‘Internet kan onze democratie verdiepen en versterken’ schrijft Davied van Berlo vandaag in de Volkskrant. Onzin: hoe transparanter de overheid door internet wordt, hoe groter de kans dat er internetbeperkende maatregelen worden opgelegd. Het gaat bureaucraten namelijk niet om de vrijheid van burgers, maar om het functioneren van de staat.
Van Berlo begint zijn artikel al direct ongelukkig. Hij gaat aan de haal met twee ‘bewegingen’ die hun ontstaan volgens hem aan internet te danken hebben, maar waarvan het effect nog altijd moet blijken: de Arabische Lente en de Occupy-beweging. Na de successen in Tunesië en Egypte blijkt de revolutietheorie weerbarstiger dan Twitterende en Facebookende jongeren. Hun strijd is nog lang niet gestreden. Net als die van de tentenkampen all over the world die en masse uit de stadsparken worden geveegd. Van Berlo steekt zijn enthousiasme voor de overheid 2.0 desondanks niet onder stoelen of banken. De essentie van zijn stuk, die blijft ondanks de wankele inleiding, overeind.
Web 2.0, het sociale web, heeft de opinievorming en het maatschappelijke debat enorm versneld. Het is gemakkelijker geworden voor elke burger om zijn ideeën te verspreiden of te reageren op anderen.
Ik noem dit een ‘mantra 2.0′. Probleem is namelijk niet de toegang tot (en u mag invullen wat u wilt), maar de vraag wie er vervolgens luistert en wat er met al die meningen en opinies geneurt? Het gaat niet om access maar om follow through.
Niet bij Van Berlo. Hij ziet in de combinatie van internet en democratie sterke parallellen met de Griekse agora waar ‘het’ volk (mannen – zonder vrouwen en slaven) debatteerde. Internet kan leiden tot meer transparantie in het overheidsfunctioneren en als we alle nadelen buiten de deur houden, verdiept en versterkt internet onze democratie. De vraag is of dat klopt. Nogmaals: er is weliswaar toegang tot, vraag is wat er gebeurt als je binnen bent. Met mijn vele tweets richting Rutte, Donner of Wilders in ieder geval he-le-maal niets.
Sterker: de kans dat we over vijf jaar nog steeds zo ‘vrij’ binnen kunnen komen, is vrijwel nihil. Van Berlo haalt Thorbecke aan die zijn grondwet van 1848 schreef tegen de achtergrond van de logistieke eenwording van Nederland. Hij wijst op de rationalisering van overheidsfunctioneren na de bureaucratie-these van Weber, geschreven tegen de achtergrond van opkomende communicatietechnologie. Volgens Van Berlo is technologie de motor voor politieke veranderingen.
Dat klopt, maar op een geheel andere wijze dan de auteur bedoelt. Beide ontwikkelingen (logistieke eenwording, opkomst massamedia en telegrafie) leiden tot grote onzekerheid in het overheidsfunctioneren. De staat heeft daar op gereageerd door te reguleren en disciplineren. Door voorwaarden te stellen en in te grijpen. Door de technologieën te gebruiken om bij burgers binnen te dringen. Precies zoals Van berlo aangeeft: tot in de haarvaten van de samenleving. En als we de geschiedenis als uitgangspunt nemen, teken ik voor u ook direct de reactie van diezelfde overheid op het web 2.0 uit: de ‘machine’ zal er alles aan doen om haar onzekerheid te reduceren.
Niet zelden komen die neer op wat de Franse fiolsoof Foucault ‘disciplineren’ noemt. Middels onderwijs (je krijgt alleen toegang tot functies als je een diploma hebt gehaald), sociaal beleid( je moet aan steeds veranderende voorwaarden voldoen om recht op een inkomen te hebben), belastingen (als je net betaald, komt de staat het halen) en straks ook internet (toegang tot internet alleen als je aan een aantal eisen voldoet). Web 2.0 is Foucaults ‘panoptimse’ avant la lettre – het toezicht, de controle en disciplinering van zoveel mogelijk individuen op een zo’n efficiënt mogelijke manier.
Van Berlo’s enthousiasme is ingegeven door de autonomie van de online burger – probleem is dat hij vergeet dat de die autonome burger een risico voor de staat betekent. Het grootste risico voor de vrijheid van het individu is al lang niet meer het functioneren van de staat, zoals liberalen ons altijd voor hielden. Die stelling is al ruim een eeuw omgedraaid: het grootste gevaar voor het functioneren van de staat is het vrije individu. De staat kan namelijk niets met autonome, vrije burgers. De bureaucratie vereist een gemiddelde en daar moeten we ons naar schikken. Daarom is het wachten op de eerste internetbeperkende maatregelen uit Den Haag. En hoe meer burgers toegang krijgen tot het politieke domein, precies zoals Van Berlo hoopt, hoe sneller die maatregelen gaan komen.
Reacties (6)
Het is ook ondenkbaar dat overheden en big business het vrije internet laten bestaan. Het is een bedreiging voor ze.
vaag stuk en het wemelt van de spelfouten.
vaag commentaar dat nergens over gaat.
Mensen die zeuren over spelvouten hebben meestal niets te melden.
Dit stuk ademt naar Evgeny Morozov.
Als je denkt dat democratie is dat je kunt twitteren (e-mail al eens geprobeerd?) met Rutte, dan zullen we niet ver komen. Er zullen echter nieuwe vormen van zelforganisatie en taakverdelingen tussen maatschappelijke partijen ontstaan. Dat zijn geen revoluties, maar is aanvullend op bestaande bewegingen en samenwerkverbanden. De staat is niet alleen de minister-president, het is ook de wijkmanager die samen met de wijkagent en betrokken burgers overlast bestrijdt in een wijk.
Blijkbaar heb je mijn stuk gelezen als een hoeraverhaal (utoptie), terwijl de kern juist een waarschuwing is. Aan de angstvisioenen die ik schets onder ‘Democratie 2.0′ en ‘Democratie 3.0′ voeg je nog enkele scenario’s toe die evenzeer beangstigend zijn. Daarom blijf ik bij mijn conclusie: gooi niet de oude kleren weg (rechten, zekerheden, etc.) voordat je weet of de nieuwe echt beter zijn. Daar zitten namelijk heel veel beschermingsmechanismen in die voorkomen dat jouw scenario’s werkelijkheid worden.