Het zomerreces is geen vakantie. Ik herhaal: het zomerreces is geen vakantie. De Tweede Kamer is gisteren weer begonnen in Den Haag. Een korte zoekactie op het onvolprezen parlando-systeem van de GC-redactie leert dat een zoekopdracht naar kamervragen in de periode van 6 juli 2007 t/m 4 september 2007 precies negenhonderd officiële publicaties oplevert. Als je er rekening mee houdt dat voor elke vraag ook een antwoord gepubliceerd wordt, kom je in deze periode op zo´n 450 schriftelijke vragen uit de Tweede Kamer.
Opmerkelijk genoeg levert een vergelijkbare zoekactie in de twee maanden voorafgaand (6 mei t/m 6 juli 2007) maar 726 officiële publicaties op. Je zou nog kunnen denken dat dit een geflatteerd cijfer is, omdat gedurende het reces meer tijd is voor ambtenaren om kamervragen te beantwoorden. Het is echter juist eerder zo dat veel ministers juist ambtenaren aansporen zoveel mogelijk vragen vóór het reces te beantwoorden.
Conclusie: er zijn meer kamervragen gesteld tijdens het zomerreces dan in de twee maanden voorafgaand.
Waar is toch het idee ontstaan dat het zomerreces voor Tweede Kamerleden een ontspannen vakantieperiode is?
Reacties (9)
Bereiden ze die kamervragen misschien een maand van te voren voor, zodat ze toevallig tijdens het reces allemaal gesteld worden? De daadwerkelijke arbeid is dan eerder verricht. En dan zou je juist in de periode direct na het reces een dip in de aantallen kamervragen moeten zien.
Misschien is de verhouding vragen naar aanleiding van (kranten)bericht vs structurele vragen wel anders tijdens de zomermaanden. Omdat het komkommernieuws zo makkelijk en dankbaar op te reageren is.
Wat ook interessant zou zijn is of de verhouding tussen partijen anders is; dat sommige partijen wel op vakantie gaan en andere juist lekker komkommeren. kan je dat ook uit dat programma halen?
De Constante van Steeph geldt ook tijdens het reces. Maar misschien stellen kamerleden meer vragen tijden het reces omdat ze eindelijk eens de tijd hebben lekker de krant te lezen.
@ 2: ter illustratie, als je op PVV en kamervragen zoekt in deze periode krijg je 224 officiële publicaties. Dit aantal is wel wat vertekend, omdat je zoekt met de ‘zoekt-term’ ‘PVV’. Hiermee krijg je ook kamervragen naar boven die in aanvulling op PVV-vragen zijn gesteld.
Als je dezelfde zoekcombinatie intikt voor de twee maanden voorafgaand aan het reces, kom je uit op 159 officiële publicaties (met dezelfde kanttekening als hierboven).
Een voorzichtige conclusie kan zijn dat de PVV in elk geval wel meer kamervragen stelde tijdens het reces dan de 2 maanden voorafgaand.
Om dat voor alle partijen te doen, kost wat meer tijd. Interessant om op terug te komen dus.
@Fem: Bij onze buren hebben ze het redelijk helder gekregen dat de kamervragen voor ongeveer 3/4 wordt geïnspireerd door mediaberichten. En niet alleen in de zomer.
@ 5: Het zegt wel iets over de mate waarin kamerleden op eigen waarnemingen afgaan en niet op door de media aangedragen nieuwsfeiten. Het feit dat de media als bron gebruikt worden voor een kamervraag zegt echter nog niets over de kwaliteit van deze vraag, in positieve noch in negatieve zin.
Mwoah, volgens de analyse van Steeph waren de vragen nauwelijks “structureel”. Dat lijkt toch een indicatie van negatieve kwaliteit.
@ 7: actuele vragen zijn niet per definitie slecht. Ik kan niet inschatten op basis waarvan hij iets niet structureel noemt. Daarnaast vermengt hij niet structureel met ‘media-gedreven.’ Tenslotte heeft hij als voorbeeld van wat dan goed zou zijn (eigen initiatief) vragen over de aanpak van de tijgermug. Nou goed, ik zal weleens vaker grote maatschappelijke problemen missen.
Ja dat had ik ook gezien van die constante van Steeph. Dat is dus tijdens de zomer ook zo, had ik eigenlijk niet gedacht. Maar aan de andere kant, komkommertijd heet niet voor niets zo, op dat moment is er minder nieuws dus staan er meer bijna-nieuws artikelen in de krant. Als politici nog steeds even veel vragen over krantenartikelen maken is de kwaliteit van de vragen dus toch achteruit gegaan.