Hekken aan de grens in Litouwen

Serie:

Dertig jaar na de val van de Berlijnse muur verschanst Fort Europa zich achter een groeiend aantal kilometers grenshekken. Na Griekenland en de Balkan bouwt nu ook Litouwen hekken langs de grens om migranten te weren. Aanleiding is het, volgens premier Ingrida Simonyte opzettelijk georganiseerde, transport van migranten uit Wit-Rusland richting EU. Onduidelijk is welke gevolgen de afsluiting van de grens zal hebben voor Wit-Russische dissidenten die de repressie in hun land willen ontvluchten.

Vanuit Wit-Rusland zijn dit jaar al zeker 822 migranten, met name Irakezen, de grens overgestoken. In heel 2020 waren dat er nog 81. Simonyte:We zien het als een hybride agressie tegen Litouwen en de hele Europese Unie. Het is [een reactie op] een principieel standpunt van de hele EU, inclusief Litouwen, met betrekking tot de resultaten van vervalste verkiezingen [in Wit-Rusland], repressie tegen het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenactivisten.’ Migranten als wapens voor het uitvechten van internationaal politieke conflicten. We zagen het onlangs ook in de Spaanse enclave Ceuta waar een Spaans/Marokkaans conflict over West-Sahara leidde tot een instroom van vluchtelingen, en eerder aan de Turkse grens en bij Libië op de Middellandse Zee. Het buitenland weet: het Europese migratiebeleid is de zwakke plek van de EU. Wie de Europese samenwerking wil treffen grijpt zijn kans op dit gebied waar de lidstaten het onderling al jaren lang niet eens kunnen worden. 

Migranten doorsturen als antwoord op sancties

Loekasjenko’s mensenhandel heeft geleid tot een diplomatiek conflict tussen Wit-Rusland en Litouwen. Over en weer zijn diplomatieke vertegenwoordigers teruggeroepen. Litouwen stationeert ook meer militairen langs de grens en krijgt hulp van de Europese grensbewakingsorganisatie Frontex. Litouwen verdenkt Wit-Rusland er ook van vluchten aan te bieden vanuit Bagdad naar Minsk, en mogelijk ook vanuit de Turkse stad Istanbul. Persbureau Reuters kreeg van een regeringsfunctionaris documenten te zien waaruit blijkt dat in Minsk gevestigde agentschappen genaamd UmnoTury en Tsentrkurort het Wit-Russische ministerie van Buitenlandse Zaken om visa vroegen voor drie Iraakse burgers. Omdat veel migranten ook via Turkije komen stuurt Litouwen een delegatie naar dat land om te overleggen over ‘migration management‘.

Loekasjenko heeft van zijn kant verzekerd dat Europa niet mag verwachten dat Wit-Rusland de migrantenstroom gaat stoppen. ‘We zullen niemand vasthouden, ze komen niet naar ons, maar naar het verlichte, warme en gezellige Europa’, voegde hij er spottend aan toe. De Wit-Russische dictator reageerde op de vorige week aangekondigde nieuwe sancties van de EU tegen zijn land. Ze raken onder meer de tabaks- en olie-industrie en de omvangrijke Wit-Russische export van potas, een grondstof voor kunstmest. Verder wordt de toegang van Wit-Rusland tot Europese financiële markten aan banden gelegd en hoeven Wit-Russische staatsbedrijven voorlopig niet te rekenen op leningen van de Europese Investeringsbank.

Hongaarse homofobie splijt Litouwse politiek

Met deze sancties reageerde de EU eensgezind op de repressie van het regime Loekasjenko. Op andere gebieden is die eensgezindheid helaas ver te zoeken en zien we een verdeeldheid die grofweg loopt langs de lijnen van het oude ijzeren gordijn. Naast alle problemen die een verantwoord migratiebeleid in de weg staan zien we dat ook bij de reacties op de Hongaarse anti-LHBTI wetgeving. In Litouwen heeft de weigering van president Gitanas Nausėda om de verklaring van de leiders van EU-lidstaten tegen deze wetgeving vorige week te tekenen binnenlandse politieke onenigheid aan het licht gebracht. Nauseda ziet dergelijke verklaringen niet als een weg om problemen op te lossen. Hij vond dat er eerst maar eens geluisterd moest worden naar wat de Hongaren met die wet willen bereiken. Zijn weigering heeft vragen opgeroepen omdat Arnoldas Pranckevičius, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, er eerder wel mee akkoord was gegaan. Minister van Buitenlandse Zaken Landsbergis erkent dat er verschillen van mening zijn. De liberale minister van Economische Zaken Aušrinė Armonaitė betreurt het dat president Nauseda zich niet heeft aangesloten bij zijn Europese collega’s. Maar Ramūnas Karbauskis de leider van de Unie van Boeren en Groenen, de grootste oppositiepartij, is van mening dat het standpunt van de president overeenkomt met dat van de meerderheid van de inwoners van het land.

Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben. Maar is dat niet juist een reden voor de politieke leiders om die meerderheid te confronteren met de waarden en normen waar het land zich door zijn lidmaatschap van de EU aan gebonden heeft?

0

Reacties zijn uitgeschakeld