Quote du Jour | Een ontmanteling van de democratie

Serie:

SargQdJ09

“Ergens na 2008,” zegt Habermas na het debat over een glas witte wijn, “ben ik in gaan zien dat het proces van uitbreiding, integratie en democratisering niet noodzakelijk uit eigen beweging vooruit komt, dat het omkeerbaar is, dat we voor de eerste maal in de geschiedenis van de EU een ontmanteling van de democratie ondergaan. Ik had niet gedacht dat dit mogelijk zou zijn. We bevinden ons op een kruispunt.”

Het is een citaat uit een al wat ouder stuk in Der Spiegel – uit 2011 om precies te zijn – maar daarom niet minder relevant.

Jürgen Habermas, niet de minste filosoof, is pislink op de huidige generatie regeringsleiders en hoe die het Europese project naar de knoppen helpen, tot een ondemocratisch monstrum ombouwen en op EU-niveau hun eigen gang gaan in plaats van de kiezer serieus te nemen, en deze uit te leggen welke keuzes in Brussel en Straatsburg genomen worden en waarom; en die burger actief bij deze keuzes te betrekken, als zijnde rationele en vrije personen die over hun eigen lot moeten kunnen beschikken.

Technocratische coup d’état

“Postdemocratie”, noemt Habermas het, wat Merkel en Sarkozy in de nasleep van de crisis inrichten. Het is het EU-parlement dat nauwelijks invloed heeft. Het is de Europese Commissie, die “een merkwaardig zwevende positie heeft, zonder werkelijk verantwoordelijk te zijn voor dat, wat zij doet. Bovenal en als voornaamste is het echter de Europese Raad, die in het Verdrag van Lissabon een bevoorrechte positie verwierf en die Habermas voor een “anomalie” houdt, een “regeringsorgaan dat politiek bedrijft, zonder daarvoor gemachtigd te zijn.”

Volgens Habermas hebben de technocraten daarmee eigenlijk stilletjes een coup d’état doorgevoerd. Te technisch en complex voor de doorsnee burger, al die internationale afspraken tussen landen, dus bedisselen regeringsleiders die afspraken onder elkaar.

Punt is alleen: daar steken dus wel degelijk politieke keuzes onder, keuzes waar de burger niet langer in betrokken wordt, en die heeft dat feilloos door. De burger mag dan onwetend zijn (en onwetend worden gehouden), helemaal dom en gek is ‘ie ook weer niet.

Vandaar het cynisme over het Europese project – er wordt daar in Brussel van alles over onze hoofden heen beslist, in een schimmige quasi-democratische bedoening – hetgeen het politieke speelveld wijd open gooit voor nationaal-populisten.

Rationele burger

Indien ik het artikel van Georg Diez goed begrijp – en dat is niet gemakkelijk, want de verslaggever besteedt meer tijd aan de fysieke en emotionele indruk die Habermas maakt tijdens diens lezing dan aan het uiteenzetten van hoe de ideeën en argumenten van de filosoof samenhangen – vindt Habermas dat de politiek burgers tegemoet zou moeten treden als rationele personen, en dat regeringsleiders die burgers derhalve heldere politieke analyses en keuzes moeten voorleggen – geen spin, geen uitvluchten, geen wollige technocratische babbels en ook geen populistische praatjes, maar steekhoudende verhalen met voors en tegens.

Behandel de burger als een kind, en dan gaat ‘ie ook dreinen en dwarsliggen als een kind. Behandel ‘m als rationeel persoon, en dan gaat ‘ie zich er ook naar gedragen.

Aldus zou men de burger actief moeten betrekken bij de beslissingen die op Europees niveau worden genomen, door middel van geïnstitutonaliseerde inspraak, in plaats van dat beslissingen met verstrekkende gevolgen in achterkamertjes en niet-transparante gremia worden genomen, over de hoofden van de Europese burgers heen.

Post-politiek?

Ik moet op dit punt denken aan de wijze waarop EU-bestierders Syriza hebben kaltgestellt, en de allergische reactie die de technocraten van de Troika vertoonden op Yanis Varoufakis, die zo snel als mogelijk van de onderhandelingstafel werd verbannen.

Deze charismatische minister van financiën herleidde de bezuinigingspolitiek die Griekenland was opgelegd tot een politieke keuze, en hij had een overtuigend economisch en politiek verhaal waarom die keuze tot stupide beleid had gevoerd. Vandaar dat de boekhouders Jeroen Dijsselbloem en Wolfgang Schaüble zich met hem geen raad wisten: zij wilden enkel onderhandelen over de implementatie, de technische details en de cijfertjes achter de komma; Varoufakis stuurde echter aan op een academische en politieke discussie die het raamwerk onder hun ideologische vooringenomenheid blootlegde en ter discussie stelde.

Kijk, dat was dus helemaal de bedoeling niet; en evenmin dat het Griekse volk zelf een andere keuze zou maken dan degene die de Europese politieke elite reeds voor hen had gemaakt in de veronderstelling dat er geen andere keuze was. De trein was immers eindelijk goed op stoom, de tickets waren reeds uitgegeven, het was niet de bedoeling dat democratische keuzes van het Griekse volk zelf de trein alsnog zou doen ontsporen.

Evenmin vertelde men de rest van de Europese burgers hoe de vork in de steel zat:

Europese overheden lenen geld op de internationale kapitaalmarkt (middels de uitgifte van staatsobligaties) om dat geld voor te kunnen schieten aan de Grieken; zodat die op hun beurt de rente en een beetje aflossing van de leningen bij Europese Banken kunnen betalen; omdat die Europese banken anders flinke gaten in hun verplichte reserves bij de Europese Centrale Bank zouden oplopen; waardoor ze fors minder geld tevoorschijn mogen toveren via het verstrekken van leningen, wat dan weer funest zou zijn voor de economie, aangezien bedrijven afhankelijk zijn van kredieten om handel te kunnen drijven en aan uitbreiding te kunnen doen.

Absurd

Aangezien ik verder ook nauwelijks kaas heb gegeten van economie, laat staan het financiële stelsel, heb ik voor de zekerheid nog maar even nagevraagd bij Michel Verbeek of ik het nu een beetje goed begrepen had of de plank hier en daar finaal missloeg. Verbeek heeft namelijk meer verstand van dit soort zaken, is mijn indruk.

Maar ik schijn de lessen van Yanis Varoufakis en de bevindingen van Joris Luyendijk dus goed in mijn oren geknoopt te hebben, want Verbeek schreef me in reactie:

Ja, zo is het wel ongeveer. We lenen geld – schrijven obligaties uit – om de Grieken te helpen hun leningen af te betalen en om hun rente te betalen.  De essentie is dat private schulden publiek bezit zijn geworden.

Daarnaast heeft de ECB massaal leningen (obligaties) van de Grieken opgekocht, zodat de Grieken rente en aflossing betalen aan de ECB. Dat is eigenlijk nog absurder want dat geld verdwijnt daarmee in een groot zwart gat (het wordt vernietigd bij aflossing, de rente gaat als winst naar de aandeelhouders – de overheden van de euro landen). Maar het is allemaal vestzak-broekzak die voornamelijk bedoeld is om de schijn van iets op te houden: namelijk dat ons geldsysteem nog steeds zo werkt als honderd jaar geleden toen we nog een goudstandaard hadden.

Het is overigens niet zo dat banken het geld weer nodig hebben om leningen uit te schrijven. Als een bank een lening uitschrijft dan maken ze dat geld door een post op hun balans te zetten. Ze hebben het geld nodig als verplichte reserve die op hun rekening moet staan bij de ECB (die immers ‘bank van banken is’). Dit geldt ook voor spaargeld overigens.

Enfin, het komt er op neer dat de schijn opgehouden moet worden dat de Griekse overheid bezig is netjes haar leningen terug te betalen en de overheidsfinanciën gestaag hervormt totdat ze een overschot heeft; dat die Griekse overheid gedwongen wordt nutsvoorzieningen in de uitverkoop te gooien (een gigantische overheveling van publiek naar privaat bezit); en dat allemaal om de illusie in stand te houden dat het onderliggende financieel-economische systeem nog altijd gezond is en de trein niet allang en breed aan het ontsporen.

O, en dat het ondernemersrisico van banken op de Europese burger is afgewenteld.

Zeggenschap

Heeft die burger daar nog wat over te zeggen? Niet als je meent dat er geen alternatief is, en dat de besluitvorming een technische aangelegenheid is die veel te complex is voor de burger, die het toch niet snapt en daarom zoet gehouden moet worden. Dat is de houding van menig regeringsfunctionaris. Vandaar dat men de burger benadert als kleine kinderen, met moralistische fabeltjes over potverterende Grieken en hardwerkende, spaarzame Noord-Europeanen, en met volstrekt onrealistische beloften over de beloning die zeker zal komen als men braaf is.

Tja, als je de burgers als kleuters behandelt, gaan ze zich ook als kleuters gedragen. Dan gooien ze hun kont tegen de krib. Het wordt de hoogste tijd voor heldere, omvattende maatschappij-analyses en een terugkeer naar heuse politiek, die op die analyses stoelt en de burger daadwerkelijke keuzes voorlegt.

Het alternatief is een gijzeling door de nationaal-populisten. Je kunt namelijk van hen zeggen wat je wilt, maar ze hebben in elk geval een helder verhaal.

Reacties (13)

#1 Toko Senang

Duidelijk stuk. De vraag is nu bij mij, wie is “de burger”

  • Volgende discussie
#2 analist

Haha Verbeek als expert, kostelijk.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 frankw

Analist. Je hebt een Hans en een Michel. Die zijn niet dezelfde persoon….

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 KJH

Ik vind het raar dat mensen nog opkijken van het democratisch tekort van de EU. De EU was toch altijd al een ‘verbouwing’? Als in: u *had* democratie, en u zult democratie *hebben*, maar in de tussentijd wordt u verwacht om even in het hotel van de ‘geleide technocratie’ te slapen. Of u maar uw handen voor uw ogen wil doen, uw vingers in uw oren wil stoppen en heel hard ‘lalalala’ wil roepen. Onder welke steen hebben de mensen die hier, anno 2016, nog van opkijken, geleefd?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 LJMB

@4: De EU is geen staat en kan dus simpelweg geen democratie zijn. Alleen in een staat (of deelstaat) kan staatsmacht gelegitimeerd worden door het volk. De macht van andere overheden (gemeenten, provincies, EU) is slechts een afgeleide van de staat (of in het geval van de EU: 28 staten). De staat kan aan niet-staten hoogstens een bepaalde mate van zelfbestuur toekennen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 KJH

@5: Het zal je allicht niet ontgaan zijn, dat er genoeg mensen zijn die van de EU wel een staat willen maken.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 pjotr

Het wordt tijd voor een “Europa van de burgers” en “Europa voor de burgers”. Voor de duidelijkheid: Grote multinationale ondernemingen zijn GEEN burgers.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 LJMB

Je zou de EU ook kunnen vervangen door een Internationaal Harmonisatie Bureau (IHB). Het IHB geeft vrijblijvende adviezen aan staten (wereldwijd) over harmonisatie en samenwerking op allerlei vlakken. Staten kunnen zelf beslissen of ze een bepaald IHB-advies willen implementeren. Als ze dat op de juiste wijze doen, dan kunnen ze van het IHB een keurmerk krijgen voor het desbetreffende onderwerp en krijgen zo aansluiting met andere staten die hetzelfde IHB-keurmerk hebben.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 Jos456

Economie is het wat makkelijkere deel om uit te leggen. Wat doen we met het volk wat tegen een invasie van islamitiese oorsprong is? Ik ben Hindoe!!!

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#10 KJH

@8: Ik denk persoonlijk (al eens eerder hier opgeschreven) dat technologie allerlei EU verdragen links en rechts aan het inhalen is. Grenscontroles, de Euro, een grotere mobiliteit van goederen – het wordt respectievelijk allemaal mogelijk gemaakt door chips in paspoorten, de pinpas en het Internet.

En alleen van die paspoort chips zou je nog kunnen zeggen dat de EU daar iets mee te maken heeft gehad (maar dat is niet waar, want dat was eigenlijk een veel groter, internationaal initiatief). De rest van deze technologie is allemaal onafhankelijk van de EU tot stand gekomen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#11 Arjan Fernhout

Hier een stukje van Merijn Oudenampsen (vanmiddag in Buitenhof over de verdediging van de vrijheid en de grenzen van de democratie; helaas vanuit een ander aspect):

Ik stuitte gisteren op de motivatiebrief van Dijsselbloem voor het verlengen van zijn termijn als voorzitter van de Eurogroep, een besluit dat net een maandje uitgesteld is vanwege de problematiek rond Griekenland. Gezien alle heisa daaromheen is het misschien niet zo vreemd dat er nagenoeg geen discussie is over deze brief, die bij mij – voor wat het waard is – de haren overeind doet staan.
Het is een zeer uitgesproken politiek gekleurd programma, gericht op ‘competitiveness’, ofwel de typische neoliberale hervormingen op het gebied van onder meer arbeidsmarkt en pensioenen. Voor de duidelijkheid, een programma gericht op economisch herstel kan zich bijvoorbeeld ook richten op vraagstimulering, een optie die door een meerderheid van economen wordt voorgestaan.
Dit is een politieke keuze, die in een functionerende democratie aan kiezers wordt voorgelegd.
Het roept bij mij allereerst een technische vraag op: welk democratisch mandaat heeft Dijsselbloem voor dit programma?
Hij is daar als minister van Financiën van een regering verkozen met de belofte minder nationale soevereiniteit aan Brussel over te dragen. En toch bepleit hij hier verregaande economische convergentie en verdere onderwerping van de democratie aan de Brusselse technocratie. Het genoemde benchmarken is natuurlijk zo’n verdere inperking van nationale democratische zeggenschap, vergezeld van onheilspellende technobabbel als “concrete timelines”, “monitor progress” en “structural indicators”.
Maar het summum is toch wel de ambitie voor een Europees raamwerk van “national competitiveness councils”, door Brussel aangestuurd planbureaus die de nationale politiek mogen gaan vertellen wat we wel en niet mogen. Een flinke stap richting de
verdere inperking van de democratie

Vervolgens geeft Merijn Oudenampsen de passages in de motivatiebrief van Jeroen Dijsselbloem waarover hij gestruikeld is:

During the last couple of years, we have started discussing key economic reforms in the Eurogroup. These debates have increased public awareness and even led to common principles and policy action amongst member states. I propose to take this kind of economic policy coordination a step forward. In order to be as competitive as possible, we need to start pushing each other to a higher level of competitiveness:

1) Eurozone member states should agree on a limited set of common reforms crucial for the smooth functioning of EMU. Issues, such as labor and product market flexibility, pension reforms, modernizing social security or coordinating tax policy need to be on our agenda.
2) As a next step, a joint ambition level by setting benchmarks to best practices and concrete timelines would contributes to achieve real economic convergence.
3) On the basis of Commission reports, the Eurogroup would monitor progress towards this joint ambition.
4) In the same manner, with a view to strengthening our joint and national efforts on fiscal issues, we should explore ways of benchmarking structural indicators in our budgets (such as the share of expenditures on education, or other such categories).
5) A framework of national competitiveness councils should be established, to assess the fiscal and macroeconomic implications of planned and implemented structural reforms, in resemblance of the network of national fiscal councils.
6) The European semester should be streamlined. Long lists of annual country-specific recommendations, could be replaced by a limited list of reforms for a multi-year period. National ownership, including the democratic support from our parliaments, is crucial in this respect. Our commitments should be monitored by the Commission and discussed by the Eurogroup

Voor alle duidelijkheid; de Eurogroep heeft geen formeel wettelijk mandaat. Het is een overlegorgaan. Toen Yanos Varoufakis vorig jaar vroeg waarom hij niet aanwezig mocht zijn bij overleg van de andere ministers van Financiën over Griekenland kreeg hij de advocaten van Dijsselbloem op zijn dak: “Er is geen enkel Europees recht waarop u zich kunt baseren.” Hoe moet je dit uitleggen? Een Jezuitenstreek vanuit de neoliberale kerk?
Voor zover ik weet heeft de Raad van Europa gewoon haar handtekening gezet onder de conclusies van de Eurogroep.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#12 Lutine

@5

Goed beschouwd bestaat de EU niet. En dat is nu juist de kracht van de EU. De EU is een overlegorgaan van 27 (of zijn het er toch nog 28?) landen die onderling verdragen afsluiten. Het mooie is dat iedere lidstaat het niet bestaande EU kan verlaten. Maar zelfs de praatjesmakers van Syriza doen dat niet.

Daarnaast is euroland opgetuigd. Economisch gezien is euroland een land. Er staan alleen diverse kapiteins op het schip van euroland. Het kenmerkende van een land is periferie (Griekenland) en delen die er toe doen (Duitsland). Iedereen wil er toe doen. Dus moeten we -economisch gezien- op Duitsland lijken.

Een verschijnsel trouwens wat we in ieder land kunnen waarnemen. Ieder land heeft periferie. En die zit met gouden kettingen gebonden aan de delen die er toe doen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#13 Arjan Fernhout
  • Vorige discussie