ACHTERGROND - Het moest er in deze tijden natuurlijk een keer van komen: een blog over Sint-Corona. Ik ga slechts een paar woorden wijden aan het feit of deze heilige daadwerkelijk aangeroepen kan worden als beschermheilige tegen het Covid-19-virus. Het gaat me in eerste instantie over de heilige zelf en dan niet zozeer over haar leven en dood (niet bepaald voor de faint-hearted), maar over haar verering en de wijze waarop haar relieken tot vlakbij de Nederlandse grens zijn gekomen. Vandaar ook de titel van deze blog: De reis van Sint Corona.
Heiligen in soorten en maten
Je hebt heiligen in alle soorten en maten. Eén ding hebben ze echter gemeen: je kunt ze bidden bij Onze Lieve Heer een goed woordje voor je te doen. Of dat zinvol is, is een kwestie van dogmatische invulling, maar heiligen zijn een typische exponent van volksdevotie. De ‘gewone gelovige’ heeft behoefte aan een in een geur van heiligheid overledene, aan een mens die dichter bij hem (of haar) staat dan een abstracte God.
Er zijn heiligen die een min of meer formele status als patroon- of beschermheilige hebben. Zeker als hun naam aan een stad of dorp is gebonden. Zo is het Belgische Sint Truiden genoemd naar Sint Trudo, die dan ook een patroonheilige van de stad is. Dit wordt benadrukt door de zevenjaarlijkse Trudofeesten. De functie van een patroon- of beschermheilige is dus positief geformuleerd: hij of zij beschermt iets. Dat kan een land, kerk, gilde of beroepsgroep zijn of iemand die naar deze heilige is vernoemd.
Daarnaast worden functies van heiligen ook negatief geformuleerd. Zulke heiligen beschermen tégen iets: tegen de pest, tegen hagel, tegen blikseminslag, tegen bezetenheid en zo voort. Deze aanroepingen hoeven niet per se met hun patronaatschappen in verband te staan.
In het geval van Sint Trudo is het patronaatschap historisch verantwoord, maar zo werkt het in de volksdevotie vaak niet. Heiligen verkregen hun patronaatschap nogal eens door associatie met de op hen toegepaste martelwerktuigen of de wijze waarop zo iemand het leven had gelaten. Zo is Lucia van Syracuse beschermheilige van blinden omdat ze beiden ogen verloor en haar naam ‘licht’ betekent.
Dynamische patronages
Patronages zijn ook niet statisch. Zo zijn er diverse in het vergeetboek geraakt omdat bijvoorbeeld een bepaalde ziekte niet of nauwelijks meer voorkwam. Anderzijds kregen heiligen er taken bij, hetzij formeel, hetzij vanuit de gelovigen. Zo kwamen er in de afgelopen eeuw beschermheiligen bij tegen kanker. Ook het Internet kreeg een beschermheilige: Isidorus van Sevilla, in 2002 als zodanig door paus Johannes Paulus II benoemd omdat Isidoor al beschermheilige was van de Catalogus. Het punt is dat iedere door de kerk erkende heilige aangeroepen kan worden voor welke zaak dan ook.
Een actuele beschermheilige
Het wekte in bepaalde kringen enige bevreemding toen pastoor Ignatius Ringhofer van de Utrechtse Gerardus Majellaparochie, in navolging van berichtgeving van persbureau Reuters en The New York Times, op 17 maart j.l. na de eucharistieviering een afbeelding van Sint-Corona inzegende met het commentaar
We willen onze kerk in deze moeilijke tijd de hele dag openhouden voor persoonlijk gebed. Mensen kunnen de hele dag in de kerk bij de heilige Corona komen bidden en een kaarsje aansteken ter bescherming van de ziekte en om genezing.
Dit terwijl iedereen kon googelen dat Sint-Corona niets met bescherming tegen ziekten of epidemieën te maken had. De Duitse historicus Klaus Graf, gespecialiseerd in de studie van volksgeloof, mengde zich in de discussie. Dat de mensen in het Oostenrijkse gehucht Sankt Corona am Wechsel (daarover straks meer) haar aanriepen wanneer het vee ziek was (zoals de New York Times beweerde), zegt volgens hem niets: als beschermheilige van het dorp riepen de bewoners haar bij álle voorkomende rampen aan.
En nogmaals, het maakt niet uit. Elke heilige is goed voor wat dan ook. Jouw dorpsheilige dient alle doelen. Het is dus, zowel volkskundig als kerkrechtelijk, geen enkel probleem als pastoor Ringhofer Sint-Corona aanbeveelt om aan te roepen tegen het coronavirus. Dat deze heilige die functie erbij krijgt berust uiteraard op naamsanalogie en dat is in de volksdevotie volstrekt logisch.
De Rooms-Katholieken hebben zich overigens inzake de corona-crisis niet onbetuigd gelaten. Zo publiceerde de Vaticaanse Congregatie voor de goddelijke eredienst een speciaal misformulier ten gebruike tijdens een pandemie. En onlangs componeerde de Duitse componist Christoph Siemons een corona-lied voor zangers, strijkers, koperblazers, drums en keyboard op de Latijnse tekst “Victoriam misericordia / Victoriam vitae / Omnia speramus” (de overwinning door mededogen – de overwinning van het leven – dat hopen wij allen).
De echte Sint-Corona
Nou ja, de echte ? Zoals voor zoveel middeleeuwse en oudere heiligen is het historisch bewijs zwak, als schijnt Corina wel een historische persoon te zijn. Sint-Corona is een martelares uit de tweede eeuw en wordt vaak genoemd met haar lotgenoot Sint-Victor. In de oosterse kerken heet ze Agia Stephan(i)a (wat hetzelfde betekent als corona: krans of kroon) en in Roemenië Sfânta Muceniţă Corona.
Op afbeeldingen heeft Corona palmtakken en een of twee kronen: één op haar hoofd en één in haar handen. Die is bestemd voor haar (bejaarde) echtgenoot of vader of collega van haar man, Victor Bûqtûr, de latere heilige Victor van Damascus, overleden in 177. In de christelijke iconografie verwijst deze kroon naar de “kroon van het eeuwig leven” die ze als martelares zou mogen dragen.
Schatgravers
De verwijzing naar ‘kroon’ kan ook verband houden met de munteenheid kroon, gezien het feit dat haar patronage gelieerd is aan geldzaken (schatgravers en gokkers). Opnieuw een voorbeeld van de wijze waarop in de volksdevotie patronages ontstaan. Corona heeft van origine tal van patronages waarvan naast schatgravers de belangrijkste zijn: grafdelvers, houthakkers (vanwege de palmbomen – zie onder) en slagers. Daarnaast wordt zij aangeroepen tegen onder andere slecht weer (hagel en watersnood), rugklachten, doodsangst en geloofstwijfel. Nogmaals, elke heilige is dus een soort Haarlemmer Olie, overal goed voor. Overigens wordt Victor in het oosten (beide heiligen worden zowel in de kerken van het westen als van het oosten vereerd) expliciet vereerd als heilige genezer.
Over het leven van Sint-Corona zijn verschillende legenden. Ze zou geleefd hebben in Egypte, Syrië (Damascus), het huidige Turkije (Antiochië), Frankrijk (Marseille) of Italië (Sicilië). Haar marteldood (en die van Victor) zou hebben plaatsgevonden tussen 160 en 303, maar over het algemeen houdt men 177 aan. Ik vermoed dat de koppeling aan Sint Victor geleid heeft tot deze verschillen, want er zijn nogal wat heiligen die Victor heten.
Toen Victor als christelijke Romeinse soldaat ten prooi viel aan de christenvervolgingen van keizer Marcus Aurelius (keizer van 161-180, en niet de beroerdste Romeinse vorst) en de marteldood stierf, bekeerde de nog heidense Corona zich tot het christendom bij het zien van de in de hemel gekroonde Victor.
Over haar leeftijd zijn de legenden vrij unaniem: zestien jaar. Over haar eigen marteldood van Corona zijn de legenden ook vrij eensgezind en die was tamelijk gruwelijk. Haar beulen bonden haar ledematen vast aan twee gebogen palmbomen. Toen de beulen het touw waarmee die naar de grond waren gebogen kapten, scheurden de terugverende bomen Corona uiteen. Je moet er maar op komen.
Relieken
Volgens de verhalen kwamen de relieken van Sint-Corona, met die van Sint-Victor, vanuit Egypte via Cyprus en Sicilië naar Italië. In de zesde eeuw zou in Castelfidardo (aan de Adriatische Zee) al sprake zijn geweest van een kerk voor beide heiligen. In 1191 liet een bisschop Gentile deze relieken overbrengen naar de stad Osimo (provincie Ancona), hoewel ook overblijfselen terechtkwamen in Otricoli (provincie Terni). Bij het dorp Feltre in het uiterste noorden van Italië staat de kerk van de heilige Victor en Corona, opgericht door kruisvaarders uit Feltre na de Eerste Kruistocht (1096-1099).
En verder ging het. Delen van de relieken uit Osimo en Otricoli belandden in Aken en Praag (via keizer Karel IV). Ook Bremen was in de Middeleeuwen een Sankt-Koronabedevaartplaats; de onlangs opgedoken bedevaartsinsignes getuigen er van. In 1420 schreef een prelaat dat in Bremen zich het complete lichaam van Sankt Korona bevond. Het plaatsje Sankt-Korona, vlakbij Passau, is een ander bedevaartsoord.
Wat de relieken in Aken betreft: deze zijn in 997 door keizer Otto III naar de dom van Aken overgebracht en berusten daar nog steeds, sinds 1912 in een loden kist. Onderzoekers stelden in 1943 en 1981 vast dat het ging om overblijfselen van een man en een vrouw. Plantenpollen suggereerden een mediterrane herkomst.
Huidige verering
Sinds de veertiende eeuw wordt Sint-Corona vooral vereerd in Oostenrijk en Beieren, met name op instigatie van Benedictijnen uit Niederaltaich, maar niet op basis van haar relieken. In Wenen is de verering van Corona ook sterk verbreid en de Oostenrijkse Krone (tot 1924) zou naar haar genoemd zijn. In het al genoemde gehucht Sankt Corona am Wechsel werd in 1504 een Coronabeeld gevonden in een holle lindeboom waarbij het dorp een bedevaartsoord werd, en in Sankt Corona am Schöpfl bevindt zich een heilige Corona-bron met geneeskrachtig water. Of dit water ook helpt tegen het coronavirus is nog niet onderzocht.
Reacties (1)
Altijd interessant om lezen deze berichten over volksgeloof e.d.
Toch een kleine verbetering: ‘omnia speramus’ is niet ‘dat hopen wij allen’ (dan zou er ‘omnes’ moeten staan), maar wel ‘dat alles hopen wij’.
Vriendelijke groeten
Pieter