ACHTERGROND - Wij importeren veel uit de VS. Amerikaanse economische ideeën en strijdpunten zijn dan ook regelmatig voorboden van wat ons op economisch gebied in Nederland te wachten staat. Zodoende is het de moeite waard om zo nu en dan eens te kijken waar men zich aan de overkant van de Atlantische Oceaan mee bezighoudt.
Vorige week publiceerde de Washington Times een interview met Chrystia Freeland, auteur van het boek The Plutocrats: The Rise of the New Global Super Rich and the Fall of Everyone Else. Dit interview leverde verschillende interessante inzichten op. Zo werden dezelfde mensen (vaak werkzaam op Wall Street) die in 2008 de signalen van een komende crash volledig over het hoofd zagen recentelijk opnieuw compleet verrast door het verlies van Romney in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In beide gevallen leidde het tot een situatie waarin deze superrijken aanzienlijke financiële investeringen van de ene op de andere dag volledig konden afschrijven.
Een ander opvallend punt dat in het interview naar voren kwam is dat in de Angelsaksische beleving de zakenman – en niet, bijvoorbeeld, de wetenschapper of filosoof – de grote held is die de meest waardevolle bijdrage aan de samenleving levert. Zodoende is het natuurlijk niet vreemd dat libertarische sprookjesfiguren als Ayn Rands creatie John Galt met name in de Verenigde Staten als inspirerend voorbeeld worden beschouwd.
Uiteenlopende belangen
Mede dankzij het verheven zelfbeeld dat de superrijken van zichzelf plegen te hebben (ondanks hun bepaald niet onbelangrijke missers) denken zij maar al te gemakkelijk dat hún belang, dat wil zeggen: lage belastingen en weinig regulering, overeenstemt met het collectieve belang. Zij zijn immers job creators en producenten, terwijl veel armen hun situatie aan zichzelf hebben te wijten en zodoende kunnen worden afgedaan als luie uitvreters. Zoals we ondertussen allemaal weten bedraagt het percentage moochers in de VS inmiddels maar liefst 47 procent.
Het is overigens opvallend hoe kritiekloos de boodschap ‘dat wat goed is voor de rijken, is goed voor ons allen’ doorgaans wordt aanvaard. Niet alleen in de VS, maar inmiddels ook in Nederland. Mark Rutte, die er uitgesproken libertarische sympathieën op na houdt, beweerde immers niet al te lang geleden met droge ogen dat een liberaal economisch beleid, dat wil zeggen: lagere uitkeringen, een toenemende baanonzekerheid en duurdere kinderopvang, ook voor de bijstandsmoeder het meest gunstig zou uitpakken. Realistisch bekeken doet dit soort uitspraken natuurlijk nauwelijks onder voor het fameuze ‘geen gezeik, iedereen rijk.’
Niet meer voor iedereen
Hoewel Wall Street in 2008 nog massaal achter Obama stond, was de situatie bij de laatste verkiezingen radicaal anders. Volgens Chrystia Freeland is dat met name te danken geweest aan het volgende:
But second, I think what Obama has done is quite striking: he has said the economy isn’t working for everybody, and he has said it’s possible in this economy for economic acts to take place that are really good for a wealthy person and neutral or even bad for the middle class. […] That is something no one has said in political power for 30 years. That is profoundly threatening for this group. It’s threatening politically, but it’s also emotionally and morally threatening.
Met andere woorden, Obama waagde het uit te spreken dat de economische groei van de afgelopen decennia vooral ten bate kwam aan een kleine groep rijken en (regelmatig) ten koste ging van iedereen die niet tot deze exclusieve groep behoort. De statistieken ondersteunen dit standpunt: in de VS waren de reële lonen in 2011 nog steeds veertien procent lager dan hun hoogtepunt in 1972.
Ook in Nederland werken huidige economische ontwikkelingen niet meer in ieders voordeel. Hier wordt dat vooral geïllustreerd door een snel voortschrijdende flexibilisering van de arbeidsmarkt. Onder invloed van de globalisering en de daarmee gepaard gaande toenemende concurrentie van (hoog)geschoolde buitenlandse arbeid, wordt het voor bedrijven steeds onaantrekkelijker om vaste dienstverbanden aan te bieden – zeker wanneer er tevens sprake is van een stevige ontslagbescherming.
Hoewel de flexibilisering van de arbeidsmarkt op korte termijn – voor bedrijven, althans – de nodige voordelen biedt, zijn er ook belangrijke ongunstige langetermijneffecten. Zo dreigt bijvoorbeeld een structurele afname in vakmanschap en –kennis. Daarnaast kan een economie waarin een groot percentage ZZP’ers actief is te weinig gebruik maken van efficiëntiebevorderende en kostenbesparende schaalvoordelen.
Geen consensus
Zodoende lijkt er een situatie te gaan ontstaan waarin de stand van zaken op de arbeidsmarkt een structurele bedreiging zal vormen voor onze economische welvaart. Zoals halverwege de jaren zeventig de lonen te hoog waren geworden ten opzichte van de bedrijfswinsten om het economische systeem ook op termijn goed te laten werken, zo dreigt nu de arbeidsmarkt té flexibel te worden om het economische systeem optimaal te laten functioneren.
In 1982 sloten Nederlandse werkgevers en werknemersorganisaties het Akkoord van Wassenaar. Beide partijen, vakbeweging en werkgevers, hadden hier direct baat bij: in ruil voor loonmatiging (en dus: hogere bedrijfswinsten) werd vrijwel meteen meer werkgelegenheid gecreëerd. Helaas ligt de situatie op dit moment gecompliceerder. Op korte termijn zijn de werkgevers alleen maar gebaat bij een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt. De ongunstige effecten zullen pas plaatsvinden op een nog onzeker moment in de verdere toekomst. Een herhaling van het Akkoord van Wassenaar is dus onwaarschijnlijk.
Niettemin is het belangrijk dat ook in de toekomst werknemers een voldoende mate van (bestaans)zekerheid houden om hun vakmanschap en vakkennis te kunnen blijven ontwikkelen zonder bang te hoeven zijn dat deze investering door ontslag van de ene op de andere dag een groot deel van zijn waarde zal verliezen. De oplossing van dit probleem? Ondanks verschillende gemakkelijk te bedenken nadelen, is het gegarandeerde basisinkomen wellicht toch (een deel van) de oplossing. Maar goed, wie het weet mag het zeggen.
Reacties (5)
Pfoe, ik dacht even dat Sargasso zijn kwaliteit aan het verliezen was, maar dit stuk maakt het weer helemaal goed. Alleen dat basisinkomen, ik weet het niet.
http://www.nytimes.com/2012/12/07/technology/apple-to-resume-us-manufacturing.html?hp
Niet meer voor iedereen? Niet meer? In een kapitalistisch economisch model is economische groei nooit voor iedereen, maar moeten de armsten genoegen nemen met de kruimels, die van het bord af vallen. Ik geef onmiddellijk toe, dat ook in een socialistisch systeem in de praktijk de top van de maatschappij zichzelf beter bedeeld dan de rest, maar daar is het in naam in elk geval nog wel zo, dat economische groei iedereen ten voordele zou moeten komen.
Als je alleen een hamer kent ziet elk probleem er uit als een spijker. Deze socialistische riedeltjes over de arbeidsmarkt beginnen te vervelen.
Best een interessant stukje maar dat je jezelf citeert m.b.t. ZZP’ers en dat als argument aanhaalt is op zijn minst twijfelachtig.