COLUMN - Needybot ziet eruit als de liefdesbaby van Chewbacca en R2D2, een uit de kluiten gewassen bontmuts met één aandoenlijk oog. En altijd een koptelefoon op. Hij kan niks. Het enige wat hij kan, is hulp nodig hebben. Hulp om de trap op te gaan, hulp om bevrijd te worden, hulp om de deur open te krijgen, hulp om zich om te draaien. Needybot heeft één doel: zoveel mogelijk mensen binnen reclamebureau Wieden & Kennedy ontmoeten. Hij onthoudt iedereen. Wat hij met zijn kennis doet, is onduidelijk.
Ik kreeg vrij snel medelijden met Needybot. Met z’n grote vragende oog en zijn hulpbehoevendheid als raison d’être. Gemaakt om ervoor te zorgen dat wij hem helpen, zodat wij een goed gevoel over onszelf krijgen. Ergens wordt hij niet helemaal serieus genomen. Mensen zeulen wat met hem af en helpen hem, maar dat doen ze alleen maar omdat hij geprogrammeerd is om hulp te vragen. En omdat het nu nog leuk is. Het lijkt alsof hij hulp wil. Maar dat wil hij niet. Hij heeft geen wil. Zijn wil is code. En dat voelt heel eenzaam.
In een artikel van de New Yorker over de vraag of robots niet, net als dieren, rechten zouden moeten hebben, las ik over een Canadees experiment met een liftende robot. De robot moest in Californië komen en was geprogrammeerd om langs de kant van de weg te staan, zijn duim op te steken en heel basale gesprekjes te voeren met de mensen die hem meenamen. Je kon hem geloof ik volgen op Twitter. Maar op een gegeven moment liet hij niks meer van zich horen. Zijn makers vonden hem op een vuilnisbelt terug, in elkaar geslagen. Zijn fans waren kapot van verdriet. En diep teleurgesteld in de mensheid. Datzelfde artikel verhaalde over een generaal die schietoefeningen op robots had stopgezet omdat hij het ‘inhumaan’ vond. Allemaal projectie, maar is ons vermogen onszelf te zien in de ander, ook al is dat een machine, niet wat ons onderscheidt van de meeste dieren en psychopaten?
Kijkend naar Westworld vroeg ik me dan ook af of deze HBO-serie niet te misantropisch is. Voor wie de serie niet kent: Westworld gaat over een pretpark waarin het Wilde Westen wordt gesimuleerd met levensechte robots waar de bezoekers mee kunnen doen wat ze willen. En wat ze willen, is vaak moorden en verkrachten. De robots zijn zo levensecht dat ze angst, begeerte en verdriet kennen. Ze hebben gevoelens en een bewustzijn. Na elk avontuur wordt het geheugen gewist en het lichaam hersteld.
Zouden mensen dat inderdaad leuk vinden, vroeg ik me af. Zouden ze, als er geen enkele consequentie is, mensen gaan verkrachten en vermoorden? Oké, het zijn geen echte mensen, het zijn robots, maar wat is het verschil? Ze uiten hun pijn, begeerte en verdriet, waardoor de robots als echte mensen aanvoelen. Dat is de aantrekkingskracht, maar toch: een beetje vrijblijvend moorden en verkrachten leek mij een te zwartgallig tijdverdrijf om een succesvol pretpark mee op te bouwen.
Maar afgelopen week leerde ik over Rythm 0, een performance kunstwerk van Marina Abramovic uit 1974. In een museum in Napels stond ze zes uur lang stil. Voor haar een tafel met een aantal voorwerpen. Een roos, een spiegel, scheermesjes, brood, wijn, een pistool, een kogel. De instructies: ik ben een object, de komende zes uur kun je doen met me wat je wilt, ik neem de volle verantwoordelijkheid.
In het begin gebeurde er niet zo veel. Men liep op haar af, zwaaide wat voor haar ogen, gaf haar een kus. Maar naarmate de performance vorderde, ging het publiek steeds een stapje verder. Ze gooiden water over haar heen, sneden haar kleren open, spreidden haar benen en stopten er een roos tussen, drukten doorns in haar lichaam. Toen de zes uur voorbij waren, ging Abramovic door het publiek lopen. ‘I started being myself’, zegt ze in het filmpje. De mensen vluchtten weg, durfden haar niet aan te kijken. Achteraf was er de schaamte, daarvoor was er de gelegenheid en de nieuwsgierigheid die het wonnen van de beschaving.
Reacties (3)
Ik krijg opeens bewondering voor Marina Abramovic.
De drie voorbeelden van mensen tegen robots(/mensen whatever).
Het lot van de eerste robot is niet zo vreemd. Misschien wel voor iemand die nooit films of tv kijkt, maar die moet dan niet zo’n stukje als dit schrijven.
Het tweede voorbeeld is een fantasie in de vorm van tv. Hallo? Niks is hier echt. Skipping.
Het derde voorbeeld illustreert het eerste, alles heen en weer in kleine stapjes. Zoals de kluizenaar die bewonderaars ontvangt. Totdat twee hongerige ruwe rovers hun ding komen doen.
Raar eigenlijk dat er bij Abramovic’ Rhythm 0 niet iemand onmiddellijk alle scherpe voorwerpen en andere schadelijke objecten weghaalde en in de plomp gooide. Helemaal niemand die daaraan dacht, behalve een paar suppoosten die pas in paniek begonnen te raken toen het al bijna te laat was toen iemand dat pistool op haar richtte. Blijkbaar willen mensen toch stiekem dat er ongelukken kunnen gebeuren.