RECENSIE - Een filosofisch woordenboek voor Nederland, lees ik op de omslag. Onder de titel ‘Voor rede vatbaar’. Geen origineel idee, uiteraard, een ‘Woordenboek’. Dat is een veel beproefde uitvlucht om aan de eisen van enige structuur te ontkomen. Zo ook in dit geval. Paul Fentrop doet maar wat. Trefwoorden lijken random gekozen, en de tekst heeft meestal weinig met het trefwoord te maken. Drank. Wie gaat zoiets opzoeken in een filosofisch woordenboek? En de bijbehorende tekst bestaat uit prietpraatjes over het drankgebruik in verre eeuwen. Wat ook opvalt in dit ‘woordenboek’ is het kwistig gestrooi met citaten van al dan niet beroemde denkers. Sommige van die mislukte lemma’s zijn niet meer dan een aaneenschakeling van andermans guitige en snedige opmerkingen. Fentrop weet blijkbaar niet dat dit soort gequote (‘kijk mij eens belezen zijn!’) een pijnlijk teken is van geestelijke armoede. Waarom zou je denken als een ander al voor je heeft gedacht? Of gaat het bij dit ‘woordenboek’ om een mislukt scheurkalenderproject?
Een trefwoord ‘huwelijksportretten’. Waarom? Het levert wat gezwijmel op over de Gouden Eeuw en de uitsmijter: ‘Het huwelijksportret is voor mij een van de mooiste uitingen van de westerse beschaving. Het is de culturele tegenpool van het hoofddoekje’. En daarmee zijn we bij de frustratie waar Fentrop mee worstelt. En waarschijnlijk ook bij de reden waarom hij dit boekje in elkaar heeft geflanst. We gaan naar het trefwoord ‘Hoofddoekje’. Na een pagina quasifilosofisch gebabbel over kleding komt hij tot de volgende conclusie:
‘Het staat daarom vast dat wie vrouwenkleding weet voor te schrijven daar meestal slechts in kan slagen met gebruik van dwang, met de dreiging met geweld.’
Zo. Dat kunnen de grote modehuizen in hun modieuze zakken steken. Even verderop:
‘Dat de lage dwingelandij die schuilt achter religieuze kledingvoorschriften meestal onzichtbaar blijft, omdat deze in besloten kring van het gezin plaatsvindt, doet daar niets aan af. De veel gebruikte term ‘huiselijk geweld’ vind ik geen goede aanduiding. Het doet er niet toe waar dat geweld plaatsvindt. Mensen die zich als deskundigen op dit gebied opwerpen spreken dan ook van ‘eer-gerelateerd’ geweld. Een klein kranten berichtje…’
Hink-stap-sprong van hoofddoekje naar eerwraak, en dat in volstrekt ondoordacht ‘filosofisch’ geleuter. Fentrop heeft blijkbaar geen flauw benul wat mensen zijn en hoe de wereld werkt. Tijd om het trefwoord islam op te zoeken, want dat zal ongetwijfeld niet ontbreken. Het bevindt zich vlak voor het trefwoord ‘Jeugd (mijn eigen)’. Hoe boeiend. (Ook dat gaat overigens nergens over.) Hij opent ‘islam’ met een vergelijking tussen deze godsdienst en een agressieve vechthond die volgens de eigenaar geen kwaad kan. Dan volgt, uit het niets: ‘terrorisme is slechts het topje van de islamitische ijsberg’. Hierna volgt een pleidooi voor discriminatie op religieuze gronden, zoals in de fijne Gouden Eeuw zo gewoon was. En Locke was ook tegen katholieken, lezen we, dus het mag best (?) en Voltaire vond een staatsgodsdienst nuttig. Dus waarom wij niet? (Dat laatste is ook een conservatief islamitisch standpunt, overigens.) En de uitsmijter: ‘wat is er tegen om islamieten in Nederland net zo te behandelen als niet-islamieten in Saudi-Arabië worden behandeld?’ Fentrop heeft een gidsland ontdekt. Elders, in het langste lemma uit dit boekje, dat bij het trefwoord ‘Wallages’ (laat maar…), pleit hij voor een stop op de immigratie van moslims. Omdat we ‘onze’ samenleving moeten verdedigen tegen onverdraagzamen. Ik laat de ironie aan u over.
Paul Fentrop was een blauwe maandag voorzitter van Forum voor Demagogie. Voordat Thierry besloot dat hij dat zelf toch het beste kon. Voor rede vatbaar? Fentrop kan niet denken. Hij hoeft niet te denken want hij heeft de Prisma citatenboekjes in de kast staan. Ondanks al zijn gebabbel over vrijheid, twijfel, kennis, et cetera (en zijn jeugd) wíl hij gewoon niet denken. Hij weet geen fuck van de islam, behalve dat deze gevaarlijk is voor ‘onze’ westerse beschaving. En hij denkt ook nog dat deze immense intellectuele leegte een belangwekkend standpunt is. Hier geldt, als ik ook mag citeren, Friedrich Nietzsche, Morgenrood, aforisme 438. Zoek het zelf maar op. Maar u kunt het ook zelf bedenken.
Paul Fentrop, Voor rede vatbaar. Uitgeverij Prometheus.
Reacties (2)
Tja, woordenboeken. Met encyclopedieën de ultieme uiting van de behoefte de wereld of een wereldbeeld te ordenen. Ik heb ze een tijd verzameld. Groen-geil, Luilebol! of turbotaal: Je hebt ze zelfs over de valentie en distributie van substantieven. Voor de behoefte aan een Philosophisches Wörterbuch staat zodoende al jaren een dubbele band uit 1974 van het VEB Bibliographisches Institut Leipzig in de kast. En even verderop, van Dietz Verlag, een Kleines politisches Wörterbuch (1135 blz), een Kulturpolitisches Wörterbuch en een Wörterbuch zur sozialistischen Jugendpolitik (Komsomol, anyone?). De idee erachter heeft de loop der dingen ook niet overleefd. Ondanks dat er een gründliche uitgever met aanzien achter stond. Dat valt met het huidige Prometheus nog te bezien.
Indien hier een spatie in vrouwenkleding had gemoeten, lijkt me dat wel relevant…
Laat nou de grote klacht over dameskleding het kleine formaat of zelfs geheel ontbreken van zakken zijn. Als iets die kleine dagelijkse afhankelijkheid kan doorbreken, dan zijn het wel kledingzakken. Zodat Annie niet voortdurend dat tassie vast hoeft te houden.
Wiens gedachte was dit, die van Fentrop of van Hulspas?