De geboorte van de Amerikaanse hoogmoed

Foto: TRiver (cc)

RECENSIE - ‘The world, and North Korea in particular, has lost a great opportunity for lasting peace and great prosperity and wealth. This missed opportunity is a truly sad moment in history.’

Aldus Donald Trump in zijn brief aan Kim Jong Un, waarin hij het voorgenomen overleg met de Noord-Koreaanse leider afblaast. Noord-Korea weigerde te ‘denucleariseren’ en had daarmee een geweldige kans op wereldvrede laten schieten.

Het mag duidelijk zijn dat de Verenigde Staten niet vanwege hun eigen belangen, hun eigen machtspositie, aan de onderhandelingstafel zaten. Nee, ze zaten daar voor de hele wereld. Amerika is het land dat die dankzij zijn open visie, zijn vreedzaamheid en niet te vergeten zijn morele superioriteit, de wereld kan verheffen. Het is een verleidelijke gedachte, zeker wanneer je ook nog denkt dat je, in geval van koppige domheid van de tegenstander, je gelijk ook met een beetje geweld mag opleggen – alles voor de goede zaak, nietwaar? Zoals Trump in dezelfde brief, op adembenemend botte wijze schrijft:

‘You talk about your nuclear capabilities, but ours are so massive and powerful that I pray to God they will never have to be used.’

Maart 1917

Trumps pose is natuurlijk kenmerkend voor de Amerikaanse politiek van de afgelopen eeuw. Sinds president Woodrow Wilson hinkt de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten op twee gedachten. Enerzijds: we hebben niemand nodig; anderzijds: de wereld heeft ons nodig. Tot 1917 overheerste het eerste sentiment. (Denk aan de Monroe-doctrine.) maar in het voorjaar van 1917 sloeg dat radicaal om. In zijn boek Maart 1917 beschrijft Will Englund de lange reeks van toevalligheden en misverstanden die daarvoor hebbe gezorgd.

De eerste toevalligheid was de herverkiezing van Woodrow Wilson tot president, in december 1916. De zweverige Harvard-hoogleraar was in 1912 de grote winnaar geweest maar kwam na 1914 ernstig onder vuur te liggen vanwege zijn aarzelende houding ten opzichte van de Grote Oorlog die in Europa was uitgebarsten.

Wilson had nooit herkozen mogen worden. Hij had niks met het buitenland en hij was na zijn eerste vier jaar eigenlijk uitgeregeerd. Hij was niet meer geïnteresseerd in het politieke handwerk en luisterde nauwelijks nog naar adviseurs. Hij had in 1916 ook met gemak verslagen kunnen worden door de ijzervreter Theodore Roosevelt, maar die lag niet lekker bij de Republikeinse partij. Roosevelt voerde op eigen houtje campagne en de chaos mondde uit in een nipte overwinning voor Wilson. Hij had er niet aan moeten beginnen. De inauguratie (de kortste, saaiste ever) was nog niet voorbij of hij stond voor de vraag wat de VS moest doen. Deelnemen aan de oorlog, of niet? Amerikaanse doden, of voor altijd aan de kant staan?

Waarom oorlog?

Het dilemma was een misverstand. De VS hadden geen leger van betekenis, geen ervaring met massale mobilisatie en geen oorlogsindustrie. Daar kwam bij dat de overgrote meerderheid van de Amerikaanse bevolking niets van oorlog moest hebben. Dat was niét vanwege de gruwelen aan het front; daarover kwam in die tijd maar weinig naar buiten en daarover werd in de VS nauwelijks gesproken. Nee, de oorlog was gewoon te ver en de bondgenoten waren niet kosher.

De pro-oorlogspartij, onder leiding van de vernederde Roosevelt, had de oorlog graag afgeschilderd als een gevecht voor de democratie, tegen het Pruisisch militarisme. Maar dat was onzin. Groot-Brittannië bezat een koloniaal wereldrijk, en de Russische tsaar was een domme autocraat. Met name Duitse en Ierse immigranten moesten niets weten van steun aan Engeland. En de joden beschouwden tsaristisch Rusland als hun grootste vijand. Roosevelt was zo stom om hen allemaal te verwijten dat ze geen echte Amerikanen waren. De oorlogspartij (oorlogszuchtige industriëlen en een paar kranten) waren roependen in de woestijn.

Onderzeebootoorlog

Maar Wilson was uiteraard gevoelig voor het verwijt dat hij niets deed. In januari 1917 lanceerde hij daarom een voorstel voor overleg tussen de oorlogvoerende partijen om te komen tot een ‘vrede zonder overwinnaars’. Een voorstel dat uiteraard op dorre aarde viel. Het jaar daarvoor waren er in de strijd rond Verdun en aan de Somme rond de één miljoen slachtoffers gevallen. Alle partijen zonnen op wraak.

Bij wijze van antwoord op zijn voorstel (zo werd het in de VS ervaren) maakten de Duitsers bekend dat zij zouden starten met de onbeperkte onderzeebootoorlog. De bedoeling was om Groot-Brittannië in een paar maanden tijd economisch te wurgen en tot overgave te dwingen, door alle scheepvaart van en naar de Britse eilanden te torpederen. Ook schepen van neutralen waren niet veilig. Ook Amerikaanse niet. Spoedig zonken de eerste Amerikaanse schepen naar de bodem van de Atlantische Oceaan. Er vielen nauwelijks doden maar de oorlogspartij schreeuwde moord en brand. Maar moest de VS Duitsland de oorlog verklaren vanwege een paar stoomschepen? Bij wijze van afleidingsmanoeuvre stelde Wilson voor om koopvaardijschepen te voorzien van afweergeschut, om onderzeeboten te beschieten. Een even onhaalbaar als onzalig voorstel.

Russische revolutie

En dan was er dat enorme misverstand. Het voorjaar van 1917 ging van start met een politieke aardverschuiving. De tsaar werd van de troon gestoten. Rusland kreeg een voorlopige regering. Deze beloofde de oorlog voort te zetten maar iedereen zag dat de anarchie daarna steeds groter werd, in de hoofdstad maar met name aan het front. Ondertussen raakte men in het Westen in de ban van het idee dat Rusland nu democratisch was en dat de strijd vanaf nu écht ging tussen tirannie en democratie.

Wilson wist beter. Hij geloofde helemaal niet dat Rusland vreedzaam over kon gaan naar een democratie. Toch riep hij op 2 april riep hij het Congres bijeen. ‘Het grote genereuze Russische volk [kon] in al zijn ongedwongen grootsheid worden toegevoegd aan de machten die vechten voor vrijheid in de wereld, voor gerechtigheid en voor vrede.’ Hij vroeg het congres om een oorlogsverklaring tegen het Duitse keizerrijk, ‘omdat ‘neutraliteit niet langer haalbaar of wenselijk is waar het de wereldvrede en de vrijheid van volkeren betreft.’

Wilson als visionair

De rest is history. Rusland stortte ineen. De communisten sloten vrede met de Duitsers. Ludendorff kon grote aantallen soldaten naar het westelijk front dirigeren, maar het offensief van maart 1918 liep vast. En hij stortte ineen. Tegen de tijd dat het Amerikaanse expeditieleger getalsmatig iets ging voorstellen, was de oorlog eigenlijk al beslist. Dat kon niet voorkomen dat de Amerikanen dachten dat zij de oorlog hadden gewonnen. En ook niet dat Wilson daarna (doodziek, uitgeblust, eenzaam in eigen land) in Europa onthaald werd als een visionair. Zijn beroemde Veertien Punten beloofden hoop en vooruitgang. Ook al kwam daar uiteindelijk niets concreets uit voort.

Zo werd toen de mythe geschapen van de Verenigde Staten als ‘arsenaal van de democratie’, als redder van de westerse beschaving. Een beeld dat in de jaren twintig/dertig wegzakte maar na 1940 herbevestigd werd door een andere Roosevelt. En dat sindsdien een hoeksteen is van de Amerikaanse retoriek.

Politieman van de wereld

Het enige verschil is dat de Amerikaanse aanpak om de beschaving te redden steeds oppervlakkiger en botter worden. In Vietnam moesten dorpen worden uitgemoord om ze te redden; twintig jaar later werd een ongewenst regime in Irak valselijk beschuldigd en met militaire middelen verjaagd (en het land in ellende gedompeld). En nu is daar Trump, die Iran en Noord-Korea als oud vuil behandeld en met een kernoorlog dreigt. De wereldverbeteraar denkt het zich te kunnen permitteren, omdat ze de sterkste is.

Het resultaat is voorlopig negatief; in beide gevallen staan de VS nu alleen; eerdere bondgenoten scharen zich nu rond de slachtoffers.

In het hoofd van Wilson

Waarom koos Wilson voor een radicale ommezwaai? Waarom ingrijpen in een massale Europese oorlog? Englund vertelt het niet. Hij citeert meningen, brieven, redevoeringen van Jan en alleman; hij citeert eigenlijk veel te veel van dat soort materiaal. Maar hij weigert om in het hoofd van Wilson te duiken. De eenzame man in het Witte Huis blijft in dit boek een raadsel. En dat terwijl hij het onderwerp is van dikke biografieën en van psychologische studies.

Englund beperkt zich echter tot primaire bronnen. Hij geeft liever een sfeerbeeld (met aparte verhaallijnen over de geboorte van de jazz, en het eerste vrouwelijke Congreslid), dan dat hij de dipte in gaat. En zo blijft de lezer zitten met een raadsel. Een Hamlet met een zwijgende prins.

Counterfactual history

Had het anders kunnen lopen? Stel dat Theodore Roosevelt in 1916 had gewonnen. Roosevelt was een ijzervreter en een naïeve dromer. Zonder enig besef van wat er in Europa gebeurde, riep hij voortdurend dat hij een vrijwilligerskorps wilde samenstellen, een nieuwe versie van de Texaanse rough riders, onder zijn leiding, en dat zij die Duitsers dan wel mores zouden leren. Hij wilde gewoon de held uithangen.

En velen vonden dat prachtig. Roosevelt was, kortom, een tragische populist. En het is maar de vraag of hij, eenmaal president, Amerika daadwerkelijk de oorlog in zou durven loodsen. Het leger moest in ieder geval niets van hem hebben. Hij heeft nooit toestemming gekregen om met zijn vrijwilligers naar Europa af te reizen. En toen in het voorjaar van 1918 zijn jongste zoon in Frankrijk om het leven kwam, was de rough rider ontroostbaar. Hij stief korte tijd later.


Will Englund, Maart 1917. Uitgeverij Hollands Diep. 448 blz., 29,99 euro.

Reacties (2)

#1 Cycloop

Hier column over hoe een conservatieve columnist als G.F. Will denkt over Wilson en hem vergelijkt met zijn voorganger Taft: https://www.washingtonpost.com/opinions/the-best-way-to-tell-if-someone-is-a-conservative/2018/05/25/fdc5a1fa-5f83-11e8-a4a4-c070ef53f315_story.html?utm_term=.c015fcbb424e

  • Volgende discussie
#2 zutman

Trumps brief aan NK straat vol met dingen die een traditionele diplomaat een hartverzakking zou bezorgen. Maar het antwoord uit Noord-Korea is minstens even fascinerend. Het lijkt alsof er in hoofdlijnen allang een deal is (wat ik denk) en deze brieven over en weer is om andere actoren (China?) op het verkeerde been te zetten. In ieder geval is men nu alweer druk en produktief aan het “onderhandelen”.

Trump is disruptief bezig, en die top van 12 juni die komt er gewoon.

Hulspas’ betoog klinkt op Clingendaelse wijze best aannemelijk als je het antwoord van NK buiten beschouwing laat. Maar dat doen we nu dus niet.

  • Vorige discussie