COLUMN - Het gerechtshof in Den Haag gaf Ziggo en XS4all gelijk in een rechtszaak tegen stichting Brein: de internetproviders mogen hun blokkade van de Pirate Bay opheffen. Eigenlijk was deze uitspraak grotendeels een non-issue, omdat de slimme downloader via andere sites aan zijn torrents kan komen, bijvoorbeeld door ironisch genoeg de directeur van Brein, Tim Kuik, te googlen.
Het gelijk van Ziggo en XS4all doet de vraag opkomen wat de welvaartsimplicaties van softwarepiraterij zijn. Een paar jaar geleden becijferden TNO, SEO en IViR dat het effect per saldo positief is. Opmerkelijk, omdat elke keer dat ik een DVD wil kijken, eerst een filmpje van ongeveer een minuut me vertelt dat softwarepiraterij hetzelfde is als diefstal. En diefstal associeer je meestal niet met een positief effect op de welvaart.
In dit geval heeft het alles te maken met het consumentensurplus: het verschil tussen wat je wil betalen voor een product en wat je er daadwerkelijk voor betaalt. Stel dat je bijvoorbeeld een DVD wil kopen van het laatste seizoen van Geer en Goor Over de Vloer en dat je daar 30 euro voor over hebt. Als die DVD nu 20 euro kost, heb je 10 euro aan consumentensurplus verdiend. Door het consumentensurplus mee te nemen, compenseer je het welvaartsverlies wanneer de DVD wordt gedownload in plaats van gekocht: omdat je er 30 euro voor over hebt, en het downloaden 0 euro kost, heb je 30 euro aan consumentensurplus verdiend, waarmee de 20 euro die Geer en Goor mislopen wordt gecompenseerd.
Tot zover nog geen welvaartswinst: het verlies voor Geer en Goor wordt gecompenseerd door de winst van de piraat. Waar welvaartswinst ontstaat, is voor de mensen die bijvoorbeeld 10 euro overhebben voor de DVD. Wanneer deze groep niet kan downloaden, kopen ze de DVD niet, maar wanneer deze groep gratis kan downloaden, ontstaat er een welvaartswinst van 10 euro.
Vanuit deze optiek is de uitspraak van het gerechtshof dus positief: internetgebruikers kunnen de Pirate Bay weer op, en flink consumentensurplus gaan maken. Op korte termijn klopt dit, maar op langere termijn kan dit ervoor zorgen dat het produceren minder aantrekkelijk wordt: als Geer en Goor geen DVDs meer kunnen verkopen, zijn ze in de toekomst misschien minder geneigd om een nieuw seizoen Over de vloer te produceren. Het is alleen bijna onmogelijk om te meten hoe groot dit welvaartsverlies is.
Tegelijkertijd is het de vraag of het verbieden van bepaalde websites zoals de Pirate Bay de beste manier is om productie van intellectueel eigendom te stimuleren. Verbieden leidt tot een verschuiving naar andere torrent-sites en het effect van copyright op de creatie van nieuw intellectueel eigendom is niet onbetwist.
Tot slot is het de vraag in hoeverre illegaal downloaden wordt ingehaald door de techniek. Het is tekenend dat het aantal audio-uploads op de Pirate Bay in absolute zin vrijwel niet is gestegen sinds 2008, terwijl video-uploads sterk gestegen zijn. Over diezelfde periode hebben programma’s als iTunes, Spotify en Deezer sterk gewonnen aan populariteit. Dergelijke programma’s geven piraten alternatieven voor het downloaden van audiobestanden, en kunnen de producenten enige compensatie geven. Mogelijk gebeurt hetzelfde voor video-content nu producten als Netflix en Pathe-Thuis aan populariteit winnen. Zover is het echter nog niet en tot die tijd zijn alleen 3D-films veilig voor piraterij: je kunt immers geen diepte zien met een lap voor je oog.
Reacties (17)
Een gedownloade 3D film is anders prima te bekijken op mijn 3D tv. Maar ik heb dan ook geen lap maar een 3D brilletje voor mijn piratenogen. Ik zal dat compenseren met een piratenhoed ;-)
Nou is G&G wel een erg slecht voorbeeld zeg. Als ik dat zou downloaden en kijken zou dat een consumententekort opleveren, omdat ik alleen (fors) betaald G&G zou willen kijken.
Ik kan me anders best voorstellen dat diefstal een positief effect op de welvaart heeft. Als je spullen gejat zijn moet je toch weer nieuwe kopen, dus het is in ieder geval goed voor de consumptie.
De dief koopt diezelfde spullen dan misschien weer niet, maar laten we aannemen dat die ze anders ook niet kon betalen.
Als downloaden de hele entertainment industrie kapot maakt is dat een welvaartsverlies (want conventioneel ga je er vanuit dat als mensen hun tijd en geld liever aan iets anders zouden besteden ze dat sowieso wel zouden doen, hoewel er gevallen kunnen zijn waar de entertainment industrie je afgeleidt houdt van dingen die je eigenlijk leuker zou vinden). Zoals het stuk al stelt is het de grote vraag of de entertainmentindustrie zware schade oploopt door downloaden of dat het wel meevalt omdat de meeste downloads niet een gemiste verkoop opleveren (mensen downloaden meer dan ze zouden kunnen kopen) en legale alternatieven wel winst maken.
Het is mijn mening dat het allemaal zo’n vaart niet loopt: de entertainment industrie blijft genoeg inkomsten houden om te blijven bestaan ook al zal er veel illegaal gedownload blijven worden.
@2: In die zin ‘Stel dat je 30 euro over hebt voor een DVD van Geer en Goor Over de Vloer’ zit ergens een vette grap over onrealistische aannames van economen. Toch staat hij op bol.com voor 21 euro, dus iemand zit er schijnbaar toch op te wachten.
@3: Je argument voor diefstal in algemene zin heeft iets weg van de broken window fallacy van Bastiat (http://en.wikipedia.org/wiki/Parable_of_the_broken_window). Degene van wie gestolen wordt moet het goed opnieuw moet kopen en kan daardoor zijn geld niet voor iets anders kan gebruiken. Verschil met Bastiat is wel (zoals je aangeeft) dat het goed niet verdwijnt, maar naar iemand anders gaat. Als dit verder geen gedragseffecten veroorzaakt, dan kan dit welvaartsneutraal of zelfs positief zijn. Maar je zou hier wel gedragseffecten verwachten: als er bijvoorbeeld veel diefstal is moeten mensen beveiligers gaan inhuren of durven ze geen nieuwe spullen of investeringsgoederen te kopen. En hierdoor dus waarschijnlijk een negatief welvaartseffect.
@4: Ik denk dat je gelijk hebt als het over de hele entertainmentindustrie gaat, dat die niet ophoudt met bestaan door illegaal downloaden. Maar voor onderdelen doet het wel pijn, zoals bijvoorbeeld de traditionele CD-industrie. Tegelijkertijd is dat ook een soort creative destruction (http://en.wikipedia.org/wiki/Creative_destruction), waarbij oude inefficiënte bedrijven (CDs) failliet gaan om ruimte te maken te maken voor nieuwe innoverende bedrijven (Spotify e.d.).
Probeer dat maar eens uit te leggen aan de Indonesiërs, Surinamers, Antilianen, Indianen en last but not least de afstammelingen van de slaven ;-)
Ik ben er niet geheel zeker van dat een analyse in termen van “producentensurplus” wel kan kloppen, want we hebben niet te maken met een gewone, maar met een gedegenereerde aanbodcurve. Hiervoor zijn in eerste instantie twee redenen voor aan te wijzen:
1- Een aanbodcurve (die de voorwaarde is voor het kunnen bestaan van een “producentensurplus”) bestaat alleen maar dankzij de vooronderstelling van volledige concurrentie, waardoor er een marktprijs ontstaat waar de aanbieder zelf geen invloed meer op heeft. Daar is echter geen sprake van. De prijs wordt namelijk door de producent gezet en er is geen volkomen concurrentie tussen een product van Geer en Goor en een cursus van de TTC over kosmologie in het algemeen en zwarte gaten in het bijzonder: het zijn immers verschillende producten!
2- De stijging van de aanbodcurve wordt via via veroorzaakt door de wet van de afnemende meeropbrengsten. Maar er zijn geen afnemende meeropbrengsten bij digitale producties want extra producten kosten niets extra’s. Bovendien worden die kosten i.h.a. niet door de producent, maar door de consument gedragen. (die verzorgt namelijk het kopiëringsproces). Het hele analytische model dat berust op een (nu niet meer bestaand) “producentensurplus” is dan dus onbruikbaar geworden.
@9: Ik ben bang dat het niet klopt wat je hier zegt. Je kunt het productensurplus bepalen voor elke marktvorm, dus ook voor monopolies of (zoals hier waarschijnlijk is) monopolistische concurrentie. En je kunt het producentensurplus ook bepalen wanneer de marginale kosten (kosten van het produceren van een extra product) nul zijn.
@10: Dat kan dus niet, volgens mij. Althans niet meer als je die term blijft gebruiken in de ouderwetse betekenis. Ik kijk naar het plaatje op http://en.wikipedia.org/wiki/Economic_surplus en ik zie daar een “normale” aanbodcurve. Maar bij digitale producties bestaat deze aanbodcurve niet op deze manier. Waarom niet? omdat de oude vertrouwde aanbodcurve zijn vorm dankt (die steeds stijgend is) aan de afnemende meeropbrengsten, waardoor ondernemers steeds meer geld willen hebben voor hun extra producten. Maar in het geval van Geer en Goor (of de TTC-cursussen) wordt één prijs gezet, en tegen die prijs is de producent geneigd aan een ongelimiteerde afzet te voldoen. De “supply-curve” loopt in dit plaatje dus horizontaal, althans in het relevante gebied.
Maar kijk nu eens naar wat het “producentensurplus” is. Dat heeft iets te maken met échte kosten van de extra productie (oftewel, de marginale prijs van de marginale producten, want die bepalen uiteindelijk de marktprijs). Maar die kosten zijn nul bij digitale dingen want die bestaan niet! En als ze zouden bestaan dan heeft dat geen invloed meer op de marktprijs. Maar dit laatste (dwz dat de marktprijs wordt bepaald door de kosten van het marginale product) is een absolute voorwaarde om over “producentensurplus” te kunnen blijven praten in de oude, gangbare betekenis. Bovendien zíe je op het plaatje dat áls je de term “producentensurplus” per se wilt blijven gebruiken in de gangbare betekenis, dat dit producentensurplus (dat is dat blauw ingekleurde gedeelte) volledig verdwijnt als je de supply-curve horizontaal laat lopen.
@11: Niet helemaal, bij producentensurplus neem je het verschil tussen prijs en aanbodcurve (paarse vlak in de link die je opgeeft). Als de marginale kosten nul zijn, komt de aanbodcurve vlak te liggen op de horizontale as. Het producentensurplus beslaat dan een vierkant vlak tussen aanbodcurve en prijs.
@12: Tsja, maar wat je nu doet is een concept uit de ideologie van de algemeen evenwichtsmodellen gebruiken in een situatie waarin er kennelijk géén evenwicht bestaat, want de prijs is in jouw geval niet meer bepaald door evenwicht, het is niet meer het snijpunt van vraag- en aanbodcurve! :-)
@12: Zucht. Morika zegt dat bij marktmacht er geen aanbodscurve te definieren valt. Dat is Microeconomie Bsc jaar 2 niveau.
Op meer terreinen zou het consumenten-surplus toe kunnen nemen.
Bij het ontwikkelen van medicijnen is ook de economische bijdrage het grootst, als ze daarna tegen kostprijs verkocht worden.
(helaas levert dit voor de patenthouder niet de maximale winst op).
@14: Als je zo slim bent om mijn woorden te verdraaien, wees dan ook zo verstandig om ze niet meer te becommentarieren, want dan becommentarieer je mijn woorden niet meer, maar slechts je eigen woorden.
@16: Nou nou, zelfs op bijval reageer je als de gebeten hond. Doet er niet toe: ik ben het nog steeds eens met jouw constatering. In het geval van marktmacht is er geen sprake van een “aanbodscurve”.