Europese samenwerking: brug of de polsstok

Dossier:

ANALYSE - Deze week evalueert de Tweede Kamer de Europese samenwerking in het jaarlijkse debat ‘De staat van de Unie’. Een voorbeschouwing.

Eens per jaar bespreken leden van de Tweede Kamer met de Nederlandse leden van het Europarlement de toestand in de Europese Unie. Vooraf publiceert de regering een discussiegrondslag waarin ze haar voornemens voor het komend jaar kenbaar maakt. Bruggen slaan in Europa heet het stuk dat minister Timmermans een paar weken geleden in Buitenhof mocht toelichten. De quote die toen het nieuws haalde ging over de voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy die volgens Timmermans met “zijn” hervormingsplannen te ver voor de troepen uit dreigde te gaan lopen. Dat kon Van Rompuy, de week erop te gast in Buitenhof , natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Terecht merkte hij op dat hij tot niets in staat is zonder de 27 regeringsleiders. De Raad  is de baas, niet hij. Daarmee legde hij de bal weer terug bij de Nederlandse regering, een-zevenentwintigste deel van zijn opdrachtgever. En zo gaf hij tegelijkertijd opnieuw voeding aan de oplopende frustratie over Europa bij de burgers die ondertussen meer dan genoeg hebben van dit spelletje van het heen en weer schuiven van de verantwoordelijkheid zonder dat er hen iets wordt gevraagd.

En ondertussen wordt er ook niet meer gesproken over wat onze regering nu werkelijk voor heeft met Europa. Wat staat er eigenlijk in dat stuk van Timmermans?

Een tweeslachtig document

Gegeven de samenstelling van de regering is Bruggen slaan in Europa vanzelf een nogal tweeslachtig document geworden. Soms zie je een Europese visie, voor het grootste deel domineert de engere Nederlandse invalshoek. ‘Europese politieke sturing is hard nodig’ staat in de inleiding. Verderop staan vooral veel mitsen en maren ter bevordering van het nationale belang. De bredere blik die je van sociaaldemocraten mag verwachten ontbreekt. Het Kamerlid Timmermans zou in de oppositie weinig heel gelaten hebben van wat minister Timmermans hier allemaal heeft opgeschreven.

Zo is de stem van de VVD duidelijk te horen waar de regering zich nadrukkelijk onthoudt van ‘Europese vergezichten’. We moeten ons concentreren op de stappen die nu nodig zijn om Europa uit de crisis te helpen, is de redenering. ‘We moeten niet verder willen springen dan onze polsstok lang is,’ schrijft de regering. Maar zo worden politieke keuzes aan het gezicht onttrokken. De richting waarin de regering stappen wil zetten zal van invloed zijn op de richting waarin de EU zich gaat ontwikkelen. Het is geen waardevrije kwestie. Zo wil de VVD het wel graag voorstellen: het is nu eenmaal nodig dat we eerst even een paar ‘noodzakelijke, onontkoombare’ maatregelen op financieel-economisch gebied nemen om de zaak op orde te krijgen en daarna kunnen we verder kijken. Maar voor die maatregelen zullen keuzes moeten worden gemaakt. Voor het VVD-deel van de regering zullen deze keuzes anders uitvallen dan voor het PvdA-deel, zoals Samsom afgelopen weekend in een interview in NRC Handelsblad duidelijk maakte. Hij wil ook Europese afspraken over sociale kwesties om werkloosheid en armoede te voorkomen. Hoeveel steun zal zijn partijgenoot de minister hier voor krijgen van de VVD-collega’s die het al moeilijk genoeg vinden om in eigen land tegemoet te komen aan de eisen van de vakbeweging?

Over geld

In de ‘vooruitblik’ van de regering naar wat ons in 2013 in Europa te wachten staat, gaat het vooral over geld: het bankentoezicht, de bankenunie, een depositogarantiestelsel (in laatste instantie). Verder gaat het over de afstemming van de nationale begrotingen, het navolgen van de gezamenlijke afspraken over de begroting (de befaamde grens van 3 procent voor het tekort), over de meerjarenbegroting van de EU zelf die nu bij het Europees Parlement ligt en de verantwoording van de besteding van EU-middelen. Nederland gaat heel voorzichtig mee in plannen voor een bankenbelasting, maar vindt dat belastingen in principe een zaak moeten blijven van nationale regeringen. Zo kan Nederland als belastingparadijs gehandhaafd blijven. De regering is hoogstens voor een ‘gemeenschappelijke heffingsgrond voor de vennootschapsbelasting,’ een heel klein stapje vooruit om een halt toe te roepen aan de onfortuinlijke race naar lagere belastingtarieven die landen bedrijven uit concurrentieoverwegingen opleggen. Bij dit alles is de zorg voor een Europees sociaal vangnet, bepleit door Samsom, nog ver te zoeken.

PVV-restanten

Over arbeidsmigranten heeft de regering wel duidelijke opvattingen. Arbeidsmigranten moeten de Nederlandse taal leren. Moet dat echt? Arbeidsmigranten moeten zich verstaanbaar kunnen maken: zou je het misschien ook zo kunnen formuleren? Wat vinden we van Nederlanders in pakweg Polen of Hongarije? Moeten zij ook de nationale taal leren als ze daar werken of stage lopen? En wat vinden we van Engelsen, Duitsers en Amerikanen die in Nederland werken? Moeten die ook allemaal Nederlands leren? Er zijn nog meer van die PVV-restanten in het stuk. ‘Sociaal onwenselijk gedrag zal worden tegengegaan.’ De regering vraagt aandacht voor ‘onbedoelde neveneffecten van de EU-arbeidsmigratie.’ Bij de studentenmobiliteit die de regering wil stimuleren wordt niet gesproken over onbedoelde neveneffecten of sociaal onwenselijk gedrag. Verder is ook deze regering nog steeds voor aanscherping van de richtlijn gezinshereniging.

Opgejaagd door de eurosceptici kondigt de regering aan een stevig standpunt te formuleren over de bevoegdheden. Wat laten we ‘aan Europa,’ wat regelen we in eigen huis? Lijstjes zijn populair, maar leiden wel af van de werkelijke politieke vragen: wat willen we bereiken, welk Europa willen we realiseren? Een neoliberale supermarkt of een sociaal Europa met prioriteiten voor mens en milieu? En wat zou er op zo’n lijstje moeten komen? Bij elk denkbaar onderwerp zal blijken dat een bepaalde vorm van Europese samenwerking  onmisbaar is, of het nu om economische of sociale onderwerpen gaat, het milieu, voedsel, de energie, het verkeer op de weg of het digitale verkeer, de buitenlandse relaties. Verzin maar een onderwerp, zeg wat je op dat gebied wilt bereiken en ga na hoe je dat zonder samenwerking met anderen binnen Europa zou kunnen realiseren. Dit wordt een onthullende discussie. Voor wie het nog niet wist: we zijn allen Europeanen.

Democratisch gehalte

Daarmee komen we aan het laatste en tevens belangrijkste punt in het Europese debat: de democratie. Dankzij twee moties en een advies van de Raad van State is dit ook een onderwerp geworden in het stuk waarin de regering haar visie geeft op de “Staat van de Unie in 2013”. Gelukkig maar. Valt er ook nog iets positiefs te melden. Want de regering heeft ontdekt dat de democratische legitimiteit van de Unie, die nog steeds veel zorgen baart, ook binnen de kaders van het huidige Verdrag nog wel verbeterd kan worden (om te beginnen, een visie op langere termijn ontbreekt, zie boven). Timmermans en Rutte wijzen op verschillende mogelijkheden voor de nationale parlementen bij het bepalen van het gemeenschappelijke Europese beleid. De Tweede Kamer mag zich dat aantrekken: er zijn meer kansen om burgers in Europa te vertegenwoordigen dan we nu zien. Intensivering van de samenwerking met andere nationale parlementen is een van de adviezen, naast een betere voorbereiding bij de inbreng van regering in de Raad van ministers en de Europese Raad van regeringsleiders. Dat vraagt dan wel van de nationale parlementariërs om ook over grenzen heen te kijken, de waan van de dag in te ruilen voor zaken die er echt toe doen, de polsstok in de polder te laten en bruggen te slaan naar onze mede-Europeanen.

Reacties (9)

#1 Inje

Slecht stuk, met name door vage redenaties als ‘bruggen bouwen’, ‘de waan van de dag achter je te laten’ et cetera. Maar wat misschien nog wel schrikbarender te noemen is, is de bewering dat “de Raad beslist”. Iedereen die verder is gekomen dan de beginnerscursus “Inleiding tot Europese wetgeving” weet dat dat kolder is. Ik verdenk de auteur dan ook dat hij de lezers hier dom vindt.

Een gevolg daarvan is dat hij simpele tegenstelling durft te poneren, met de suggestie dat dat bereikbaar is. Bijv: “Een neoliberale supermarkt of een sociaal Europa met prioriteiten voor mens en milieu”.

Weet je dat bijvoorbeeld Volkswagen en Unilever meer macht binnen Brussel hebben dan Mark Rutte? Dat Samsom nog zo’n mooi doel voor ogen kan hebben, maar dat binnen Brussel geldt: hoe goed kan jij het proces kan beïnvloeden…

  • Volgende discussie
#2 Lennart

Nou, Inje, het is toch echt de handtekening van Mark Rutte die onder het ESM verdrag en het begrotingspact staat. Niet die van de CEO van Volkswagen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Kalief

Arbeidsmigranten moeten de Nederlandse taal leren. Moet dat echt? Arbeidsmigranten moeten zich verstaanbaar kunnen maken: zou je het misschien ook zo kunnen formuleren? Wat vinden we van Nederlanders in pakweg Polen of Hongarije? Moeten zij ook de nationale taal leren als ze daar werken of stage lopen?

Dude, wat ben jij onverantwoordelijk.
Je moet niet alleen de taal voldoende machtig zijn om boodschappen te kunnen doen, maar ook om instructies in een werkplaats te kunnen begrijpen, je eigen arbeidscontract te kunnen lezen, je kunnen inleven in een mission statement, een klachten e-mail te kunnen lezen of gewoon een sociaal babbeltje te kunnen afsteken bij de koffieautomaat.
Zichzelf verstaanbaar maken is nou net wat ze niet hoeven te kunnen. Ze worden immers niet ingehuurd als PR-manager.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Ernest

@2: Ja, maar met wie heeft Rutte gesproken voordat hij die handtekening zet? En door wie worden die beïnvloed? Ik heb sterk de indruk dat het hem allemaal vrij weinig kan schelen en dat hij gewoon doet wat hem wordt aangeraden.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Jos van Dijk

@1: waar heb je die bewering dat de raad beslist gelezen? Die “simpele tegenstelling” is niets meer dan een suggestie dat er ook nog andere richtingen zijn om te kiezen dan de neoliberale supermarkt die de EU nu voornamelijk is. Die keuze kan gemaakt worden als politici minder luisteren naar de lobby van de grote spelers op de markt, dat klopt. Dat is geen ‘must’, ze doen dat uit vrije wil.
@3 Je gaat niet in op mijn vraag of bv. Nederlandse boeren die naar Oost-Europa zijn getrokken ook verplicht moeten worden om Pools of Hongaars te leren. En of Duitsers, Engelsen en Amerikanen ook verplicht moeten worden om Nederlands te spreken als ze hier werken of studeren.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Folkward

@2 Ik denk dat Inje dan zoiets bedoelt als: de handtekening van de koningin staat ook onder elke wet, en doorgaans niet die van de minister-president. Hoewel die handtekening van de koningin nodig is, kan ze daarmee in de praktijk nauwelijks iets mee. (Ze is zelfs niet eens verantwoordelijk voor de gevolgen van haar handtekening, maar de ministers wel.) Nominale macht zegt dus niks over werkelijke macht.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Bismarck

@1: Maar wat misschien nog wel schrikbarender te noemen is, is de bewering dat “de Raad beslist”. Iedereen die verder is gekomen dan de beginnerscursus “Inleiding tot Europese wetgeving” weet dat dat kolder is.

Gelukkig weet niet iedereen die zich wat meer in de EU verdiept dat. Want het is wel degelijk de Raad die alle belangrijke besluiten neemt, zelfs als de Commissie ze lijkt te nemen. Het Parlement zit er vooral om over details en franje te beslissen, maar alles wat belangrijk is (de 3% norm, het overdragen van soevereiniteit in ruil voor leningen, zelfs de belangrijkste passages van het Verdrag van Lissabon) zijn allemaal bekokstoofd door de regeringen van de lidstaten. Dat betekent overigens niet dat je elk besluit Rutte kan aansmeren. Hij zit natuurlijk met de realiteit dat Nederland hoe dan ook afhankelijk is van Duitsland (de EU doet er wat dat betreft niet eens toe) en dus maar een beperkte internationale manoeuvreerruimte heeft.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Ernest

@7: met “aansmeren” bedoel je waarschijnlijk “aanrekenen”. Maar eh, als je het zo simpel omschrijft, blijkt eens te meer dat de mogelijkheid tot democratische besluitvorming erg beperkt zijn. Een regering kan een voorstel doen in die raad, ook zonder dat dat voorstel evt voortkomt uit een wens van een parlement en misschien zelfs tegen de wens van het parlement in, dat voorstel kan dan door andere regeringen worden aangenomen, waarna de regering terug naar het parlement kan gaan en zeggen: dit voorstel heeft de raad aangenomen, dit kunnen we eigenlijk niet meer weigeren. Dus als Blok wil, kan hij zijn verhuurbelasting op die manier Europa-breed invoeren, als Plasterk wil kan hij Europa-breed een minimale gemeenteomvang van 100.000 inwoners gedaan krijgen, en als Kamp wil kan de WW afgeschaft worden. Allemaal zonder dat het Nederlandse parlement er eigenlijk nog wat tegen in te brengen heeft. Want ook de Eerste Kamer kan dit bijna niet meer weigeren, om de Europese besluitvorming niet te vertragen of degelijke smoezen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 Jos van Dijk

@8: Dit is niet juist. De Tweede Kamer kan een minister altijd terugroepen als ze dat wil. Er is verder een z.g. gele kaart procedure om zaken terug te halen naar het nationale niveau. En sinds het Verdrag van Lissabon (in de vorm van een grondwet door 60% van de Nederlanders in 2005 verworpen) heeft het Europarlement op de meeste gebieden medebeslissingsrecht. Blok zal er niet snel doorkomen, dus. En Plasterk al helemaal niet, want de omvang van gemeenten lijkt me nou typisch iets dat helemaal niet op Europees niveau thuishoort.

  • Vorige discussie