Investeren bezuinigt meer dan snoeien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Investeren levert meer op dan bezuinigingen, wordt hier en daar beweerd.  Het lijkt logisch. Als er duizenden ambtenaren ontslagen worden en een deel daarvan vindt op korte termijn geen baan, dan kunnen die mensen geen bijdrage aan de economie leveren.
Je kan ook stellen dat ambtenaren helemaal geen bijdrage leveren aan de economie, omdat ze geld kosten dat geen winsten genereren. Dat geldt niet alleen voor ambtenaren, dat geldt ook voor alle medewerkers in de non-profit sector. Dus is het ook niet erg daar flink te snoeien.

Nu bestaat een deel van de bezuinigingen uit het schuiven van kostenpotjes. Zorg en welzijn is daar misschien wel het meest beruchte voorbeeld van. Kijk naar voorzieningen die van de AWBZ naar de Wmo verhuizen en omgekeerd. Of van de AWBZ naar de Ziektewet geschoven worden. Op het ene potje werd bezuinigd, met stijgende kosten voor het andere potje. Elke verschuiving leverde op korte termijn een kostenverlaging op binnen het gekozen onderwerp. Op de lange termijn blijkt dat de zorg in totaal alsmaar duurder is geworden.

Er moet dus goede gekeken worden welke effecten een bezuiniging kan hebben op andere deelgebieden. De Hogeschool Utrecht (HU) en onderzoeksbureau Regioplan hebben dat onderzocht voor de schuldhulpverlening.
Schuldhulpverlening is in korte tijd ‘booming business’ geworden. Vooral voor de gemeentelijke kredietbanken. Veel werk voor ambtenaren, dus kostenverhogend. De groei aan schuldhulpverlening wordt nu aangepakt door te bezuinigen. Is dat wel verstandig vragen de onderzoekers zich af.

Nee, want “elke euro die gemeenten besteden aan schuldhulpverlening, leidt tot gemiddeld twee euro aan kostenbesparing op andere plekken”, stellen zij.
Dankzij schuldhulpverlening hebben mensen minder lang een uitkering nodig. Een besparing van 1,4 miljoen euro op WWB-uitkeringen en re-integratietrajecten. Ook hoeft er 1,1 miljoen euro minder worden uitgegeven aan huisuitzettingen. Tevens levert het besparingen op in de verslavingszorg en de ggz, omdat het weghelpen van de schulden er toe leidt dat “schuldenaren op andere terreinen weer sneller de draad kunnen oppakken”.

Die laatste conclusie klopt met mijn ervaringen in het baantje dat mij aan het werk houdt: de opvang voor dak- en thuislozen. Een groep met bar weinig rendement voor de economie. Maar sinds er een actievere en doelgerichter schuldhulpverlening bestaat, zijn er meer mensen uitgestroomd dan voorheen.

Kan een logica die wel is toegepast op de noodlijdende banken (staatssteun is ook een vorm van schuldhulpverlening), ook hier gelden? Anders gezegd: er hoeft geen geld bij, maar niet bezuinigen kan een investering kan zijn.

Reacties (1)

#1 Paul

Er is ook sprake van vervangingsfinanciering in gesubsidieerd werk. Heel lang geleden had je onrendabele banen, in onderwijs en zorg bijvoorbeeld, die heetten Melkertbanen en dat was een schande: laaggeschoolden, en veelal ook nog van niet-Nederlandse origine werden daarvoor betaald. Deze misstand werd aangepakt door deze banen op te heffen en tegelijkertijd een nieuw type banen te creëren, half geschoolden konden als gesubsidieerde re-integratie-adviseurs of idem job-coaches de werkeloze ex-conciërges en ex-verpleeghulpen aan een baan helpen. Het voordeel hiervan was dat de halfgeschoolden wel onderwijs hadden genoten, en dit onderwijs werd zo tot een rendabele investering.