Latijns-Amerika wil wat met zijn verkeer. Het aantal auto’s neemt ieder jaar fors toe en om de grote binnensteden leefbaar en toegankelijk te houden zijn drastische maatregelen nodig. Dankzij de soms wat ondemocratische besluitvorming worden die dan ook genomen. Bogota en Sao Paolo kennen gedeeltelijk autovrije zondagen. En veel grote steden kennen een systeem van beperkte verkeerscirculatie.
Over het algemeen houdt dat in dat mensen met een bepaald nummerbord op bepaalde dagen of op bepaalde tijden niet mogen rijden. Sao Paolo begon al in 1997 met dit systeem van ‘rodizio veicular’ en intussen werken vergelijkbare systemen in Mexico, Colombia, Bolivia, Chili, Honduras en Costa Rica. Het systeem met de nummerborden is eenvoudig uitvoerbaar en wordt gehandhaafd door oplettende politiemensen. Met de politie wil je niks te maken hebben en de boetes zijn fors, dus neem je het risico niet. Er zijn geen peperdure camerasystemen voor nodig, geen controlelussen of tolpoorten. Er zijn geen registratie-issues en ook geen vertragingen in de aanbestedingen. Het is de Zuid-Amerikaanse aanpak: het is er, het is weinig geavanceerd en het werkt!
Een ander probleem van het steeds drukkere verkeer zijn de ongelukken, vaak met fatale afloop. Berucht zijn de massale ongelukken op de bergroutes in Peru, Bolivia, Ecuador en Colombia. Bussen slingeren dag en nacht langs diepe ravijnen over wegen die in voortdurende staat van ontbinding lijken en bij regen veranderen in halve rivieren. Inhalen is op die onoverzichtelijke, bochtige trajecten geen optie. Het gebeurt veel.
Ook op de vlakke delen van het continent gaat het vaak mis. Zo is het weekend van de Semana Santa berucht (Pasen). Steevast vallen er tientallen doden per land. Aangeschoten (of dronken) bestuurders zitten urenlang achter het stuur van hun overvolle gezinsautootje. Het is druk en iedereen wil zo snel mogelijk bij de familie zijn, of weer thuis. Argentinië had in 2006 ongeveer 7500 verkeersdoden, op 39 miljoen inwoners (dat zijn er 192 per miljoen). Nederland telde afgelopen jaar 730 doden ( 44 per miljoen).
Tijdens de lange busrit van Buenos Aires naar Cordoba doen wat jongelui achter me een spelletje. Ze tellen de monumentjes langs de weg. Waar we in Nederland schoorvoetend herdenkingstegels plaatsen voor verkeersslachtoffers, zijn monumenten in Latijns Amerika gemeengoed. Soms is het een kruis of een beschilderde steen, vaak zijn het kleine altaartjes of zelf minikapelletjes. Het groepje achter me komt (aan één kant van de weg) tot twintig. Vlak voor we Cordoba inrijden komen er nog vier bij: twee grote, rode kruizen voor twee ouders, twee kleine voor hun kinderen.
Reacties (4)
Zijn er veel mensen die dan twee auto’s of twee nummerborden hebben?
In Mexico Stad werd een dergelijk systeem al in 1989 ingevoerd. Het gevolg was wel dat veel middenklasse gezinnen een tweede of zelfs derde auto kochten.
Was overigens een agendapunt van Emiel Ratelband tijdens zijn korte politieke carrière. Even/ oneven nummerplaten. Tja, carpoolstroken enz.enz….probleem met files is vaak dat er tegelijkertijd teveel auto’s op de weg zijn…
Maar die ongelukken, zijn dodenritten daar ’s nachts. En geef Jules de Korte maar eens een rijbewijs…dacht dat bij Close du jour hieromtrent wel eens een filmpje heeft gestaan. Moeten ze de boel maar helemaal asfalteren en overal straatverlichting plaatsen hoor…
Het schijnt trouwens dat grote delen van Venezuela momenteel zonder stroom zitten. (Wist ff niet waar elders ik dit kwijt moest).