Bij afwezigheid van onze kunstredacteur P.J. Cokema vandaag het verslag van een bezoek aan het huis van een architect.
In Utrecht is vrijdag het voormalige woonhuis van de architect Sybold van Ravesteyn (1889-1983) als museumhuis geopend. Van Ravesteyn was ingenieur en als architect verbonden aan de Nederlandse Spoorwegen. Hij ontwierp onder andere het oude, inmiddels afgebroken, Centraal Station Utrecht, het oude Centraal Station in Rotterdam en verschillende andere stations in Rotterdam, die ook niet meer bestaan met uitzondering van Rotterdam-Noord. Volgens Marinus de Ruiter wordt hij wel ‘de meest gesloopte architect van Nederland’ genoemd (Argus, 3 september 2019). Zijn werk is nog wel te zien in de Dordtse schouwburg Kunstmin en Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.
Hiernaast een ander gebouw dat nog niet zo lang geleden van de sloop is gered: het seinhuis Blauwkapel in het Utrechtse Tuindorp dat binnenkort wordt gerenoveerd tot een koffiezaak.
Het voormalige woonhuis van Van Ravesteyn staat in Utrecht aan de Prins Hendriklaan, op steenworp afstand van het Rietveld-Schröderhuis. Van Ravesteyn was in de jaren twintig van de vorige eeuw met Rietveld bevriend en aanvankelijk ook aanhanger van de Nieuwe Zakelijkheid. Hij was een specialist in bouwen met gewapend beton. Licht, lucht en ruimte daar ging het om. Maar van Ravesteyn nam na verloop van tijd wat meer afstand van al die rechte lijnen en het puur functionele. We moeten het ook een beetje leuk maken voor de mensen, was zijn gedachte. Daarom bracht hij meer ornamentiek en gebogen lijnen in de gebouwen die hij ontwierp. Voor een van de aanhangers van de Nieuwe Zakelijkheid een reden om te spreken van de stijl van zijn oude tante. De nieuwe voorkeur van Van Ravesteyn schijnt ook geleid te hebben tot verwijdering van zijn buurman Rietveld.
Het woonhuis aan de Prins Hendriklaan 112 lag in 1932, toen het werd gebouwd, aan de rand van de stad tegenover de Kromhoutkazerne (nu University College). Van Ravesteyn had een driehoekig stuk grond tot zijn beschikking en paste zijn ontwerp daaraan aan. Het grootste deel van de begane grond is gebruikt voor één grote, lichte, open ruimte waarin werkkamer, salon en eetkamer werden gecombineerd. Een nieuwigheid in een tijd waarin de meeste mensen nog in donkere huizen woonden met afzonderlijke, veelal kleine kamers. Hieronder de salon. Meer foto’s vind je hier.
De huidige eigenaar, de Vereniging Hendrick de Keyser, heeft het gebouw ingericht zoals het er in de jaren dertig ongeveer uitzag. Met meubels, spulletjes en serviesgoed naar de smaak van de architect. Boven het werkgedeelte zijn grote lichtbakken aangebracht. Er is veel glas en hout, alles in ronde vormen. Op een van de planken aan de muur staat een porseleinen klok met kleurrijk geglazuurde bloemen en engeltjes.
Het huis is vrijwel helemaal in oorspronkelijke staat behouden gebleven omdat de zoon van Van Ravesteyn er tot voor kort in is blijven wonen. De audiotour geeft allerlei details over het leven van Sybold en Annie, zijn tweede vrouw, in zijn eerste huwelijk het kindermeisje. Het huis is voor die tijd van allerlei moderne gemakken voorzien, zoals centrale verwarming, een badkamer met toilet, stromend water op alle kamers en een doorgeefluik vanuit de keuken. Ook in de eethoek heeft Van Ravesteyn achter een deurtje een wastafel gemaakt. Altijd met schone handen aan tafel!
Van Ravesteyn bleef tijdens de oorlog doorwerken voor de Nederlandse Spoorwegen en voor zichzelf. Dat betekende dat hij, anders dan Rietveld, ook lid van de Kultuurkamer is geweest. Sybold hield wel van Duitsland, hij ging er van jongs af aan al op vakantie. Toen zijn zwager ook nog een functie kreeg bij de NSB raakte hij het contact met zijn Utrechtse vrienden kwijt. Een boek over het communisme op de boekenplank van zijn werkhoek verbaast dan ook . Het blijkt van zijn oudere achterneef Willem van Ravesteyn, een van de oprichters van de communistische partij in Nederland, medestander van David Wijnkoop, lid van de Tweede Kamer en de Rotterdamse Gemeenteraad tot hij in 1927 vanwege een conflict met de partij brak.
[foto’s van de auteur, de foto van het seinhuis komt van Wikipedia; verder is gebruik gemaakt van het artikel ‘Tegenpolen op een steenworp afstand’ van Marinus de Ruiter in Argus 3 september 2019]
Reacties (2)
:-) Dank. Schot in de roos hier.
Vrijdag avond in Blijdorp en wij konden gewoon niet op de naam van de architect komen.
Voor de mensen die in de toekomst een bezoek overwegen en iets met het oude Blijdorp hebben. Er is het eea veranderd. Een paar dingen geven jeuk of een ongemakkelijk gevoel
Zoals de brug over de centrale vijver, reling mooi hersteld, prachtig gespoten, op een houten onderstel, waar het eerst beton was.
“Een boek over het communisme op de boekenplank van zijn werkhoek verbaast dan ook .”
Zo verbazingwekkend is dat niet, aanvankelijk waren de nationaal socialisten en de communisten partners in het Molotov-Ribbentrop Pact, wat naast landverdeling en een niet aanvalsverdrag ook antisemitische afspraken betrof. Het hele idee dat de staat de “politiek correcte”” cultuur via een overheidsinstantie bepaald is trouwens ook iets wat ze met elkaar gemeen hebben. Dat ze later oorlog met elkaar begonnen was ook niet ideologisch gedreven, maar dat had te maken met het feit dat Hitler “Lebensraum” bij de Sovjets ging zoeken.
Overigens wil lid zijn geweest van de Kultuurkamer en NSB zwager hebben nog niet zeggen dat Van Ravesteyn zelf ook NSB’er was. Voor velen was het lidmaatschap hiervan een noodzakelijk kwaad om brood op de plank te hebben en waar andere kunstenaars ondergronds konden, is dat als architect nogal lastig.