OPINIE - GroenLinks heeft het verzet tegen het gebruik van de IHRA-definitie van antisemitisme gestaakt. Op 1 december 2020 stemde de GroenLinks fractie voor een motie van de SGP-lid Bisschop waarin de Kamer de regering verzoekt te “bevorderen dat deze definitie voortvarend en herkenbaar in uitvoering komt in de opsporing en vervolging van antisemitisme.” Het congres van GroenLinks in januari bevestigde het standpunt van de fractie door met tweederde meerderheid een motie te verwerpen die de IHRA-definitie als instrument bij de bestrijding van antisemitisme afwees.
In 2018 stemde GroenLinks nog tegen een overeenkomstige motie van de SGP. De PvdA was al eerder overstag gegaan. Alleen de SP, de PvdD en Denk hebben nog steeds bezwaren tegen het hanteren van de IHRA-definitie vanwege de risico’s op vermenging van discriminerende uitingen tegen Joden met kritiek op Israël. In antwoord op de vraag van Bisschop, liet minister Grapperhaus weten dat de IHRA-definitie “met bijbehorende indicatoren gedeeld” is met politie en OM. Deze kunnen meegewogen worden bij het opnemen van een aangifte in het oordeel of sprake is van groepsbelediging, haatzaaien of een discriminatoir aspect, aldus de minister.
Omstreden
De IHRA-definitie is van begin af aan omstreden geweest. Zelfs de oorspronkelijke opsteller, de Amerikaan Kenneth Stern, waarschuwt voor de risico’s van aantasting van de vrijheid van meningsuiting. “De internationale Israël-lobby probeert de definitie overal door overheden en instellingen te laten verankeren, maar daarvoor is die nooit bedoeld geweest,” volgens Stern. Het heeft vele landen, partijen en politici er niet van weerhouden deze ‘niet-bindende’ tekst te aanvaarden in de strijd tegen antisemitisme. De definitie zelf is nogal vaag, maar de belangrijkste bezwaren richten zich tegen de ‘voorbeelden’, die minister Grapperhaus nu kennelijk heeft aanvaard als ‘indicatoren’ van antisemitisme voor politie en OM. In deze voorbeelden wordt de staat Israël diverse keren gebruikt. Bijvoorbeeld: als je Israël iets verwijt dat je andere landen niet verwijt wijst dat op een dubbele standaard die voortkomt uit antisemitisme.
Krimpende ruimte
Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid (EAJG), geeft een uitvoerige kritiek op het misbruik van de IHRA-definitie onder de titel ‘De krimpende ruimte voor het debat over Israël en Palestina‘. Hij schrijft onder meer dat de voorbeelden die de IHRA toevoegde aan de eigenlijke definitie nooit bedoeld zijn als bewijs voor antisemitische uitingen. Hij verwijst naar Stern die de voorbeelden ziet als ‘hulpmiddel ten behoeve van monitoring van en onderzoek naar antisemitisme.’ Het is niet voor niets een ‘werkdefinitie’. Hamburger: die werkdefinitie “is doelbewust gekaapt, met voorbeelden en al verabsoluteerd, gepolitiseerd en omgesmeed tot een wapen onder het mom van ‘de strijd tegen antisemitisme’.”
BDS
In de afgelopen jaren hebben rechtse partijen zoals de SGP meerdere malen geprobeerd de strijd tegen antisemitisme om te vormen tot strijd tegen organisaties en acties die zich richten tegen de Israëlische bezettingspolitiek. In 2015 nam ook de PvdA, bij monde van Michiel Servaes, mede namens D66, GroenLinks, SP en Denk daar nog duidelijk afstand van. In antwoord op Kamervragen van de voormalige PVV-leden Bontes en Van Klaveren benadrukte het kabinet ‘dat het van belang is om onderscheid te blijven maken tussen stellingname ten aan zien van Israël en antisemitisme.’ In 2016 antwoordde toenmalig minister Koenders van Buitenlandse Zaken op vragen van GroenLinks dat oproepen tot boycot, divestment en sancties (BDS) tegen bedrijven die investeren in de kolonisatie van de West-Bank vallen onder de vrijheid van meningsuiting. Een tijdelijke nederlaag voor de Israël-lobby die BDS overal veroordeeld wilde hebben als vorm van antisemitisme. De lobby bleef echter aandringen, en met succes. In 2017 ging het Europees Parlement om en in 2018 de Nederlandse regering.
Apartheid
Hamburgers analyse van het misbruik van de IHRA-definitie is pijnlijk. “De definitie fungeert als de perfecte verdwijntruc voor elke kritische notie over Israël,” schrijft hij. En voor elke kritische noot over organisaties of personen die zich volledig identificeren met de staat Israël. Kritiek op de bezettingspolitiek, het geweld van het Israëlische leger, van de kolonisten, het kan allemaal verdraaid worden als antisemitisme. Wat we nu in de afgelopen jaren in het politieke debat hebben gezien is dat dit werkt. Nooit eerder is er zo omzichtig omgesprongen met standpunten over Israël uit vrees voor de beschuldiging van antisemitisme. De IHRA-definitie draagt op deze manier bij aan het sanctioneren van een apartheidsstaat. Volgens de voorbeelden die bij de definitie worden gegeven is deze zinsnede nu niet langer een discutabele uitspraak maar een onaanvaardbare racistische uiting: ‘Denying the Jewish people their right to self-determination, e.g., by claiming that the existence of a State of Israel is a racist endeavor.’ Op deze manier, concludeert Hamburger, wordt “het begrip antisemitisme uitgehold en wordt de bestrijding van hardcore antisemitisme juist bemoeilijkt.” Het is buitengewoon pijnlijk dat politieke partijen zoals GroenLinks en de PvdA die bestrijding van discriminatie hoog in het vaandel hebben staan hierin meegaan.
[overgenomen van FreeFlow of Information]
Reacties (11)
Als kiezer zweef ik doorgaans ergens tussen GL en PvdA. Als ik nu overweeg om Denk, PvdD of SP te stemmen vanwege dit onderwerp, ben ik dan een antisemiet?
Neuh… maar het zal niet voor velen hèt single issue zijn om de stem van af te hangen. Ik ben zelf teleurgesteld over de positie op dit dossier van de partijen naar wie ik neig, maar het is voor mij geen deal breaker.
Mogen we nog wel verwijten maken aan Rusland, of China, of Marokko, of Soedan?
Of alleen als we erbij zeggen “maar het is niet zo erg als in Noord-Korea” ?
Kritiek op Israel is kritiek op de VS en daar moeten we aan gehoorzamen, dat is wel gebleken na 9-11. De VS dreigden met een inval mochten er Amerikaanse militairen voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gebracht worden; de TK houdt een minuut stilte voor de slachtoffers (iets wat nooit is gebeurd voor 3 miljoen Vietnamese oorlogsslachtoffers, om maar wat te noemen)
The lord who thinks Corbyn and Trump are the same.
I lost 39 members of my family in the holocaust/ Jeremy Corbyn is no antisemite, Andrew Feinstein.
Meet the wrong type of Jew the media doesn’t want you to know exist/ Naomi Wimborne-Idrissi.
The problem with genocide/ Bad Empanada.
Door een decennialange en uiterst gewiekste lobby zijn allerlei niet-joodse bestuurders intussen als de dood voor de beschuldiging van antisemitisme. Met ‘gewone’ discriminatie, kinderporno of ambtsmisbruik kom je veel makkelijker weg, zo is de stemming. Het bizarre is dat een nog steeds veel voorkomende en vaak kwetsende denkfout, nl. het op één hoop gooien van alle soorten joden en de staat Israël, in deze IHRA-definitie eigenlijk wordt overgenomen.
Het maakt dan uiteindelijk ook niet uit wat iemand doet, laat of zegt: pro, neutraal of contra, het kan altijd tot antisemitisme worden verdraaid.
Waardoor iedereen die niet bij de onderdrukking van Palestijnen om het hardst staat te juichen automatisch een antisemiet is. Het is de nieuwe erfzonde.
Maar door deze opgelegde onschendbaarheid vooral een vorm van valsspelen.
Triest dat onze bestuurders dat niet doorzien.
Inderdaad zorgelijk die IHRA definitie.
De definitie is ook nog eens erg vaag, en de voorbeelden zijn geen voorbeelden van wat zeker antisemitisme IS, maar van wat antisemitisme KAN ZIJN. Kortom, die voorbeelden hoeven geen antisemitisme te zijn.
Kortom, als definitie is de IHRA-definitie nietszeggend, maar als instrument om kritiek op zionistisch racisme te onderdrukken is zij ideaal.
Het is inderdaad heel sluipend. Eerst zorgen dat de omschrijving geaccepteerd wordt. Dan dat ze vaste grond onder de voeten krijgt en als definitie algemeen geaccepteerd wordt. En voor je het weet is het een wet die bij overtreding gesanctioneerd wordt.
Wat vindt de Thierry-Jugend hier eigenlijk van? Schreeuwt die al moord en erkenbrand?
Kritiek op Israël blijft gewoon mogelijk, alleen geen antisemitische kritiek. Lijkt mij niets mis mee.
Het probleem is juist dat de IHRA-definitie het onderscheid tussen legitieme kritiek en antisemitisme vaag maakt. Zo zegt een voorbeeld dat Israël een racistische onderneming noemen antisemitisch kan zijn, terwijl dat in principe gewoon het vaststellen van een feit is dat niks met antisemitisme te maken heeft. Het kan antisemitisme zijn als het alleen maar gezegd wordt omdat Israël Joods, maar als het, zoals meestal, gezegd wordt omdat Israël gebaseerd is op etnische zuivering van Palestijnen dan is het natuurlijk geen antisemitisme.
De wijze waarop de definitie is vastgelegd biedt de gelegenheid om bij elke kritiek de Whataboutery tactiek te spelen. Als je daarop onvoldoende weigert in te gaan, ben je volgens de definitie namelijk antisemitisch bezig. Het lijkt me nogal evident dat dat keer op keer de discussie zal doodslaan, waarmee effectief de ruimte voor kritiek op Israël wel degelijk wordt verkleind (om niet te zeggen in de kiem gesmoord).
Verder vind ik het zorgwekkend dat er überhaupt een uitzonderlijke definite wordt gehanteerd voor één bepaalde vorm van racisme, waar antisemitisme prima past binnen de definitie van racisme (of misschien nog beter discriminatie op grond van religie).