Nederland steunde Filippijnse regime in intern politiek conflict

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Foto: AndyWilson, flickr.com

Na de aanslagen van 9/11, nu tien jaar geleden, vaardigden de VS en hun bondgenoten in rap tempo allerlei wetten uit die het opsporen en veroordelen van terroristen moesten vergemakkelijken. Een van deze wetten had tot doel terroristen af te snijden van hun banktegoeden. In de VS en later in Europa werd een lijst aangelegd van personen en organisaties van wie het banktegoed bevroren werd. Financiële hulp aan hen was verboden.  Omdat alles wat met terrorismebestrijding te maken had met grote geheimzinnigheid was omgeven is het nooit bekend geworden hoe deze lijsten zijn samengesteld. Ook was het lange tijd onmogelijk om tegen deze maatregelen in beroep te gaan.

De enige Nederlandse ingezetene die op de Europese zwarte lijst heeft gestaan was José Maria Sison, een sinds 1987 in Utrecht in ballingschap levende leider van de Filippijnse communistische partij. Na een jarenlange juridische strijd is zijn naam in 2010 van de lijst geschrapt. Nu kan uit documenten die onthuld zijn door Wikileaks opgemaakt worden dat Nederland in nauw overleg met de Filippijnse regering Sison vele jaren actief heeft tegengewerkt. De EU voerde de terroristenlijst in 2002 overhaast in na vergelijkbare maatregelen van de VS en de VN. Het politieke klimaat was gunstig voor een harde aanpak. Dat bood regeringen van bepaalde landen ook een goede gelegenheid voor het onschadelijk maken van politieke tegenstanders. Zoals de Koerdische partijen in Turkije. En de communistische rebellen in de Filipijnen.
José Maria Sison is sinds de jaren negentig als adviseur betrokken bij onderhandelingen met de Filippijnse regering. Hij werd volgens zijn advocaat Jan Fermon in 2002 eerst in de VS als terrorist op de zwarte lijst geplaatst, direct na een bezoek van Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell aan de Filipijnen. Een dag later volgde in Nederland en toen werd meteen zijn privé-rekening geblokkeerd. Korte tijd later kwam hij op verzoek van Nederland op de zwarte lijst van de EU. Een jaar later verklaarde de Filipijnse minister van Buitenlandse Zaken openlijk waar het eigenlijk om te doen was.

“Once there is a peace agreement, I will request to the EU, the United States and other countries to delist (the rebels) as terrorists. If they sign, they will no longer be terrorists” (AFP 1-2-2003).

Ook Nederland is duidelijk geweest over de motieven om Sison via de terroristenlijst onder druk te zetten. Bij de landeninformatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat dat de handelsbetrekkingen tussen Nederland en de Filippijnen belast worden door het feit dat Sison in Nederland verblijft. Nederland heeft zich in alle juridische procedures die Sison heeft gevoerd altijd beroepen op het belang van internationale betrekkingen.

Hoe nauw de samenwerking was tussen Nederland en het dictatoriale Filippijnse regime blijkt uit een van de diplomatieke telegrammen van VS ambassadeurs die door Wikileaks openbaar gemaakt. Het telegram is uit 2007 en gaat over een ontmoeting van de Filippijnse minister van buitenlandse zaken op de ambassade van de VS in Manilla. Kort tevoren was Sison in Utrecht gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid bij een aanslag in zijn geboorteland.  Zijn huis en dat van zijn vrienden in Nederland zijn doorzocht, computers en archieven zijn in beslag genomen. Het risico dat gegevens over de oppositie op deze manier op de Filippijnen terecht zijn gekomen sluiten de Nederlandse autoriteiten niet uit (kamervragen SP 17-9-2007). Minister Romulo toonde zich volgens het nu door Wikileaks onthulde diplomatieke telegram tegenover de Amerikanen verheugd over dit nieuws:

Romulo was elated by the recent arrest by Dutch
authorities of Jose Maria Sison, the longtime self-exiled
leader of the Communist New People's Army, a group on the
U.S. list of Foreign Terrorist organizations.  He said he and
Cabinet colleagues had been working with the Dutch for
several years to make sure the case they built was good.
They were delighted to finally have Sison behind bars.
Romulo said that given the U.S. interest in prosecuting
terrorists, he hoped we'd be prepared to assist the Dutch
with the case, if the Dutch so requested.

Zijn vreugde zal van korte duur geweest zijn want het Nederlandse OM kon er geen zaak van maken, met name vanwege de onbetrouwbaarheid van de bronnen uit de Filippijnen. Sison werd na twee weken vrijgelaten en de zaak werd uiteindelijk geseponeerd. Ook in zaken die voor Filippijnse rechtbanken tegen Sison zijn gevoerd had de regering geen succes. Intussen kwam er ook steeds meer kritiek op de Europese terroristenlijst (o.m. door een rapport van de Raad van Europa van Dick Marty). En het Europese Hof  in Luxemburg gaf Sison in juli 2007 voor het eerst gelijk in zijn klacht over de plaatsing op de zwarte lijst. Het is opvallend dat in deze context de Nederlandse regering alsnog hand-en-span-diensten verleende aan de Filippijnse regering, die zijn poging tot chantage van Sison zag mislukken.

Er is nu een andere regering in Manilla. De onderhandelingen met de communistische rebellen zijn hervat in Oslo.  Sison wordt in Nederland niet meer beschouwd als terrorist. Maar de vluchtelingenstatus die hij al bijna 25 jaar nastreeft wordt hem nog steeds geweigerd.

Reacties zijn uitgeschakeld