wel dat de vierde partij van Nederland, zoals waarschijnlijk morgen bekend wordt, de vicepresident van de Raad van State levert. Dezelfde partij overigens, die in de peilingen van zowel De Hond als van de politieke barometer op plaats zes staat. Tjeenk Willink werd in 1997 vicepresident toen zijn PvdA de grootste partij was. De voorganger van Tjeenk Willink, CDA-er Willem Scholten, werd vicepresident toen het CDA in 1980 met 49 zetels meer dan twee keer zoveel zetels had als nu. Daarmee was ze de tweede partij, na de PvdA van Den Uyl, maar wel de grootste regeringspartij en dat telt natuurlijk nog een beetje meer.
Deze traditie van baantjesschuiverij ontmoet steeds meer weerstand, wellicht omdat de vriendjespolitieke praktijken steeds zichtbaarder worden. De beschikbaarheid van Hirsch Ballin is bekend, net als de afkeer van Verhagen van deze tegenstander van het huidige kabinet. Van de sollicitatiebrief van de voorzitter van de SER, lid van D’66, wordt kennis genomen. Door de media althans.
Ook het afkalven van de middenpartijen werkt die weerstand in de hand. PvdA, CDA en VVD hebben in de voornoemde peilingen, gezamenlijk respectievelijk 63 en 73 zetels. In ieder geval geen meerderheid dus. Het vanzelfsprekend opeisen van belangrijke posten verliest langzaam z’n vanzelfsprekendheid.
Gewoontegetrouw gaan ook de voorzittersposten van de Eerste en Tweede Kamer naar de grote middenpartijen. De PvdA levert op het moment de voorzitter van de Tweede Kamer en de post in de Eerste Kamer is net opgeëist door die andere Fred van de VVD, voormalig burgervader van Apeldoorn De Graaf. Tot dusver geen zand tussen de tandwielen van de baantjesmachine. Maar mochten de PvdA en het CDA bij de volgende verkiezingen door meerdere partijen voorbijgestreefd worden, dan zal daar toch een keer verandering in gaan komen. Niemand zal accepteren dat de VVD ook de tweede kamervoorzitter levert, maar welke partij dan wel?
Burgemeesterposten worden traditioneel ook gevuld met naar voren geschoven partijpolitici, maar de gemeenteraad heeft daar wel invloed op. Invloed die overigens nog niet ten goede komt aan lokale partijen, die toch het grootste deel van de gemeenteraadszetels in handen hebben: 23,7%. Dat contrasteert nogal met de 0,6% van de burgemeesters die niet lid is van één van de traditionele partijen. 86% van de burgemeesters zijn daarentegen lid van de PvdA, het CDA of de VVD, terwijl ze slechts 46% van de raadszetels in handen hebben. Het CDA heeft met 14,8% van de raadszetels zelfs 33% van de burgemeestersposten in handen. Wellicht mede te danken aan de benoemingsduur van 6 jaar, waardoor de resultaten van de verloren raadsverkiezingen van 2010 en 2006 nog op zich laten wachten.
De eerste vraag is wanneer de andere partijen beginnen te morren. Als straks de PVV, de SP en D’66 groter zijn dan het CDA, gaan ze dan de voorzittershamer van de Tweede Kamer opeisen?
De tweede vraag is nog interessanter, omdat het de rol van partijen ter discussie stelt. Hoe gaat het lopen in de gemeentepolitiek? Hoewel lokale partijen niet perse bekend staan om hun politieke vernieuwing, zijn ze wellicht in staat met burgemeesterskandidaten van buiten te komen.
En zou dat niet een verademing zijn? Een bestuurder, waarover persoonlijke oordelen niet direct gekleurd worden door het onuitwisbare stempel van een politiek nest. En een bestuurder die behoort tot de 99% en niet tot die incestueuze, zichzelf benoemende 1%.
Reacties (7)
Als die Geert ooit nog eens over achterkamertjespolitiek gaat zeiken dan hoop ik dat het gezamenlijke journaille hem in zijn bek uitlacht.
@frank: Hirsch Ballin heeft zich min of meer onmogelijk gemaakt bij de PVV. (door zijn uitlatingen).
Als Wilders voor HB zou stemmen, dat zou pas onbegrijpelijke achterkamertjespolitiek zijn geweest.
Jemig Alt.Johan, ik had het over achterkamertjespolitiek, en jij antwoord met nog veel meer achterkamertjespolitiek. Droef….
Dat het CDA relatief veel baantjes krijgt heeft er direct mee te maken dan de PVV relatief weinig baantjes krijgt.
Ik bedoel als de het aantal D66 en het aantal PVV-burgemeester met elkaar vergelijkt dan is dat ook niet evenredig met de electorale aanhang van die 2 partijen.
Het zal nooit compleet proportioneel zijn, maar zo uit balans als het nu al in sommige gevallen is (die CDA burgemeesters), dat houdt een keer op.
Allereerst omdat het niet geloofwaardig blijft, maar op termijn ook, omdat bijvoorbeeld burgemeesters hun ‘opleiding’ doorlopen via de raad. Die vele duizenden raadszetels vormt een van de humuslagen waaruit bestuurders ontspruiten. Als die raadszetels uitblijven, moeten die bestuurders ergens anders vandaan gaan komen, maar waar?
“En zou dat niet een verademing zijn? Een bestuurder, waarover persoonlijke oordelen niet direct gekleurd worden door het onuitwisbare stempel van een politiek nest.”
Dat stempel heb je zo te pakken hoor. Daar hoef je geen partijlid voor te zijn. En is Verbeet nu zo’n slechte voorzitter? Of van Aartsen een slechte burgemeester? Ze zien bovendien minder indirect verkozen dan onze Eerste Kamerleden.
Het punt betreft niet zozeer de individuele kwaliteit van de bestuurders maar over het nepotistische stelsel dat ze daar neergezet heeft*; en het feit dat daar geen enkele democratische controle of invloed op plaatsvindt. Een discussie over de monarchie zou ook niet over het functioneren van de koningin of haar familie moeten gaan, maar over het verkalkte en ondemocratische instituut.
Donner vormt natuurlijk wél een mooie illustratie, omdat hij de arrogantie van de baantjesolichargie zo goed uitdraagt.