COLUMN - Drie dagen in Londen vergaderd over onderzoekjournalistiek. Hoe doe je degelijk onderzoek, hoe bescherm je bronnen, hoe controleer je publieke uitspraken van overheden en bedrijven, hoe breng je schandalen naar buiten? Hoe houd je de vrijheid van meningsuiting overeind wanneer steeds meer onderwerpen in het geheim worden besproken, of zelfs tot kwestie van staatsveiligheid worden bestempeld? Zijn de vrijheid van meningsuiting en de ruimte om degelijk onderzoek uit te voeren nog gewaarborgd, wanneer privacy verdwijnt?
We zaten er met de fine fleur van onderzoeksjournalisten, klokkenluiders, advocaten, hackers en NGOs. Seymour Hersh, die zowel de Amerikaanse slachting van honderden ongewapende burgers in My Lai als het schandaal rond Abu Ghraib blootlegde; Lowell Bergman, die als eerste de dubieuze praktijken van de tabaksindustrie blootlegde; Eileen Chubb, die naar buiten trad met de barre staat van Britse verpleegtehuizen; Duncan Campbell, die het bestaan van afluistersysteem Echelon aantoonde; Daniel Ellsberg, die staatsgeheimen over de Amerikaanse oorlog in Vietnam naar buiten smokkelde en die als de Pentagon Papers in de krant wist te krijgen.
Gaande de conferentie werd duidelijk hoe groot het spoor van vernieling is dat overheden rond hun klokkenluiders trekken. Dat Chelsea Manning 35 jaar gevangenisstraf kreeg voor het lekken van leugens rond de oorlog in Irak is erg genoeg: niet zij, maar de leugenaars verdienen die straf. Zij hebben hun eigen volk voorgelogen – en de rest van de wereld.
In het voetspoor van de klokkenluiders wordt echter ook anderen hun rechten ontzegd. Veel journalisten zijn voor hun eigen overheid gevlucht. Uitgever Julian Assange zit al ruim drie jaar vast in de ambassade van Ecuador; de filmmaakster Laura Poitras – die als allereerste contact had met Edward Snowden – kan de VS en de UK niet meer in, evenals journalist Glenn Greenwald en diens partner David Miranda; Snowden kan Rusland niet meer uit; Sarah Harrison, die Snowden vanuit Hongkong naar Rusland begeleidde, kan haar moederland niet meer in. Meer en meer mensen die ons de verhalen van klokkenluiders brachten, leven nu – o ironie – in exile in Berlijn.
Op de derde dag van de conferentie zag ik Citizen Four, de documentaire die Poitras over Snowden maakte. En na twee dagen van verstandige, heldere, imposante en onthullende verhalen, was ik ineens totaal van de kaart. Niet vanwege de onthullingen van Snowden: die zijn me inmiddels akelig vertrouwd. Niet vanwege de botte leugens van de Amerikaanse overheid: de documenten van Snowden tonen aan hoe verwoestend verraden wij allemaal zijn door de Amerikaanse overheid, en door onze eigen overheden.
Het was de eenvoud van Snowden die me tot tranen toe roerde. ‘Ik zag wat we deden, ik wist wat er gebeurde, en ik vond dat iedereen dit moest weten.’ Ellsberg zei later: ‘Zo was het bij mij ook. Ik kon het bedrog niet langer velen.’
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.
Reacties (5)
En weer is de vraag: wat kun je er aan doen?
@1: De mensheid opheffen?
Mooi stuk Karin, dank je wel. Ik kan alleen maar hopen dat de moedigen zich niet zullen laten kisten en zullen blijven opstaan en ageren tegen het onrecht.
@3: We zijn op weg naar het maximale totalitarisme en jij hoopt dat het allemaal goed af zal lopen. Hoop doet leven zeggen ze. Nou, maak je borst maar nat, de goelags en guantanamo bays zijn warm gedraaid.
Maar we blijven wel lief en zeggen dank je wel als iemand een observatie opschrijft. Dank u. Slaap zacht.
*buigt als een knipmes en kruipt weg in de winterslaap*
@4: En wat moeten we anders, Zuiver? Niks observeren, niks opschrijven?