volgen en te veranderen. Daarmee vervullen zij de zo cruciale rol van waakhond binnen samenlevingen. Zoals een echte waakhond het bezit van zijn eigenaar beschermt, zo bewaken deze organisaties de naleving van internationale normen die de menselijke waardigheid als grondslag hebben.

Dit is geen nieuw gegeven. De aanwezigheid van een sterk maatschappelijk middenveld is van oorsprong nauw verbonden met de politieke emancipatie van burgers ten opzichte van hun machthebbers, waaronder- en niet in de laatste plaats – de staat. Overheden laten zich doorgaans primair leiden door statelijke belangen. Non-gouvernementele organisaties herinneren de overheid echter aan haar plicht de bescherming van de belangen van diegenen voorop te zetten aan wie de overheid uiteindelijk haar bestaansrecht dankt: mensen en de gemeenschappen waarvan zij deel uit maken.

Hondsdagen

Markant is dan ook dat het nu de machthebbers zelf zijn die het belang van de waakhondfunctie van het maatschappelijk middenveld onderschrijven én bepleiten. Ook minister Ploumen heeft in haar beleidsnotitie ‘Wat de wereld verdient’ aangegeven dat zij de signalerende rol van maatschappelijke organisaties als ‘watchdog’ wil steunen. Met die opmerking lijken ‘de hondsdagen’ te zijn aangebroken, veel maatschappelijke organisaties afficheren zich plotseling als waakhond.

Hoewel alle honden blaffen, is niet ieder blaffend exemplaar een waakhond. Het volgende model, gebaseerd op het rapport The 21st Century NGO. In the Market for Change geeft hierin enig inzicht. Het model maakt gebruik van twee kenmerken om verschillende honden van elkaar te onderscheiden. Het eerste is de doelgerichtheid waarmee de hond te werk gaat: stemt hij zijn gedrag af op doelwit en doel, of gaat hij alles en iedereen op dezelfde wijze te lijf? Het tweede kenmerk is de mate van samenwerking die de hond zoekt. Waar sommige honden standaard de confrontatie aangaan, pogen andere juist door constructieve samenwerking met hun doelwit hun doel te bereiken.

Dit brengt ons tot de volgende indeling in hondensoorten:

tabel

Een dolle hond bijt en blaft wild in het rond. Hij handelt vanuit instinct, strategisch noch doelgericht. Door al dat bijten en blaffen krijgt de dolle hond aanvankelijk veel aandacht. Maar de resultaten die hij boekt, zijn op zijn best tactisch en veelal tijdelijk van aard. Een dolle hond is in hoge mate voorspelbaar. Ontwijken en negeren vormen de beste remedie tegen de razernij die de dolle hond vertoont en oproept.

Een schoothond is even ongericht als de dolle hond, maar zal er niet aan denken de hand te bijten die hem aait. De schoothond is naar zijn aard bijzonder sociaal. Slim is hij zeker: als geen ander kan hij trucjes aanleren. Als gezelschapsdieren zullen schoothonden zich nooit te ver van de massa verwijderen. Een aai over de kop en de schoothond is tevreden.

En dan hebben we de schaapshond. Een slim beest dat zijn gedrag steeds afstemt op bewegingen die de herder en de kudde maken. Blaffen en bijten doet hij niet; hij rent van voor naar achter en probeert de kudde daar te brengen waar hij die hebben wil. En als het moet, wacht de schaapshond stil op een beweging die de goede kant op gaat. Een schaapshond is eenvoudig voor de gek te houden door meewerkend gedrag te suggereren. Dan blijft het dier maar op en neer rennen zonder zijn doel te bereiken.

Ook een jachthond gaat intelligent te werk. Hij volgt het spoor van zijn uitgekozen doelwit en kent de zwakke kanten van zijn prooi. Onafhankelijkheid en onvoorspelbaarheid vormen de kracht van de jachthond. Een jachthond die iets op het spoor is, stopt pas zodra zijn strategisch doel is bereikt. Ontsnappen aan de jachthond is enkel mogelijk door sporen van onrecht uit te wissen.

Blaffen tegen de maan

Welke hond is nu het meest geschikt als waakhond? De eerste die natuurlijk afvalt is de schoothond. Misschien weet dit dier best een zodanig geblaf te produceren dat de illusie van waakhond wordt gewekt, maar schoothonden zullen machthebbers nooit bijten.

De dolle hond ziet zichzelf vaak als enige en echte waakhond. Maar een dolle hond blaft vaak tegen de maan, net zolang tot die onder gaat. Hoewel machthebbers niet van dolle honden houden, liggen zij er ook niet wakker van. Een dolle hond bijt uiteindelijk in de eigen staart: aan het einde van de dag luistert niemand meer naar zijn wild geblaf.

Schaapshonden zijn er tegenwoordig in overvloed. Het zijn ook de honden die machthebbers graag om zich heen hebben. Zolang de herder en zijn hond overeenstemming hebben over de normen, kunnen schaapshonden veel bereiken. Zij spelen bij uitstek een begeleidende en signalerende rol en proberen door samenwerking de normen te hoeden. De kudde schapen moet dan natuurlijk wel meewerken. En als het moet, leiden schaapshonden de aandacht af van dolle honden.

Naast schaapshonden zijn ook jachthonden nodig. Zij sporen hardnekkig het onrecht op. Als zij onrecht op het spoor zijn bijten jachthonden zo nodig ook schaapshonden en schoothonden van zich af. Daarnaast zijn zij in staat om in het spoor van hun idealen machthebbers niet enkel aan te spreken op normen maar ook nieuwe normen te stellen en aan te zetten tot naleving daarvan. Polarisatie kan daarbij noodzakelijk zijn; iets waarvoor een jachthond niet terugschrikt. Integendeel.

Gepaste argwaan

Overheden die vragen om waakhonden verdienen gepaste argwaan. Een overheid die schoothonden waakhonden noemt en deze wil steunen, maakt zich schuldig aan een hypocriete vorm van repressieve tolerantie. Machthebbers die dolle honden voeren, maken een fout, zij het geen fout waar zij wakker van hoeven liggen. De ideale waakhond is een combinatie van jachthond en schaapshond. Waar nodig moet hij meedogenloos de jacht openen op vervaging en overtreding van normen. Waar mogelijk moet hij samenwerken voor naleving en versterking van normen.

Organisaties moeten vooral die functie vervullen die hen past. Nu de waakhondfunctie in zwang is, bestaat het risico dat elke organisatie zich als waakhond gaat gedragen in de hoop dat zij zo ook een deel van de koek kan verwerven. Zo’n Pavlovreactie ondermijnt echter de functie van waakhond die juist in deze tijd nodig is.

De echte waakhondfunctie is een publieke functie die door een verstandige overheid wordt gesteund. Die overheid bezit de moed om organisaties die bereid zijn fundamentele issues aan de orde te stellen niet te muilkorven, om tegenmacht niet uit de weg te gaan maar juist te faciliteren. Een verstandige overheid beseft ook dat niet elke blaffende hond een waakhond is. Alleen een waakhond die doorbijt als het moet en samenwerkt als het kan, draagt bij aan een democratische bestuur dat de belangen van burgers dient en zich daarbij laat leiden door menselijke waardigheid in plaats van statelijke belangen. Die overheid zal niet alle blaffende honden een afgekloven bot toewerpen, alleen om van het gejank af te zijn.

Via ViceVersa.

Reacties (2)

#1 Henk van S tot S

Niks mis met het artikel op zich.

Maar de honden die wij hadden waren anders.
Iedereen mocht erf/pand betreden.
Maar om weg te mogen was uitdrukkelijke toestemming van de bewoners erg noodzakelijk ;-)

  • Volgende discussie
#2 dNEUS

Wat een ongelukkige vergelijking. Jacht- en schaapshonden worden op strenge wijze afgericht, (zo streng dat je dat beter buiten het zicht van de gemiddelde Nederlander doet), om ieder commando van de baas uit te voeren en niet om zelf initiatief te nemen, al lijkt dat laatste voor de onbevangen toeschouwer wel zo.

Geen enkele van uw aangehaalde soorten is geschikt als waakhond. Laat staan dat de vergelijking iets duidelijk maakt.

  • Vorige discussie