De Amsterdamse straten worden momenteel opgefleurd met gigantische foto-exposities. Sinds enkele weken is op de Westermarkt al de tentoonstelling Spirit of the wild (wilde dieren foto’s) van Steve Bloom te zien en sinds afgelopen weekend worden de foto’s van naakte mensen die de Amerikaanse kunstenaar Spencer Tunick op 3 juni j.l. maakte in Amsterdam, op grote schermen getoond op onder andere de Nassaukade en de Leliegracht. Tunick weet voor zijn projecten wereldwijd steeds grote aantallen mensen op te trommmelen die voor dag en dauw voor hem willen poseren zonder kleren. In Amsterdam maakte hij onder andere foto’s van naakten in de open parkeergarage Q-parking in de Marnixstraat en fietsende blote mensen over de grachten. Het is eenzelfde soort beeldsensatie die onlangs in de film Het Parfum te zien was en het is de vraag of Tunick zijn inspiratie uit het gelijknamige boek van Patrick Süskind heeft gehaald. Het legt hem in ieder geval geen windeieren qua publiciteit.
Een andere fotograaf die gebruik maakt van de openbare ruimte om te exposeren, is de Franse straatkunstenaar JR. Met zijn eerste project Portrait of a Generation wist hij de aandacht op zich te vestigen. Met zijn camera trok hij de Parijse banlieux in om daar portretten te maken van hun bewoners, met een groothoeklens, recht in het gezicht. Hij was geïnteresseerd in de menselijke kant van wat ook wel de nachtmerrie van de samenleving wordt genoemd, waarbij slechts een klein deel zorgt voor de overlast in dat soort achterstandswijken. De geschoten portretten blies hij vervolgens op in het kopieerapparaat tot enkele meters en gewapend met kwast en lijm bracht hij de mensen uit de banlieux naar de binnenstad en plakte ze illegaal op prominente plaatsen zoals bijvoorbeeld op het Gemeentehuis of het Fotografiemuseum. Zo wist hij een hoop mensen die niet of nauwelijks in een museum komen, te bereiken met zijn werk.
Voor het eerst is zijn werk nu te zien in Nederland.
Foam wist, de wars van musea zijnde JR te strikken om zijn nieuwste project Face 2 Face te tonen binnen de muren van het museum, maar ook daarbuiten. Bij Paradiso, op het Spui en op de Noordermarkt zijn enorme portretten naast elkaar geplaatst van Israëliërs en Palestijnen die hetzelfde beroep uitoefenen. Deze portretten plakte hij aanvankelijk op beide kanten van de omstreden veiligheidsmuur in Israël en in acht Israëlische en Palestijnse steden. Op deze manier wilde hij aantonen dat de burgerij van beide landen nauwelijks van elkaar te onderscheiden is, ondanks de al jaren voortslepende oorlog tussen beide gebieden.
De toegangsdeuren van Foam zijn versierd met twee manshoge portretten en de buitengevel van het museum is bedekt met een honderdtal pasfoto’s uit het Face 2 Face project. Het geeft een opmerkelijk beeld aan het statige negentiende eeuwse pand. De tentoonstelling in de zaal van het museum is echter mager; één ruimte die behangen is met vele foto’s en een projectiescherm waarop aan willekeurige passanten wordt gevraagd naar hun mening over de foto’s en de toestand in het Midden-Oosten. Het geeft alweer des te meer aan dat JR niet te vangen is in de beperkende ruimte van een museum.
JR begon oorspronkelijk al graffiti-kunstenaar. Per toeval vond hij een vergeten camera in de metro en daarmee begon hij de andere graffiti-kunstenaars te fotograferen tijdens hun nachtelijke werkzaamheden. Al snel bleek dat hij meer talent had voor het fotograferen dan voor het ’taggen’ en specialiseerde hij zich in de fotografie. Door de geportretteerden te betrekken in zijn projecten weet hij het vertrouwen van ze te winnen en door als een soort guerilla-kunstenaar te werk te gaan in het exposeren, weet hij alleen maar meer respect af te dwingen. En belangrijker nog; door deze werkwijze kan JR zo vrij als een vogel opereren en dat maakt het voor hem interessant om met de camera weer naar de volgende te onderzoeken plek te trekken.
Face 2 Face is nog t/m 2 september te zien in Foam en op straat in Amsterdam
Foam
JR
Kleine docu over JR in het al ter ziele gegane Picabia
Reacties (4)
Je hebt door heel Amsterdam ook van die toffe Space Invaders mozaïekjes. Maar dat terzijde.
Waarom denk je dat Spencer Tunick inspriratie uit het boek van Süskind heeft gehaald?
Ik vind het een Schande om met iets dergelijks als dit te komen koud na de dood van ‘Il Majore’. Een regelrechte Schande, overigens.
@Krekel: ik heb het boek niet gelezen, maar in de film van Tom Tykwer komt in ieder geval een plein voor met ontklede mensen en ik neem aan dat hij dat vanuit het boek heeft geadapteerd. Corrigeer me indien het niet zo is, maar zoals boven gezegd is het een vraag.