RECENSIE - Onder bovenstaande kop schreef Jaap van Ginneken in 2002 in de Groene Amsterdammer: “De strijd om de ‘hoofden en harten’ van de bevolking in eigen land en binnen het eigen bondgenootschap, in neutrale landen en in vijandige naties, is sinds mensenheugenis de kern van alle agitatie en propaganda.” De aanleiding was de opheffing van het Office of Strategic Influence van defensieminister Donald Rumsfeld, nog voor de Irak-oorlog zelfs maar begonnen was. Van Ginneken vermoedde dat de activiteiten van dit bureau, dat na de aanslagen van 11 september leugens moest verspreiden in de strijd tegen het terrorisme, voortaan op meer heimelijke wijze zouden worden voortgezet. “Als je gaat liegen, moet dat immers niet van te voren in de krant worden aangekondigd. Zelfs als je de waarheid spreekt, word je dan niet meer geloofd.” Kees Kalkman bespreekt ‘Operatie Oppoets’, een onthutsend boek.
Jip van Dort – al bekend als een van de auteurs van het boek ‘Hawija’ over de aanval van de Nederlandse luchtmacht op een Iraakse stad tijdens de oorlog met ISIS en de catastrofale gevolgen daarvan voor de bewoners van de wijk waar Islamitische Staat een arsenaal had aangelegd – heeft nu een boek geschreven over vier recente gevallen waarin propaganda is ingezet bij Nederlandse deelname aan oorlog. Ten eerste claimde de Nederlandse regering in 2002 en 2003 een grote dreiging vanwege massavernietigingswapens in Irak, die er in werkelijkheid niet waren. Ten tweede werd van 2006 tot 2010 door het kabinet beweerd dat door onze militairen aan de Afghaanse autoriteiten (lees: de beruchte geheime dienst NDS) overgedragen gevangenen niet werden gemarteld, terwijl dat wel gebeurde. Ten derde werd in de periode 2015-2018 de indruk gewekt dat door Nederland gesteunde gewapende groepen in Syrië mensenrechten en oorlogsrecht respecteerden, wat niet klopte. Ten slotte werd van 2014 tot 2018, toen luchtaanvallen werden uitgevoerd tegen Islamitische Staat in Irak gesuggereerd dat een schone oorlog werd gevoerd, terwijl burgers werden gedood.
Papieren werkelijkheden
Het boek ‘Operatie Oppoets’ stelt niet zonder reden dat het afwijkt van andere boeken in het Nederlandse taalgebied over oorlogspropaganda of vriendelijker gezegd ‘regeringscommunicatie’, die meestal gaan over de vijandelijke propaganda of eventueel over die van bondgenoten zoals de VS, maar zelden over het eigen Nederlandse handelen. Er zijn wel uitzonderingen, zoals over de Nederlandse koloniale oorlog tegen Indonesië, maar die behandelen een enkele oorlog in een ver verleden. Door meerdere gevallen te vergelijken uit een recent verleden kunnen patronen duidelijk worden, zo stelt de auteur. De desinformatie blijkt dan systematisch te zijn, juist ook bij recente oorlogen.
In vier hoofdstukken wordt eerst het regeringsverhaal beschreven, daarna hoe dit op onderdelen uitgedaagd wordt door onderzoeksjournalisten, kritische Kamerleden en onderzoekscommissies, de manier waarop het kabinet zijn versie overeind probeert te houden door ontkenning, geveinsde onwetendheid, selectieve informatievoorziening en geheimhouding en hoe uiteindelijk de waarheid boven water komt.
De analyse is minutieus en vindt plaats aan de hand van Kamerbrieven, parlementaire debatten, rapporten en mediaberichten. De conclusie is dat de diverse regeringen er toch in slaagden met ‘opgepoetste verhalen’ en ‘papieren werkelijkheden’ parlement en bevolking lange tijd het zicht op de ‘rauwe werkelijkheid’ te onthouden. Pas als er werkelijk geen uitweg meer mogelijk was volgde een schoorvoetende erkenning. “In de toekomst moet de democratie harder werken,” stelt Van Dort, doordat critici van diverse pluimage “sceptisch zijn en er bovenop zitten.” Zo kan propagandagebruik worden herkend en onschadelijk worden gemaakt, waardoor eventueel ook oorlogen eerder kunnen worden beëindigd. Daarnaar gevraagd, bevestigt de auteur dat het buiten kijf staat dat propaganda ook gebruikt wordt in huidige conflicten in Oekraïne, Gaza en elders, zowel door de direct betrokken partijen, als door staten die indirect betrokken zijn. Bij elke oorlog wordt de waarheid geslachtofferd, de democratie geschaad en is alertheid geboden.
Strijd om hoofden en harten
Alles bij elkaar een nuttig boek, ook voor wie zich snel over de betreffende affaires een beeld wil vormen. Een enkel woord van kritiek: de nadruk ligt wel erg op de verhouding regering en parlement met een kritische rol voor de onderzoeksjournalistiek en minder op de strategie achter de regeringspropaganda om de bevolking mee te krijgen. Aandacht voor de strijd om de hoofden en harten van de bevolking moet mijns inziens dit beeld van de opgepoetste regeringscommunicatie verder completeren.
Gevraagd om een reactie zegt Van Dort: “Documenten met strategische plannen zijn doorgaans niet openbaar, dus niet of moeilijk toegankelijk. Tegelijk is duidelijk uit de vele Tweede Kamerstukken die ik voor mijn boek heb bestudeerd, dat overheidscommunicatie wel werd afgestemd. Je komt bijvoorbeeld heel vaak letterlijk precies dezelfde antwoorden tegen. Op ministeries is over het algemeen duidelijk wat wel en wat niet dient te worden gecommuniceerd, daar ben ik van overtuigd. Met betrekking tot de oorlog tegen Islamitische Staat (IS) is een document naar boven gekomen dat stelt dat communicatie over burgerdoden steun voor de militaire operatie kan ondermijnen. Uit het rapport van de onderzoekscommissie naar de steun aan gewapende groepen in Syrië werd duidelijk dat bewust ‘verhullend en strategisch’ taalgebruik werd gebezigd richting het parlement. En in 2003 bestond er een ‘strategiegroep-Irak’ die voor het kabinet werkte aan de communicatie rond de naderende strijd. Het zijn allemaal aanwijzingen dat in ieder geval serieus werd nagedacht over de communicatie.
“Uit mijn boek komt een duidelijke trend naar boven: informatie over de werkelijke, maar lelijke oorlogspraktijk – de doden, gewonden en vernietiging – wordt zo veel als mogelijk buiten beeld gehouden, al helemaal als Nederland hier zelf betrokken bij is.”
Jip van Dort – Operatie Oppoets; hoe waarheid en democratie het afleggen tegen Nederlandse oorlogsdeelname. Uitgeverij Aspekt 2024. ISBN 9789464872446
[overgenomen uit Vredesmagazine, 2025 nr. 1]
Reacties (10)
Dat de eigen regering en onze bondgenoten ons doelbewust voorliegen, informatie achterhouden etc., is natuurlijk niets nieuws. Goed dat dit boek er is. Ik vraag mij af waarom. Welke motieven drijven de mensen die dit doen? Hoe komt dit? Waarom vreest men een draagvlak te verliezen, als men geweld gerechtvaardigd vindt moet dat toch ook uit te leggen zijn? Of minacht men het volk?
Als je iets meer zou willen begrijpen hoe dit komt, dan zou ik je aanraden iets meer nuance te zoeken. Politici zijn hele gewone mensen die, net als iedereen, het vermogen hebben om zichzelf voor de gek te houden. Of om weg te kijken van dingen die slecht uitkomen. Misschien zijn ze daar zelfs wel beter in dan gemiddeld. Want het zijn grote ego’s en grote ego’s willen hun eigen beoordelingsvermogen nog wel eens overschatten.
Een onwaarheid is niet per definitie hetzelfde als een doelbewuste leugen. (Colin Powell schijnt bijvoorbeeld woest te zijn geworden toen hij achteraf ontdekte dat de informatie over massavernietigingswapens in Irak onbetrouwbaar was. Al zou dat verhaal natuurlijk ook onwaar kunnen zijn.) Waarmee ik ook weer niet wil zeggen dat er nooit wordt gelogen. Of dat het onbewust verspreiden van onwaarheden niet verwijtbaar zou zijn. Want politici moeten ervoor zorgen dat ze goed geïnformeerd zijn. Maar de werkelijkheid is wel wat complexer dan de karikatuur van ‘het zijn allemaal leugenaars’.
Het zijn allemaal complexe leugenaars?
Zie #2, vergeten op beantwoorden te klikken. En nu ga ik Flapppie opeten.
Je gaat volledig voorbij aan mijn vraag/vragen. Wat zijn de motieven? Waarom? Wie? Wat drijft hen. Nergens zeg ik dat het allemaal leugenaars zijn. Dat is niet het issue. Jij wilt graag waakzaam zijn, voorbereid op. Ik ook.
Even een technische opmerking:
Als u op “Beantwoorden” klikt, komt uw reactie direct onder het bericht.
Dan is duidelijker op wie u reageert.
Sorry. Te gehaast.
Daar ga ik aan voorbij omdat dat niet zomaar even in een korte reactie op een blog te beantwoorden is. Daar is het allemaal veel te complex voor. Dat was nou net het punt. En de motieven zijn ook zeker niet in alle gevallen en voor alle betrokkenen hetzelfde. En ze zullen ook niet allemaal hun eigen diepste motieven kennen. Maar ik kan wel even wat motieven noemen die zo in mijn opkomen: persoonlijke ambities, politieke belangen, druk vanuit de partij, voorkomen van gezichtsverlies, ideologische overtuigingen of oogkleppen, goede bedoelingen die verkeerd uitpakken, slechte bedoelingen.
Ik vind vooral dat je die politici niet te groot moet maken. Het zijn net zulke simpele zielen als wij allemaal. Die het ook allemaal niet goed weten. (Maar dat niet kunnen laten blijken, want dan winnen ze geen verkiezingen.) Om een bekende uitspraak van John Lennon te verhaspelen: Reality is what happens to politicians, while they’re busy making other plans.
Rutte ‘as he delivered a cocktail of half-truths to demand ever-increased military spending.’
https://jacobin.com/2024/12/mark-rutte-nato-secretary-speech
T
Een tekenend zinnetje. Een schone oorlog bestaat niet. Alleen zijn wij dat niet meer gewend. Als er dus strategische redenen zijn om de Nederlandse strijdkrachten in een conflict ergens in te zetten, of anderszins steun te verlenen aan een strijdende partij, dan is de Nederlandse regering zich er uiteraard bewust van dat dit ver af staat van de belevingswereld van Nederlandse burgers, en daar richt ze haar communicatie op in, met als een van de kenmerken om vooral niet te veel aandacht te geven aan alle gruwelijke details van die oorlog.
Journalisten snappen echter ook dat er in Nederland zeer weinig tolerantie is voor geweld. En als ze dus gruwelijkheden ontdekken waar Nederland direct of indirect verantwoordelijk voor is, hoe incidenteel ook, dan is dat een kans om daar een aansprekend impactvol verhaal van te maken.
Dit levert een arena op waar nuance, context en strategische vragen sneuvelen. De regering probeert onwelgevallige verhalen uit de publiciteit te houden, journalisten proberen juist om het vuurtje op te stoken. Wil je meer transparantie van de overheid? Dan vraagt dat ook discipline van journalisten en uiteindelijk ons als burgers om niet overal direct een grof schandaal van te maken.
Op het oudste voorbeeld, de ‘massavernietigingswapens’ in Irak, na, zijn dit alle voorbeelden waar de Nederlandse regering gepoogd heeft de wereld veiliger te maken en daartoe haar nek uitgestoken heeft. Dat is in principe te prijzen. Er zijn zeker discussies te voeren over de wijsheid en uitvoering hiervan, maar de genoemde incidenten zijn hierbij slechts voetnoten.