ANALYSE - Een recente studie van Melvyn Hamstra laat zien dat de lengte van een leider positief correleert met hoe charismatisch hij – het geldt niet voor een zij – gevonden wordt. Dit suggereert dat lange politici succesvoller zijn. Young and French vinden inderdaad dat de vier beste presidenten van de VS (bepaald via een survey) maar liefst tien centimeter langer zijn dan de vijf slechtste presidenten. Wikipedia wijdt een pagina aan een vergelijking tussen presidentskandidaten en hun lengtes. Sinds 1900 heeft in 19 gevallen de langste kandidaat gewonnen, in twee gevallen waren ze even lang en in slechts acht gevallen won de kleinste kandidaat. Een studie in Polen laat zien dat kiezers verliezers van verkiezingen groter inschatten voor de verkiezing en winnaars van verkiezingen groter inschatten na de verkiezing.
Lengte doet er dus toe. Geen wonder dus dat op deze foto Sarkozy met z’n 1 meter 65 de hulp van een hak en een hups inroept om bij Obama (1.85m) in de buurt te komen.
Maar hoe doen de Nederlandse politici het? Hoe lang zijn ze? Met dank aan ome Google en vooral veel navraagwerk kom je een eind. Maar in sommige gevallen blijft het gissen; de ‘miezerige’ Pechtold is naar schatting 1.84m. Ik dacht dat hij veel kleiner was (dankzij Wilders?). Het figuur hieronder laat op de y-as de schattingen van de lengtes van de politici zien (laat een bericht achter als de schatting verkeerd is). Wilders is dus het langste (1.95m). Sowieso zijn de heren politici (1.84m) langer dan de gemiddelde Nederlander (1.81m). Ik heb geen recente meting van charisma gevonden, in plaats daarvan gebruik ik het rapportcijfer dat mensen aan politici hebben gegeven in een onderzoek van TNS-Nipo. Ik heb ook naar andere datasets en factoren gekeken (leiderschap, bekwaamheid en sympathie uit de UvA/VK dataset van Philip van Praag over de verkiezingen van 2012, sympathie uit de LISS data). Het beeld is min of meer hetzelfde als in figuur 1.
Figuur 1. Lengte t.o.v. rapportcijfer (data TNS-NIPO)
Figuur 1 laat zien dat lengte positief met het rapportcijfer is gecorreleerd (r=0.2). Wilders is de grote uitzondering: hij is veel te lang voor zijn lage rapportcijfer. Zonder Wilders is de correlatie veel sterker (r = 0.6). Maar rapportcijfers veranderen over tijd. Samsom kreeg een jaar geleden nog een 6.7 van de respondenten van TNS-Nipo. Het rapportcijfer van Samsom is dus aardig ingekakt. Ik adviseer Samsom dan ook om Spekman of een andere adjudant te vragen driemaals daags IEORG KIREDEID tegen hem te blèren. Voor de leider geldt: elke centimeter telt!
Dit artikel van Gijs Schumacher verscheen eerder op Stuk Rood Vlees.
Reacties (7)
Gaat het volgende stuk over het verband met de omvang van politici, het komt uit de lengte of de breedte?
“Sowieso zijn de heren politici (1.84m) langer dan de gemiddelde Nederlander (1.81m).”
Misschien de politici beter vergelijken met de populatie hogeropgeleiden. Daar komen immers de meeste politici uit voort en hogeropgeleiden zijn gemiddeld langer dan de algemene populatie (omdat zowel opleiding als lengte deels bepaald worden door opvoeding en sociaaleconomische omstandigheden in je eerste 18 levensjaren).
Samsom kreeg een jaar geleden nog een 6.7 van de respondenten van TNS-Nipo.
Maar is hij dan ook flink gekrompen in dat jaar tijd?
Ik had trouwens Wilders aanmerkelijk kleiner ingeschat.
Overigens valt me op “deze foto” vooral op dat beide first ladies korte of zelfs geen hakken dragen (om maar niet te zeer boven hun respectievelijke mannen uit te steken?). Het “hupje” van Sarkozy valt dan weer makkelijk anders te verklaren (hij kijkt immers ook niet naar de fotografen en staat blijkbaar naar een bekende opzij te zwaaien, ik vermoed dat een fotograaf dit moment heeft misbruikt om de situatie anders voor te stellen dan ze was).
Mao was toch een verrekt klein kereltje , Stalin 1,68 , Hitler was 1,73 , Kim il Jung etc…
Is dit half serieus? Of 100% een (domme) grap? In ieder geval is het onzin. N=9; correlatie 0.2 => is dus totaal géén correlatie want N is veel te klein, het 95%-betrouwbaarheidsinterval loopt van ongeveer -0.5 naar +0.7.
Ik houd het er voorlopig maar op dat de schrijver even de weg kwijt is.
“Sinds 1900 heeft in 19 gevallen de langste kandidaat gewonnen, in twee gevallen waren ze even lang en in slechts acht gevallen won de kleinste kandidaat.”
Het startpunt is hier wel erg convenient gekozen. Sinds 1970 is het een exact gelijkspel en sinds deze eeuw is het zelfs dik winnen voor de kortmensen.
Charles de Gaulle en Konrad Adenauer moet ik aan denken. Mitterand in Franse verhoudingen, maar was smal, en dan lijk je snel langer.
Dat Wilders zo lang is, dat was me wel opgevallen toen ik hem tussen de beveiligers zag.